<Resultaat 1296 van 1419

>

BRUSSEL, N[OOR]D BRUXELLES, N[OR]D 7.III 1912 22-23
Aan den heer
Emmanuël de Bom
Huyze ten Heuvel
te
Calmpthout
(Prov[incie] Antwerpen)
CALMPTHOUT 8 III 1912 5-6
 
Waarde Landgenoot
Ik kom te vernemen alsdat Hein Boeken (Prof. Dr.) morgen naar Antwerpen Hollandsche kondschap (zoo waarlijk met eene d?) komt brengen. Geeft gij daar uitvoerig verslag over?[1]
Hetzelfde geacht medelid komt Zaturdag naar Brussel. Op het oogenblik dat hij alhier zal redevoeren, ende sinen snavel sal roeren, zal ik nog niet weten wat gij over zijne voordrachtkunst meent. Daarom vrage ik u: doet gij het of doe ik het? Want het ware vervelend, mekaar tegen te spreken![2]
— Nu zou ik dat omgaand moeten vernemen. Daarom vraag ik mij af, of ik dit schrijven naar Calmpthout of naar de Bibliotheek moet zenden... Het kan heel goed gebeuren dat gij morgen niet naar de bibliotheek gaat; maar het kan ook gebeuren dat gij al lang Calmpthout verlaten hebt als deze brief dit liefelijk dorp in de Belgische kempen (stijl Max Rooses) bereikt; en wie weet of gij Vrijdag­avond niet weer getuige moet zijn van de zonden der familie Kloos.[3] Wáár zal ik u dus schrijven? Geef mij raad... Intusschen stuur ik u dezen brief maar liever niet op...
Ik zou u voor 't oogenblik duizend interessante dingen kunnen vertellen. Maar gij zult toegeven dat het waarlijk ál te veel zou zijn...
Niet te minder staan wij met ons drieën op éen rijtje te groeten als diplomaten voor de voedster van een erfprins.
Uw
Karel v.d. Woestyne
Nora ontvange onze saluten.
Beste vrienden, van harte, groet, we stellen het opperbest, en hopen van u hetzelfde — Wij verlangen u eens te zien en schrijven we niet veel, we denken niet minder aan u
Uw Marjet.[4]

Annotations

[1] De Bom heeft over de lezing van Boeken op 8 maart in Antwerpen niets geschreven.
[2] Van de Woestijne besprak de lezing van Boeken op 9 maart 1912 in Brussel (voor de Jonge Vlaamsche Balie) in de NRC. De tekst ('Dr. Hein Boeken te Brussel') verscheen op 11 maart. Het oordeel over de redevoering was gematigd positief. De lezing van Boeken inspireerde Van de Woestijne ook tot een gedicht; zie brief 325.
[3] Waarom Van de Woestijne dat verwacht, is niet duidelijk.
[4] Het stukje dat Mariette van Hende heeft geschreven, begint in de linkermarge en eindigt bovenaan op de brief.

Register

Naam - persoon

Boeken, Hein Jan (° 1861 - ✝ 1933)

Nederlandse dichter. Trouwe vriend van Willem Kloos en redacteur van De Nieuwe Gids.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Kloos, Willem (° 1859 - ✝ 1938)

Invloedrijke Nederlandse dichter en criticus. Medeoprichter van de literaire vereniging Flanor (1881). Medestichter en redactiesecretaris van De Nieuwe Gids (1885), waarin hij enkele klassiek geworden sonnetten publiceerde.

Rooses, Max (° 1839 - ✝ 1914)

Liberale flamingant. Hij was de eerste conservator van het Museum Plantin-Moretus. Als 'eerste Vlaamse kunsthistoricus' publiceerde hij enkele belangrijke werken over Plantin en Rubens.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift