ANVERS
5 JANV 4-S 91
BRUXELLES 1
5 JANV 7-S 1891
Den Heere Gust Vermeylen
Pachécostraat 81
Brussel.
Pachécostraat 81
Brussel.
5 Januari 91.
Houwe!
Denk nu eens aan Ons Tooneel[1], he! Le Député Leveau en Ma cousine[2], zooniet 't bezoek van Joubert[3] of Jean Bart[4] in den Vl[aamschen] Schouwb[urg], gaven toch gelegenheid om wat te vertellen. Ziet ge ons dan niet krabbelen om er te geraken? Spoedig, zend ons weer zoo eens iets flitsends,philistervreterigs (hm!), — en schrijf me tevens een brief, waarin ge me de complimenten van Dwelshauvers doet. Wanneer verschijnt de Almanak[5]? — Gij komt toch naar 't banket[6], he? Ik zal zeer waarschijnlijk naar Siegfried[7] komen, zoo tusschen 25 en 30 dezer maand. Ik zag u "innig gaarne" te Antwerpen met Karnaval, d.i. begin Februari; we zullen de Kloosterstraat en Cie eens bezoeken. Dan ga ik de volgenden dag wellicht mee naar Brussel. Hier zal 't in den dag zeer mooi zijn! —
Pol van Mane.
Wanneer brief over Noodlot[8] enz[ovoort], dien ge beloofd hebt?
Annotations
[1] Op het ogenblik dat De Bom deze regels schreef, was Ons tooneel voor de laatste keer verschenen (nr.17, 4 jan. 1891).
[2] Le député Leveau van Jules Lemaître en Ma cousine van Henri Meilhac werden, zij het impliciet, reeds ter bespreking aangekondigd in Ons tooneel, I, nr. 3 (28 sept. 1890) in het artikel Het tooneel te Parijs, ondertekend Panurge (misschien een schuilnaam van A. Vermeylen; zie brief 115 (1890), noot 7). Ma cousine, dat speelde in de Parkschouwburg, werd o.m. besproken in L'art moderne, XI, nr. 2 (11 jan. 1891), p. 16. Van een opvoering van Le député Leveau in Brussel konden we geen spoor terugvinden.
[3] Volgens deel II van Paul Fredericqs Schets eener geschiedenis der Vlaamsche beweging (Gent, J. Vuylsteke, 1906, p. 61) bracht de Zuid-Afrikaanse generaal Piet Joubert een bezoek aan de Vlaamsche Schouwburg te Brussel in december 1890. Dat Joubert Brussel bezocht op 22 december 1890, blijkt uit De zweep, nr. 51 (21 dec.1890, p. 3), dat tevens meedeelde dat ter gelegenheid daarvan de 298ste opvoering plaatsvond van De Brusselsche straatzanger, een stuk van J. Hoste Sr..
[4] De Bom bedoelt waarschijnlijk de Franse socialist Jean Lombard, die o.a. L. Couperus voor zijn roman De berg van licht geïnspireerd heeft. Vermeylen vernoemt hem ook reeds onrechtstreeks in brief 99 uit 1890. Van een eventueel bezoek van Jean Lombard aan de Vlaamsche Schouwburg werd niets teruggevonden.
[5] Almanach des étudiants 1891. Almanach de l'Université Libre de Bruxelles. Brussel, Aux bureaux de la Revue Belge Illustrée, 1891. Zie brief 117 (1890).
[7] Men speelde de Franse versie van dit deel van Richard Wagners Der Ring des Nibelungen in de Muntschouwburg, van 12 januari tot 25 april 1891. Voor besprekingen van Siegfried, zie Iwan Gilkin: 'Siegfried', in La jeune Belgique, X (1891), p. 110–119; Henry Maubel, 'Siegfried', in La société nouvelle, VII, nr. 73 (31 jan. 1891), p. 41–51; Anoniem, in L'art moderne, XI, nr. 3 (18 jan. 1891), p. 19–20. Dat Wagners Siegfried sterk in de belangstelling stond, bewijst de verschijning van Maurice Kufferathss Siegfried (Brussel, Schott frères, 1891), waaraan een bespreking werd gewijd in L'art moderne, XI, nr. 12 (22 maart 1891), p. 95–96. Dit blijkt eveneens uit een parodie op Siegfried, getiteld Six-de-frites, die een zeer groot succes kende (zie La chronique van 24 januari en 19 februari 1891) en uit E. Clossons Siegfried. Etude esthétique et musicale (Brussel, Th. Lombaerts, 1891. Zie voor dat laatste L'art moderne, XI, nr. 4 (25 jan. 1891), p. 33. Voor de rolbezetting, zie La chronique van 11 januari 1891.
