Annotations

[1] Voor de datering, ZIE NOOT 9.
[2] De Nederlandse wetenschapper Johan Christoph Vollgraff was sedert 1883 aan de universiteit van Brussel verbonden. Hij doceerde Latijn en letterkunde.
[3] De filosoof Guillaume Tiberghien komt onder meer voor in de Rimes antimufflistes. Dèche noire van August Vermeylen. Zie het Journal des étudiants de l'Université de Bruxelles, jrg. II, nr. 16 (5 november 1890), ondertekend 'Gust'. Zie ook diens Verzameld Werk, deel I, p. 525–526. Over Guillaume Tiberghien, zie het Journal des étudiants de l'Université de Bruxelles, jrg. I, nr. 3 (5 december 1889).
[4] Waarschijnlijk Jean Lombard, Byzance (Parijs, A. Savine, 1890). Het decadente Byzantium was wel een topos geworden in de literatuur op het einde van de negentiende eeuw. Zie daarover M. Praz, Liebe, Tod und Teufel. Die schwarze Romantik (München, DTV, 1970), p. 347–349 en p. 551. Ook 'fin de siècle' behoorde tot de denksfeer van het einde van de 19de eeuw. Zie E. Koppen, Dekadenter Wagnerismus. Studien zur europäischen Literatur des Fin de siècle (Berlijn – New York, Walter de Gruyter, 1973).
[5] Niet terug te vinden in de verslagen van het Maandblad van het Taalverbond, noch in Paul van Tichelen, Bibliografie van en over Emmanuel de Bom (Antwerpen, De sikkel, 1947).
[6] Vermeylen bedoelt Lodewijk Smits. De omschrijving "den ouwen heer Smits" is een allusie op de Nederlandse prozaschrijver Mark Prager Lindo.
[7] Vermeylen bedoelt Sofia (en dus niet Sonia) Ioteiko (zie ook brief 106), die in België aankwam in september 1889.
Vanaf 13 maart 1891 stond ze als studente te Elsene ingeschreven. Op het Algemeen Rijksarchief is er op naam van Caroline Kurzanska (haar moeder) een dossier over haar. (Zie het Algemeen Rijksarchief, Bestuur van de Openbare Veiligheid, Vreemdelingenpolitie, individuele dossiers, nr. 504.255.) De naam Sofia Ioteiko werd niet teruggevonden op de rol der inschrijvingen aan de toenmalige ULB. Haar naam komt nochtans wel voor in de Résultats des examens. Enseignement supérieur 1891–1895, deel III (deuxième session de 1891). Ze behaalde toen de "grade de candidat en sciences naturelles, préparatoire au doctorat, avec la plus grande distinction". Over Sofia Ioteiko wordt ook nog gesproken in G. Garnir, Souvenirs d'un revuiste (Brussel, Les Presses de l'Expansion belge, s.d.), p. 31, naar aanleiding van het universitaire conflict.
Sofia Ioteiko had een zus, Josefa Ioteiko (geb. 10 februari 1866). Zij werd in 1898 verbonden aan de faculteit psychologie aan de ULB. Over haar verscheen een artikel van S. De Coster in de Biographie nationale, deel XXXV.
[8] Jovial, marchand de cercueils is de naam van een toneelstuk dat gespeeld werd te Brussel door het Théâtre–Libre. Voor een bespreking ervan, zie L'art moderne, jrg. X (5 januari 1890) (p. 4). Het artikel werd niet ondertekend.
[9] Théodore Barrière, Démon du jeu. Comédie en 5 actes. Op zaterdag 18 oktober 1890 vond de première plaats van dit stuk, dat liep tot ongeveer 25 oktober 1890. Op basis van die gegevens kan deze brief gedateerd worden tussen 18 en 25 oktober 1890.
[10] Het eerste artikel dat Vermeylen in Ons Tooneel publiceerde na 18 oktober 1890 was een verslag, getiteld 'Uit Brussel' (9 november 1890). Zijn tweede artikel in dat tijdschrift heet 'Algemeen stemrecht' (16 november 1890). Het artikel dat Vermeylen in deze brief bedoelt, is waarschijnlijk het tweede, omdat het alleszins meer beantwoordt aan de omschrijving "colossaal transcendentaal".

Register

Name - person

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Boucherij, Jan (° Gent, 1846-11-16 - ✝ Antwerpen, 1911-05-16)

Pedagoog, letterkundige en journalist.

Garnir, Georges Léopold Emile Joseph (° Mons, 1868-04-12 - ✝ Brussel, 1939-12-25)

Schrijver en journalist.

Promoveerde in de rechten aan de Brusselse universiteit. Was medewerker aan L'indépendance belge, Le petit bleu, L'étoile belge en La chronique. Stichtte in 1910 met L.Souguenet en L.Dumont-Wilden het weekblad Pourquoi Pas?. Schreef regionalistische romans (o.m. Les Charneux, 1891) die zich voornamelijk afspelen in de Condroz. Was ook een pittig uitbeelder van het Brusselse volksleven in de trant van L.Courouble. Schreef verder nog toneelstukken en, in samenwerking met L.Malpertuis, succesrijke revues, vol satire op de toenmalige actualiteiten.

Ioteiko, Sofia (° Kiev, 1868 - °)

In 1890 studente natuurwetenschappen aan de ULB.

Dochter van Lucien Ioteiko en Caroline Kurzanska; zuster van de beter bekende Josefa Ioteiko, die doctor in de geneeskunde werd en van 1898 af verbonden was aan het psycho-fysiologisch laboratorium van de ULB. Sofia was afgevaardigde van de afdeling Sociale Wetenschappen en nam als zodanig actief deel aan het universitair conflict bij de opening van het academiejaar 1890-1891.

Lindo, Mark Prager (° Londen, 1819-02-19 - ✝ Den Haag, 1877-03-09)

Schrijver.

Richepin, Jules (gen. Jean) (° Médéa (Algerije), 1849 - ✝ Parijs, 1926)

Eigenlijk: Jules Richepin.

Schrijver.

Smits, Lodewijk (° Heist-op-den-Berg, 1852-03-19 - ✝ Antwerpen, 1911-05-24)

Onderwijzer en antiklerikaal, sterk sociaal voelend, Kempisch schrijver. Studeerde aan de Rijksnormaalschool te Lier waar hij les kreeg van Domien Sleeckx. Vanaf 1873 verbonden aan het gemeentelijk onderwijs te Antwerpen; jarenlang de spil van de Belgische Onderwijzersbond. Werd als schrijver ontdekt door het Taalverbond dat zijn eerste werken uitgaf (Uit het leven 1891 en De boer der Schranse 1892). Leunde in zijn realistische Kempische verhalen aan bij de strekking van I.Teirlinck en R.Stijns' Arm Vlaanderen dat inging tegen de romantisch-idealistische school van H.Conscience. Als zijn beste werk wordt gewoonlijk De bieboeren (1904) genoemd.

Styns, Reimond (° Mullem, 1850-05-10 - ✝ St.-Jans-Molenbeek, 1905-12-12)

Leraar en schrijver.

Tiberghien, Guillaume (° Brussel, 1819-08-09 - ✝ St.-Joost-ten-Node, 1901-12-28)

Filosoof.

Studeerde aan de Brusselse universiteit: trad in haar dienst in 1846; buitengewoon hoogleraar vanaf 1848; gewoon hoogleraar sedert 1853. Permanent lid van de Raad van Beheer van 1878 tot 1901. Strijdend vrijzinnig wijsgeer, die vulgariserende werken schreef over lekenmo-raal. Verspreidde de ideeën van de Duitse filosoof Karl Christian Friedrich Krause. Doceerde achtereenvolgens archeologie, esthetica, antropologie, moraalfilosofie, geschiedenis van de filosofie, metafysica, logica en psychologie. Schreef o.a. Théorie de l'infini (1846), Logigue de la science de la connaissance (1864), Eléments de la morale universelle (1879), Krause en Spencer (1882).

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Vollgraff, johan Christoph (° Den Haag, 1848-01-03 - ✝ Utrecht, 1920-02-06)

Classicus.

Leerling van C.G.Cobet. Was van 1883 tot 1902 hoogleraar aan de Brusselse universiteit waar hij klassieke filologie doceerde en een cursus Historie de la littérature flamande. Werd in 1902, toen hij naar Utrecht ging om er de Leerstoel van hellenist H.van Herwerden over te nemen, te Brussel opgevolgd door zijn leerling E.Boisacq. Schreef o. m. Greek Writers.on. .Roman history (1880) en Les problèmes musicaux d'Aristote (1903; met F.A.Gevaert). Bezorgde uitgaven van Cicero's Pro Caelio (1897) en Plato's Phaadrus (1912).

Title - journal

Art Moderne, L' (° 1881 - ✝ 1914)

Brussels artistiek weekblad.

Werd, zoals ook La jeune Belgique, bij Wwe Monnom gedrukt. Opgericht door de advocaat Edmond Picard, die toen werd beschouwd als de geestelijke leider van de Brusselse progressieve jongeren. Samen met Octave Maus, de bezieler van de kunstenaarskring Les XX (1884 - 1893), verdedigde hij in l'Art moderne o.m. het impressionisme en het wagnerisme. Het tijdschrift kan in zekere zin beschouwd worden als een voorbode van Van Nu en Straks: vooral Picards uitspraak dat kunst filosofische gedachte, synthese en leven is, wijst in die richting. Medewerkers waren o.a. C.Lemonnier, E.Verhaeren (die ook in de redactie zat), G. Eekhoud, E. De Molder (later schoonzoon van Fél.Rops) en H. van de Velde.

Journal Des Etudiants De L'universite De Bruxelles (° 1889 - ✝ –, 1906)

Tijdschrift.

Kreeg na een fusie met L'Etudiant libéral in 1906 de titel L'Echo des étudiants (bald dat in 1914 werd opgeheven). Was rond 1894 socialistisch geïnspireerd.

Maandblad Van Het Taalverbond (° 1890 - ✝ 1895)

Op voorstel van H. Langerock (secretaris van de Brusselse groep) werd het Jaarboek van het Taalverbond vervangen door een maandelijks bulletin, waarin gedetailleerd verslag werd uitgebracht over de vergaderingen die in de diverse groepen werden belegd. De administratie berustte bij Fr. van Cuyck. In tegenstelling tot de Jaarboeken bevatten de Maandbladen geen literair gedeelte meer. In plaats daarvan gaf het Taalverbond jaarlijks minstens één werk van een van zijn leden in eigen beheer uit (b.v. Uit het leven door L. Smits en Volksgeneeskunde in Vlaanderen door A. de Cock).

Ons Tooneel (° 1890 - ✝ 1891)

Antwerps weekblad onder redactie van L. Krinkels (hoofdopsteller), E. de Bom en A. Vermeylen. Bracht informatie over de toestand van het toneel in binnen- en buitenland. Naast de drie redacteurs leverden verder nog bijdragen: J. de Bom (onder pseudoniem Zors), J.T. Grein, Panurge (pseudoniem van A. Vermeylen?) en enkele onbekenden (misschien, de redacteurs zelf) die schreven onder de pseudoniemen Ariestark, R. Cavalier, Diecsar Sandor. Van het tijdschrift verschenen zeventien nummers.

Name - institute

Taalverbond, Het (° 1887 - ✝ –, 1900)

Liberale vereniging.

Théâtre du Parc (° 1782 - °)

Brussels theater.

Bestaat heden nog. Werd van 1879 tot 1892 bestuurd door Fr.Candeilh die de schouwburg een grote faam bezorgde door de Parij se theateractualiteit op de voet te volgen. Onder zijn leiding werd ook onuitgegeven werk gecreëerd van o.m. M.Maeterlinck, O.Mirbeau, H.Kistemaeckers en Th.Hannon. Hij nodigde gezaghebbende Franse acteurs en groepen uit, zoals S.Bernhardt in 1880 en het Théâtre-Libre d'Antoine in de jaren negentig. De eigen groep bracht doorgaans goede komedies, die bij het Brusselse publiek zeer in trek waren.

Theatre-libre (° 1887 - ✝ –, 1896)

Parijs theater.

Werd opgericht door A.Antoine, die vernieuwing wou brengen in het in conventies vastgelopen Parij se schouwburgleven. Het specialiseerde zich in het brengen van niet eerder vertoonde of weinig gekende stukken hetzij van buitenlanders (b.v. Tolstoj, Toergenjev, Ibsen, Strindberg), hetzij van eigen jonge debuterende auteurs of van auteurs uit de naturalistische school, van wie het werk elders niet aan bod kwam. Behalve een afwijkend repertoire, hield Antoine er ook eigen regieopvattingen op na: zo moesten zijn acteurs alle rollen spelen (i.t.t. de officiële theaters waar men typerollen speelde) en moesten hun kostumering, spel en diktie zo natuurgetrouw mogelijk zijn. Het Théâtre-Libre kende onmiddellijk grote bijval. Zijn faam verspreidde zich snel over Europa, zodat nog voor het einde van de eeuw op verschillende plaatsen gelijkaardige theaters werden opgericht, zo o.m. te Berlijn en Zürich (Die Freie Bühne) en te Londen (The Independent Theatre). In 1896 werd het door Antoine zelf omgevormd en herdoopt in Theâtre-Antoine, dat - zij het met meer omzichtigheid en zin voor zakelijk succes - de traditie van het Théâtre-Libre voortzette.