De zaak PhilippsonDwelshauvers speelde zich af in 1889 en 1890 aan de universiteit van Brussel.
Martin Philippson, die er gewoon hoogleraar was, weigerde het proefschrift van Georges Dwelshauvers over experimentele psychologie — Dwelshauvers had in Duitsland bij Wilhelm Wundt gestudeerd — omdat het te streng positivistisch was. Daardoor kwam hij in botsing met de studenten, en nam hij ontslag. Uiteindelijk diende Dwelshauvers een nieuw proefschrift in dat wel de academische goedkeuring wegdroeg. Op 3 december 1892 werd hij "docteur spécial en philosophie" met de dissertatie Les principes de l'idéalisme scientifique.
Zie daarover nog Le conflit universitaire, in L' almanach des étudiants. Almananch de l'Université Libre de Bruxelles (1891), p. 7–16. Die bijdrage is niet ondertekend, maar ze is bijna zeker van de hand van August Vermeylen, die toen (volgens Rob Roemans, Het werk van Prof. Dr. A. Vermeylen. Analytische bibliografie (Amsterdam–Antwerpen, Wereldbibliotheek, 1963), p. 304) 'sécrétaire–adjoint' van de Cercle Universitaire was.
De briefwisseling die gevoerd werd naar aanleiding van deze zaak tussen Georges Dwelshauvers en hoogleraar Guillaume Tiberghien werd afgedrukt in het proefschrift van die eerste, Dwelshauvers, Psychologie de l'apperception et recherches expérimentales sur l'attention. Essai de psychologie physiologique (Brussel, E. Guyot, 1890). Het was dus dat doctoraat dat afgekeurd werd en naar aanleiding waarvan de hele rel was ontstaan. Zie nog de Journal des étudiants de l'Université de Bruxelles, jrg. II, nrs. 15, 16, 17, 18 en 22 (oktober 1890–maart 1891).
Toon volledige brief