<Resultaat 182 van 1419

>

Mon Cher Auguste
Ta lettre[1] m'a fait un terrible plaisir; depuis un mois et demi je me demandais avec inquiétude ce que tu devenais, et pourquoi je ne recevais pas d[e] tes nouvelles.
Je t'ai écrit le 3 ou 4 Janvier;[2] je me demandais si par hasard mon habituelle maladresse épistolaire n'aurait pas remontré un mot malheureux qui t'aurait froissé!
J'avais chargé Jacques[3] et Alfred[4] d[e] te sonder, d[e] voir si tu m'en voulais et pourquoi.
Enfin "Dieu soit loué" j'ai reçu d[e] tes nouvelles, et je suis rassuré au sujet d[e] mes intempérances de langage.
Tu parles d'une lettre que tu m'aurais écrite il y a un mois: es[-]tu bien sûr d[e] te rappeler juste? J'en ai absolument rien reçu.
Je t'écris sans avoir la moindre nouvelle à te raconter; je suis à Barvaux depuis samedi à cause des vacances du Carnaval, et je m'embête.
Et toi, que fais[-]tu? Bloques[-]tu tes cours? travailles[-]tu pour la Gloire (!) ou fais[-]tu la noce,.. ou cumules[-]tu les trois occupations?
J'espère que tu ne me laisseras plus aussi longtemps sans nouvelle; ton billet ne te délivre pas dela corvée d[e] m'écrire avant peu: je ne le considère que comme un de ces faibles soupirs que pousse un noyé qui commence à reprendre connaissance: les assistants ne se contentent pas d[e] cela.
Dis[-]moi ce que tu fais, ce que tu étudies, comment sont ceux qui t'entourent, et tout ce quise passe d[an]s ton ambiance. [2] Pour moi, je recommence mes cours — oh! en douceur: Ils sont pelants — et je travaille un peu philosophie et littérature — d[e] plus je lis haut pendant plusieurs heures par jour, pour préparer mes exercices du cours d[e] déclamation d[e] monsieur Monrose[5] et du lundi (ouf! quelle phrase! pends[-]toi, Bossuet)
Salut, mon vieil ami, je te remercie d[e] m'avoir enfin donné signe de vie..... et t'encourage dans cette voie: Jeune homme, .. [continuez].
Je te serre la main amicalement
Robert

Annotations

[1] Niet teruggevonden. Zie brief 1, noot 1
[2] Legros bedoelt waarschijnlijk zijn brief van 1 januari 1892. Zie brief 1.
[3] Jacques Dwelshauvers.
[4] Alfred Walravens.
[5] Geen informatie teruggevonden.

Register

Naam - persoon

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Legros, René Robert (° Barvaux, 1872-11-05 - ✝ Barvaux, 1933-07-29)

Geneesheer.

Liep school op het Athénée Royal van Luik en, van de vierde Latijnse tot de retorica, op het Brusselse Atheneum, waar hij bevriend raakte met o.m. A.Vermeylen, J.Dwelshauvers en L.de Raet. Studeerde nadien geneeskunde aan de UEL (1890-1897). Publiceerde verzen in de Almanach des étudiants. Almanach de l'Université libre de Bruxelles (1891).

Monrose, Jean François Eugène (° Parijs, 1817-04-07 - ✝ Brussel, 1899-03-19)

Voordrachtleraar aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Brussel, van 25/08/1881 tot 30/06/1892 Ridder in de Leopoldsorde.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Walravens, Alfred (° Tubize, 1872-11-15 - °)

Geneesheer.

Leerling aan het Brusselse atheneum met o.a. Vermeylen, De Raet, Dwelshauvers en Legros. Studiegenoot van J.Dwelshauvers, H.Koetlitz en A.Vermeylen aan de ULB. Verbleef van 1892 tot 1896 in Bologna met een Jacobsbeurs.