Reeds in De Boms Aanteekeningen IX van januari 1890 (bezit AMVC, p. 93) vindt men het plan tot De twee doctoren. Academische hanzerij in schuifkens. Het stuk zelf verscheen nooit, maar werd voorgelezen op het banket van het Taalverbond op 31 januari 1891 door Vermeylen en De Bom. In het Gedenkboek August Vermeylen schrijft De Bom hierover: "Ik had u anders willen vertellen van dat heuglijk banket van het Taalverbond te Antwerpen in Januari 1891, waar Vermeylen en ik, als Kees Droes en als Dr. Kwabbes optraden met een Academische Hanzerij in één schuifken en één prologe, uytghebeldt ende ghespeldt door "Dr. van Mane en Dr.Diets: het heette "De twee Doctoren". De knuppelverzen waren op één nacht door mij gebaard, Vermeylen had voor zijn deel een grandioze parodie, getiteld Symphonisch Monodrama, (ik hoop, hij bezit het nog?) dat hij met verbijsterende droog–komieke verve voordroeg; mijn broer Joris improviseerde de begeleiding aan de piano. Peter Benoit, die met de Geyter en Rooses, Gittens, Rosseels en natuurlijk met Pol de Mont (die pret had!) onder de tafelgasten was, heeft op zeker oogenblik, zoetjes berispend, zijn wijsvinger naar ons opgeheven ... Wij meenden 't waarachtig niet zoo kwaad. Die wijsvinger van Benoit echter, ik zie hem nog ..... Cet âge est sans pitié, niet–waar?". Zie E. de Bom, 'De jonge Vermeylen', in Gedenkboek A. Vermeylen (1932), p. 31.
Show entire letter