<Resultaat 1295 van 1419

>

SCHAERBEEK 2 22 XII 1911 19-20
CALMPTHOUT 23 XII 1911 5-6
M Karel van de Woestyne
160 Gaucheretstr. - Brussel
In haast
Aan
Manuël de Bom
Huis ten Heuvel
te
Calmpthout
Prov[incie] Antwerpen
 
Beste Confrêre,
Mijn brandend verlangen blijft ongelescht: ik zag nog altijd niets van uwe hand over die Hallemachtig-onaardige geschiedenis van Mechelen.[1] Pen-je daarover of pen-je daarover niet, of zal ik hieromtrent eene interview afnemen van Baccaert, die ik hier iederen dag kan zien?[2] Want het mag toch niet gezeid worden dat wij, na Antwerpen, na Ieperen, ons aan Mechelen daarover ongelegen laten!?![3]
— Ik heb uw voorbeeld gevolgd, en ben zondag niet naar de journalisten toegegaan.[4] Timeo Judeos...[*] Nu sticht ik een anti-semitische vereeniging met hetzelfde doel. De vereeniging zal maar éen lid tellen. Of doet gij meê? Dan benoem ik u erevoorzitter.
Schrijf mij cito of ik Baccaert beroemd moet maken.
Dada
Uw
Karel
Nora, bonjour.

Annotations

[1] Eind 1911 stonden de plannen van het Mechelse gemeentebestuur in verband met de verbouwing of zelfs afbraak van de Hallen hevig ter discussie. Herman Baccaert was de spreekbuis van het verzet tegen die drastische plannen, die volgens hem al te weinig rekening hielden met de financiële toestand waarin de stadskas verkeerde. Op 17 december 1911 sprak hij in zijn geboortestad de redevoering 'Eerbied voor onze hallen' uit. De tekst werd gedrukt en uitgegeven door Victor Resseler.
[2] Van de Woestijne kon Herman Baccaert alle dagen zien omdat ze op dat moment beiden voor het ministerie van Kunsten en Wetenschappen werkten. Het antwoord van De Bom was positief: Van de Woestijne mocht Baccaert over de kwestie interviewen.
[3] De Bom had zich eerder al gemoeid met de plannen om de Antwerpse kathedraal te verbouwen (zie brief 300, noot 3), en Van de Woestijne had het opgenomen voor die van Ieper. In de NRC van 3 januari 1912 publiceerde Van de Woestijne een tekst met de titel 'Breken en bouwen', over de kwestie in Mechelen. Op het einde van die tekst kondigde hij aan dat hij de volgende dag een redevoering van Baccaert zou afdrukken, maar dat plan is niet uitgevoerd.
[4] Van de Woestijne bedoelt de vergadering waarvan sprake is in brief 321.
[*] 'Timeo judeos': ik vrees de joden. Van de Woestijne varieert op een vers uit Vergilius' Aeneis (2,49): 'Timeo Danaos et dona ferentes' (Ik vrees de Grieken, ook al brengen zij geschenken). Het citaat is een verwijzing naar het paard van Troje, dat zij achterlieten.

Register

Naam - persoon

Baccaert, Herman (° 1883 - ✝ 1921)

Schrijver van proza en poëzie. Hij was ook zanger en publiceerde beschouwende artikelen over muziek, kunstgeschiedenis en folklore. Vanaf 1907 werkte hij voor het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Resseler, Victor (° 1877 - ✝ 1955)

Uitgever, journalist, flamingant en anarchist uit de Antwerpse groep rond De Kapel. Hij was een van de stuwende krachten achter de tijdschriften Ontwaking en Onze vlagge. Hij stond ook bekend onder het pseudoniem Segher Rabauw.

Titel - krant/tijdschrift