<Resultaat 1220 van 1419

>

BOITSFORT 30 MAI 1907 13-14 CAPPELLEN 31 MAI 1907 6-7
Aan de Bom
Antwerpener Steenweg, 70
Cappellen
Antwerpen.
 
In zeven haasten en half.[1]
Pecunia heft wanhopige blikken ten hemel: voor Zondag onmogelijk![2] Was het maar een week later, dan... Maar nu moet ik thuis blijven. — Ik ga overigens in October naar Holland, voordragen, en dan ook naar de bazen van de Courant.[3] Gaat-de dan meê, lijk Jungbluth met Albert meêgaat?... (Gij moogt Albert zijn.)[4]
Jammer toch met Nora! Als ze betert moet ze absoluut naar Boschvoorden, in mijn particulier woud, sub tegmine fagi:[*] Ik beloof definitieve genezing.
— Ook mij zal Professor August zondag morgen niet zien in die terra incognita. Ik zal u eens schoone dingen vertellen over hem, onder vier oogen. Hier noemt men zulke lui: crapuul.
— Hebt ge zijn elucubratie gelezen tegen de Raet (dien hij-zelf in ons midden bracht!), vóor Fredericq en laatste mijnamendement Franck?[5] Daar zit een occulte macht achter. Lees dat eens aandachtig. Ik ga er over schrijven, punten op de i's, in de Courant. Gisteren hem eens duchtig uitgekleed bij Fasotte, omdat ik weet dat het dan overgaat.[6]
Wij groeten u, Nora en Manuël. Een lange brief later
Uw Karel

Annotations

[1] Deze zin staat in de linkermarge. Het kaartje werd daarvoor een kwart tegen de wijzerzin gedraaid.
[2] De Bom heeft gevraagd of Van de Woestijne hem wilde vergezellen naar Amsterdam, voor een vergadering van de Vereeniging van Nederlandsche Letterkundigen. Zie brief 243, noot 3.
[3] Dat plan zal uiteindelijk (onder meer door ziekte) niet doorgaan.
[4] Van de Woestijne bedoelt Harry Jungbluth en koning Albert I.
[*] 'Sub tegmine fagi': verwijzing naar de beroemde eerste verzen uit Vergilius' Bucolica, deel 1: 'Tityre, tu patulae recubans sub tegmine fagi / silvestrem tenui musam meditaris avena' ('Jij, Tityrus, die op je rug daar neerligt / onder een brede beukekruin vol schaduw, / jij kan je herdersdeuntje onbe­kommerd / improviseren op je dunne rietfluit!'). Geciteerd uit: Het werk van Publius Vergilius Maro (vertaald door Anton Van Wilderode), Beveren, Orbis en Orion Uitgevers, 1982, p. 12.
[5] Van de Woestijne bedoelt Vermeylens 'Kroniek' over 'De Vlaamsche Hogeschool', die in juni 1907 in Vlaanderen was verschenen (p. 267-272). Met 'mijnamendement' wordt een uitbreiding op de mijnwet bedoeld, die voorgesteld was door Louis Franck.
[6] Van de Woestijne bedoelt wellicht Joris Fassotte.

Register

Naam - persoon

Albert I (° 1875 - ✝ 1934)

Koning der Belgen van 23 december 1909 tot 17 februari 1934.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Fassotte, Joris (° 1882 - ✝ 1945)

Econoom die zich met zijn denkbeelden over de economische zelfstandigheid van Vlaanderen als flamingant profileerde. Hij publiceerde ook onder de naam Liederik.

Franck, Louis (° 1868 - ✝ 1937)

Na een academisch ambt en een baan als advocaat begon hij in 1906 een bloeiende politieke carrière als liberale volksvertegenwoordiger voor Antwerpen. Franck voerde de verdediging van Emmanuel de Bom in 1895, nadat hij Nederlands had gesproken tijdens de zondagsoefeningen van de burgerwacht. Zijn vurige pleidooi leidde tot de vernederlandsing van de burgerwacht.

Fredericq, Paul (° 1850 - ✝ 1920)

Hoogleraar Nederlandse literatuur en nationale geschiedenis aan de Gentse universiteit. Hij staat bekend als de 'officiële ideoloog' van het liberale flamingantisme. In 1876 bekeerde hij zich tot het protestantisme. In 1883 werd hij hoofdredacteur van Het Volksbelang, en tussen 1887 en 1920 was hij voorzitter van de Gentse afdeling van het Willemsfonds. In die hoedanigheid richtte hij vijf volksbibliotheken op. Hij was familie van Cyriel Buysse en de gezusters Loveling.

Jungbluth, Harry (° 1847 - ✝ 1930)

Toen Prins Albert, de latere Albert I, twaalf jaar oud was, werd hij voor zijn opvoeding toevertrouwd aan de sterke hand van de militair Jungbluth, die zijn hele leven zijn vertrouweling zou blijven. Tussen 1896 en de troonsbestijging van Albert I in 1909 was hij diens vleugeladjudant. Daarna werd hij tot adjudant-generaal, Chef van het Militaire Huis van de Koning benoemd, een functie die hij tot aan zijn dood zou blijven uitoefenen.

Raet, Lodewijk de (° 1870 - ✝ 1914)

Figuur uit de Vlaamse beweging die pleitte voor een sterk economisch programma voor Vlaanderen en hamerde op het belang van het Nederlands in het onderwijs. In 1889 stichtte hij samen met August Vermeylen en Hubert Langerock het tijdschrift Jong Vlaanderen.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Titel - krant/tijdschrift