<Resultaat 1176 van 1419

>

Karel,
Ik stuur U per mandaat "gerecommandeerd" de somma van 290 fr. 98, die UEd[ele] toekomen, als zijnde de helft van wat ons betaald wordt door de N[ieuwe Rotterdamsche Courant] voor de Congresbrieven.[1]
Ziehier hoe dat inéen zit:
A. Brieven:
29 Aug. 1A. 733 regels ....... fl. 73,30
30 " 1A. 474 " ....... 47,40
31 " 1A. 374 " ....... 37,40
31 " 2A. 291 " ....... 29,10
1 Sept. 2. 2A. 103 " ....... 10,30
Samen fl. 197,50
Wat, door 2 gedeeld, maakt: fl. 98,75
(in fr[anc]s à 2,10 p[er] gulden: 207 fr. 38)
B. Telegrammen:
29 Aug. 1,A. fr. 17,20
29 " 2,A. 5,35
30 " 1,C. fr. 13,45
30 " 2,A. fr. 4,40
31 " 1,C fr. 22,60
1 Sept. 1,C. fr. 4,20
Samen fr. 67,20
Door 2 gedeeld: = 33,60 fr.
Aan reis- en verblijfkosten heb ik als volgt berekend: 25 fr. p[er] man & p[er] dag = 250 frs. Daar ik voor beiden 150 frs. uitgegeven heb te Brussel, komt U nog de helft toe van het restant, d.i. 50 frs.
Dus te zamen:
frs. 207,38 brieven 33,60 telegr[ams] 50,00 reis- en verbl[ijf] frs. 290,98
Ze hebben te R[otterdam] de pil bitter om slikken gevonden, want ik krijg een brief met aanmerkingen – – – Hopen w'er 't beste van![2]
Stuur me, nietwaar, onmiddellijk, ter geruststelling, een bericht dat het mandaat u toegekomen is, en of alles right is! — Zeg meteen hoe 't ulder gaat, wanneer ge naar Br[ussel] vertrekt, hoe 't met T[eirlinck] afgeloopen is enz. enz.[3]
Lees tevens het H[an]d[e]lsbl[ad van] Antwerpen over uw anti-Pangermanistische bedenkingen....[4] Laat dat gerust zóo, is mijn raad: niet reageeren.
Ik heb gezocht... en nog niets van J[an van Rijswijck][5] gevonden dat in Vl[aanderen] kan overgedrukt worden. Ik houd er mij meê bezig.
Hoe stellen het Mariëtte en jongeheer Paul?
Nora groet hovesch, en ik plagiëer.
Ulder Manuel

Annotations

[2] De Bom had van uitgeverij Nijgh (van de NRC) het verwijt gekregen dat de kosten voor diens verslag over het congres veel te hoog waren opgelopen. Op 12 oktober stuurde hij een omstandige brief aan Johan de Meester om die kosten te verantwoorden, en om te verduidelijken dat hij dat bedrag met Van de Woestijne moest delen, aangezien ze het congres met hun tweeën hadden verslagen. Een gelijkaardige brief stuurde hij op 13 oktober ook naar Nijgh zelf. Nijgh had ermee gedreigd om het honorarium van 10 cent per regel, waarop De Bom als correspondent voor de NRC al twee jaar kon rekenen, in te krimpen. Onder meer dankzij deze brieven aan Nijgh en De Meester — aan Nijgh stuurde hij er ook nog een op 16 oktober — slaagde De Bom erin om dat verminderde honorarium te vermijden.
[3] In verband met Herman Teirlinck: zie brief 202, noot 1.
[4] In 'Belgisch Pangermanisme' (verschenen op 11 oktober 1906 in de NRC, maar geschreven op 9 oktober) liet Van de Woestijne zich kritisch uit over de neiging van de Vlaamse Beweging om een pangermaans karakter te krijgen. Volgens hem werd die neiging al te gemakkelijk door Duitsland uitgebuit. In het Handelsblad van Antwerpen werd geen reactie op de tekst van Van de Woestijne teruggevonden. De Bom heeft zich wellicht van krant vergist.
[5] De Bom gaat ervan uit dat Van de Woestijne een tekst van Jan van Rijswijck in Vlaanderen wil publiceren. Voor Van de Woestijne volstond evenwel een beschouwend stukje over de overleden burgemeester. Uiteindelijk verscheen geen van beide in Vlaanderen.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Meester, Johan de (° 1860 - ✝ 1931)

Prozaschrijver en journalist. Tussen 1886 en 1891 was hij vanuit Parijs correspondent voor het Handelsblad, om vervolgens tot 1927 als criticus te werken voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Het proza van De Meester (o.m. Een huwelijk, 1890 – Zeven vertellingen, 1899 – Louise van Breedevoort, 1903 en Geertje, 1905) is vaak neerslachtig van toon.

Nijgh, Henricus (° 1873 - ✝ 1948)

Directeur van de NRC vanaf oktober 1908.

Rijswijck, Jan van (° 1853 - ✝ 1906)

Burgemeester van Antwerpen tussen november 1892 en februari 1906.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Titel - krant/tijdschrift