<Resultaat 1104 van 1419

>

KAREL VAN DE WOESTYNE aan
Manuël de Bom en wederhelft,
aan de wederhelft zelfs in eerste plaats, om haar te zeggen dat het ons embêteert haar niet in de plooien te weten,[*] — daar we overigens weten dat het niet goed is, ziek te zijn; — dat zelfs ons Pauleke ook niet wel is daar hij een beetje den afgang[1] heeft met permissie en een valling, waarschijnlijk omdat hij in 3 dagen tijds vier tanden heeft moeten door zijn tandvleesch krijgen; maar wij denken dat het niets zal zijn en hopen van Nora hetzelfde.
— En aan de wederhelft van de wederhelft, 't is te zeggen aan Manuël, om hem eene dubbele (niet-nachtegaalsche) vraag te stellen: wist hij, primo, dat er over kort te Frankfort een Ausstellung moderner Bücher gaat statt finden? en kan hij mij zeggen hoe Vlamingen of in Vlaanderen-wonenden daar ten toon kunnen stellen en of er daar kans van verkoop is voor prachtbanden (en 't is niemand anders dan onzen goeden Nauen die mij dat vragen laat);
en tweede vraag: weet bedoelde Manuël iets van het volgende geval? Aug[ust] Dedecker-Lemaire laat te Antwerpen, bij de tentoonstelling van 't boek, zijn Plantijn-plaquette, op aanzoek van Rax Mooses[2] die hem in schemergloed van morgenverte de hoop voorspiegelt, hem die plaquette profijtelijk af te doen koopen voor zijn boeken-museum.[3]
Thans... is dat stuk leder (sauf respect)[*] nog steeds te Antwerpen, God weet in wie zijn pollen, en Dedecker koekeloert gelijk een mammouth die op den zondvloed wacht. Weshalve hij eenige hem-deugd-doende tranen is komen storten in de vertrouwelijkheid van mijne gilet-opening, met danig nederig verzoek dat ik u daar geniepig en geheimelijk per brief over polsen zou.
Weet-de gij daar iets van, Manuël aller harten? Toe, zou Steghers zeggen, sta mij daarover eenige woorden af, en doe iets aan antwoord-geven!!
A propos: Steghers is voor mij ook begraven, zulle. En ge moogt dat stuk papier over Eug[ène] Dühren foefelen waar ge wilt,[4] al was het in de ooren van Gittens.
Waarmede wij u beiden onze eerbiedige groeten overmaken
Uw
Karel

Annotations

[*] 'Niet in de plooien': ziek.
[1] ‘Afgang’: zie brief 124, noot 9.
[2] Rax Mooses: Max Rooses.
[3] Deze zin is grammaticaal en inhoudelijk niet helemaal duidelijk. Wellicht bedoelt Van de Woestijne dat Dedecker-Lemaire van plan is om de plaquette (die hij destijds vervaardigde voor de tentoonstelling van het moderne boek) te laten liggen in Antwerpen, omdat Max Rooses — conservator van het Museum Plantin-Moretus — hem min of meer beloofd heeft dat hij ze zal aankopen. Zie brief 42, brief 43, brief 44 en brief 45. De bedoelde plaquette wordt beschreven in de catalogus van de tentoonstelling over het moderne boek (nr. 939): 'Christoffel Plantijn. Ingelijste plaat in gedreven kalfsleder, naar een kopergravure van J. Wiericx, met een versiering, voorstellende den gevel der Plantijnsche drukkerij van den tuin gezien'. Geciteerd uit: Tentoonstelling van het moderne boek. Catalogus. 15 Juli tot 15 October 1904, Antwerpen, Museum Plantin-Moretus [1904], p. 187.
[*] 'Sauf respect': met alle respect.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Decker-Lemaire, August (° 1885)

Gentse boekbinder die architectuur en decoratieve kunst had gestudeerd aan de Gentse Nijverheidsschool en de stedelijke academie. Hij volgde zijn in 1876 overleden vader op als boekbinder, en was gespecialiseerd in lederen en perkamenten banden.

Dühren, Eugène (° 1872 - ✝ 1922)

Pseudoniem van de Berlijnse dermatoloog Iwan Bloch, die ook wel eens de eerste seksuoloog wordt genoemd. Hij ontdekte het manuscript van Marquis de Sades Les 120 Journées de Sodome en publiceerde het in 1904, nadat hij enkele jaren eerder al de studie Der Marquis und seine Zeit had uitgegeven. Behalve wetenschappelijke publicaties in verband met seksuologie publiceerde hij ook literatuurwetenschappelijke en -historische studies, onder meer over Rétif de la Bretonne.

Gittens, Frans (° 1842 - ✝ 1911)

Toneelschrijver, journalist en liberaal gemeenteraadslid in Antwerpen. Hij was bibliothecaris van de Antwerpse stadsbibliotheek tussen 1903 en 1911, en was in die hoedanigheid de onmiddellijke voorganger van De Bom.

Nauen, Heinrich (° 1880 - ✝ 1940)

Duitse expressionistische schilder. Hij was getrouwd met Marie von Malachowski.

Plantijn, Christoffel (° 1520 - ✝ 1589)

Uitgever en drukker. Geboren in de omgeving van Tours en opgegroeid in Frankrijk, vestigde hij zich omstreeks 1549 als boekbinder in Antwerpen. In 1555 vatte hij zijn activiteiten als drukker aan. De Officina Plantiniana groeide uit tot een van de belangrijkste drukkerijen van Europa.

Rooses, Max (° 1839 - ✝ 1914)

Liberale flamingant. Hij was de eerste conservator van het Museum Plantin-Moretus. Als 'eerste Vlaamse kunsthistoricus' publiceerde hij enkele belangrijke werken over Plantin en Rubens.

Steghers, Oktaaf (° 1889 - ✝ 1942)

Oost-Vlaamse schrijver van boerenromans en toneelstukken.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.