Hoewel afkomstig uit de nalatenschap van August Vermeylen, blijkt uit de inhoud van deze brief en uit die van brief 18 dat dit hoogstwaarschijnlijk een brief is aan Emmanuel de Bom, die ter kennisgeving van de inhoud bij Vermeylen terechtkwam. Zie ook brief 24, noot 6 en brief 29, noot 10.
Toon volledige brief