<Resultaat 100 van 1419

>

Vriend!
Wilt ge mij gelooven? Stuur Krinkels naar de maan (franco) met z'n "vlaamsche karakters" en z'n "fransche truters". En vooral, kerel, laat uw werk niet steken, en werp niets in de stoof, uitgenomen de pampieren van den bovengemelden; laat uw stuk niet te lang rusten, en kom binnen kort met een meesterwerk vóor de pinnen, om al die spekslagers te verpletteren. De beoordeeling van La Princesse Maleine bevalt u niet?[1] Ik vind ze dom. Dwelshauvers deelt volop mijn gedachte. (A propos, heb ik u reeds gezegd hoe geestdriftig Dw[elshauvers] van u spreekt?[2] Hij heeft u "allercharmantst" gevonden.)
Wilt ge mij nog éens gelooven? Stuur ook naar de maan (altijd franco) den ouwen pâ Ramb[oux], den vader "wiens kind zooveel genie zou kunnen hebben".[3]
De Raet wil ik éens hartelik met de ooren trekken.
Ik bezit de Princ[esse] Maleine niet. 'k Zal dat aan Dwelshauvers vragen.
Houdt ge ook van chrysanthemen? Ik heb mijn kamer vol ruikers gestoken. Alle Japaansche potjes en Delftsche vaasjes van salon en slaapkamer staan op mijn tafel en mijn schapraai. En ik bezit zeldzame soorten, jongen, met kleuren als een dalende zon, in 't water. Ge ziet dat van hier!...
Binnen twee of drie dagen krijg ik een schat op den nek: hoeveel weet ik niet. Misschien tien frank, misschien veertig, misschien tachtig frank. Ik zit op heete kolen.... En dan zal er wat gebeuren! Ik hou een reservefonds van 25 fr[ank] en koop me met de rest boeken en etsen. Mijn ouwe kozijn bezit ook veel Moezelwijn, en uitmuntende Moezelwijn. Hij drinkt dat nooit (de smerelap!) en brengt er mij altijd mee (de brave kërel!). Hij wil me flesschen van 5 fr[ank] aan 1.25 fr[ank] laten! Indien ik genoeg geld krijg (indien!...), dan koop ik een voorraad van die gezegende fluiten, en dan... dan komt Mane dat eens met zijn vriend Dwelsh[auvers] en mij opslurpen!... Maar dat zijn allemaal droomen! Ik wacht de gebeurtenissen af met ongeduld!
Voor eenige dagen ging ik aan Edm[ond] De Geest een lezing vragen voor 't Taalverbond.[4] Da's 'ne man! Ik ben 1 1/2 u. met hem gebleven, en hij liet me zien welk aardig effect een straaltje van de winterzon in een beker vol Champagne maakt! Ja menheer: toen ik wegging, waren twee flesschen op zij gezet. Ik stond nochtans zeer dapper op m'n pooten na die gezonde oefeningen — ik geloof het ten minste. Ik trad zeer dapper de deur uit, nam een verkeerde straat, en ging zeer dapper dolen in 't vlakke veld!
Het studentenleven, schijnt mij, ziet ge door een roziggekleurde ruit. Student zijn is geen lot van luilekkerlanders, alhoewel nu de beweging geestdriftig wordt en me mêesleept. Ik heb hier eenige goeie typen gevonden, vooral bij de socialisten. Gisteren zijn we gaan (ge-15nen) mossels en "fritten" vreten in dien bak van de Beenhouwersstr[aat] die ons een souper aanbood (rrrappelle-toi!...) Ik heb me daar een bult gelachen. (da's een figuur). Een student heeft een voordracht gegeven. Titel: Essai sur la Respiration sous-cutanée des accordéons.
Binnen veertien dagen moet ik een voordracht geven over het mysticism van Gustave Flaubert" (dat is geen zwanzerij, natuurlijk).[5]
Bij de studenten nochtans vindt men ontzaglijk veel ouwe, stokouwe oesters. Student zijn, ik zeg het nog éens, is 't ideaal niet. Maar jong zijn, en het weten, en het voelen!... En daarvoor hebde me niets te leeren!
Dag, Mane
Gust

Annotations

[1] Mogelijk gaat het om de besprekingen die Lode Krinkels over Maurice Maeterlincks La princesse Madeleine publiceerde in Ons Tooneel op 19 en 26 oktober en 1 november 1890.
[2] Vermeylen bedoelt wellicht Jacques Dwelshauvers.
[3] Vermeylen bedoelt Mathilde Ramboux, die schreef onder het pseudoniem Hilda Ram.
[4] Tijdens de vergadering van de Brusselse groep van het Taalverbond op 20 november 1890 las Edmond de Geest twee bedrijven uit zijn toen onuitgegeven drama Elvira. Zie het Maandblad van het Taalverbond, jrg. I, nr. 8 (4 februari 1891), p. 79.
[5] Niet terug te vinden in de verslagen over de lezingen van August Vermeylen. Dat Vermeylen nochtans wel een lezing heeft gegeven, blijkt uit E. Goblet d'Alviella's overzicht van de geschiedenis van de Brusselse universiteit. Daarin vinden we expliciet de vermelding van Vermeylens lezing Le pessimisme de Flaubert, die hij gaf voor de Cercle des Etudiants en Philosophie.
Deze Cercle was door hemzelf en twee medestudenten gesticht tijdens de incidenten die zich afspeelden naar aanleiding van het geweigerde doctoraat van Georges Dwelshauvers (zie brief 98, noot 1 en noot 3). Zie E. Goblet d'Alviella, Université de Bruxelles pendant son troisième quart de siècle 1884–1904 (Brussel, M. Weissenbruch, 1909), p. 170.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Dwelshauvers, Georges (° Brussel, 1866-09-06 - ✝ Parijs ?/?/, 1937)

Filosoof.

Broer van Jacques Dwelshauvers. Studeerde aan de ULB. Verbleef lange tijd in Duitsland waar hij leerling was van W. Wundt (deed o.m. filosofie aan de universiteit van Heidelberg van april 1891 tot het eind van het zomersemester). Werd in 1892 te Brussel speciaal doctor in de wijsbegeerte met zijn thesis Les principes de l'idéalisme scientifique, nadat een eerste proefschrift Psychologie de l'apperception et recherches expérimentales sur l'attention. Essai de psychologie physiologique. gebaseerd op zijn onderzoekingen in het laboratorium voor experimentele psychologie van W. Wundt, op principiële gronden was geweigerd. Was achtereenvolgens hoogleraar aan de ULB (1893-1918), aan de Catalaanse Universiteit te Barcelona (1918-?) en aan het Institut Catholique te Parijs (vanaf 1925). Publiceerde studies over J. Lagneau, H. Bergson en F. Nietzsche. Interesseerde zich ook voor het toneel wat zich uitte in studies over H. Ibsen, een vertaling van Goethes Iphigenies (1903) en een bewerking van Lessings Nathan der Weise (opgevoerd in het Théâtre du Parc te Brussel, 1904); schreef zelf ook een drama Ino (1913), geïnspireerd op Oedipus koning van Sophocles.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Geest, Edmond De (° Lokeren, 1847-09-14 - ✝ Schaarbeek ?/?/, 1904)

Schrijver.

Behoorde met J.M.Brans, F.van Cuijck en R.Stijns tot de prozaschrijvers uit de overgangsperiode die aan Van Nu en Straks voorafging. Was leerling aan het St.-Jozefcollege te St.-Niklaas, later aan het St.-Barbara college te Gent. Beheerde gedurende enkele jaren de ellewinkel van zijn vader. Was militant liberaal en lid van de Gemeenteraad te Lokeren. Goede vriend van P.Benoit, E.Hiel, N.de Tière, A.de Vos en E.Blauwaert, die vaak bij hem aan huis kwamen. Schreef behalve toneel ook fabels en, het onderwerp van zijn sterkste toneelstuk De werkstaking (1880) hernemend, een tweedelige antisocialistische roman Dwars door 't leven (1887), die de aanleiding werd tot een felle en langdurige polemiek met M.Rooses. Verhuisde in 1890 naar Schaarbeek, waar hij lid was van het Willemsfonds en zich minder intensief met letterkunde bezighield.

Raet, Lodewijk De (° Brussel, 1870-02-17 - ✝ Vorst (Brussel), 1914-11-24)

Economist.

Studiegenoot van A.Vermeylen en J.Dwelshauvers op het Brussels Atheneum en aan de ULB, medestudent van J.Dwelshauvers, A.Walravens en H.Köttlitz in het Collegio dei Fiammenghi in Bologna (J.Jacobsstichting) in 1892-1893.

Ramboux, Cornelius (° Antwerpen, 1828-01-26 - ✝ Antwerpen, 1889-10-29)

Meester stoof- en kachelmaker.

Vader van Hilda Ram(boux). Behoorde tot de gegoede burgerstand en was een overtuigd Vlaming. Zetelde samen met o.m. Alphonse Belpaire in de Raad van Beheer van de Samenwerkende Spaar- en Kredietmaatschappij De Volksbank van het arrondissement Antwerpen.

Ramboux, Mathilda (° Antwerpen, 1858-10-31 - ✝ Antwerpen, 1901-07-12)

Eigenlijk: Ramboux, Mathilda.

Schrijfster.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Maandblad Van Het Taalverbond (° 1890 - ✝ 1895)

Op voorstel van H. Langerock (secretaris van de Brusselse groep) werd het Jaarboek van het Taalverbond vervangen door een maandelijks bulletin, waarin gedetailleerd verslag werd uitgebracht over de vergaderingen die in de diverse groepen werden belegd. De administratie berustte bij Fr. van Cuyck. In tegenstelling tot de Jaarboeken bevatten de Maandbladen geen literair gedeelte meer. In plaats daarvan gaf het Taalverbond jaarlijks minstens één werk van een van zijn leden in eigen beheer uit (b.v. Uit het leven door L. Smits en Volksgeneeskunde in Vlaanderen door A. de Cock).

Ons Tooneel (° 1890 - ✝ 1891)

Antwerps weekblad onder redactie van L. Krinkels (hoofdopsteller), E. de Bom en A. Vermeylen. Bracht informatie over de toestand van het toneel in binnen- en buitenland. Naast de drie redacteurs leverden verder nog bijdragen: J. de Bom (onder pseudoniem Zors), J.T. Grein, Panurge (pseudoniem van A. Vermeylen?) en enkele onbekenden (misschien, de redacteurs zelf) die schreven onder de pseudoniemen Ariestark, R. Cavalier, Diecsar Sandor. Van het tijdschrift verschenen zeventien nummers.

Naam - instituut/vereniging

Taalverbond, Het (° 1887 - ✝ –, 1900)

Liberale vereniging.