<Resultaat 423 van 1419

>

Mon cher Mane,
Je m'excuse d'avoir tardé à te répondre, mais je me trouve dans l état d'agacement d'un homme obligé d'étudier un examen qui l'ennuie,[1] quand il voudrait s'occuper de choses bien différentes. Je bloque, j'ai les nerfs malades, le cerveau disloqué & je suis de fort méchante humeur. Tu le vois, je n'aurais pas fait un spectateur attentif ni même résigné & j'aurais peut-être fort mal reçu la musique de Peter Benoît![2]
Aller au théâtre m'est quasi une corvée: si la pièce est mauvaise, je ne suis pas satisfait; & si elle est bonne elle émeut outre mesure, m'exacerbe les nerfs: j'en deviens malade! Me voilà aussi sensible qu'une jolie femme, sans avoir les agréments de la position.
Je suis obligé de me soumettre à un régime bénéficiant, d'éviter toute excitation physique ou psychique: je ne bois plus rien, je ne fume plus la moindre cigarette, j'ai enfermé les "Diaboliques" de Rops[3] de peur qu'elles ne m'inspirent de coupables divagations cérébrales! Je roule dans ma tête des pensées ténébreuses & je prends la fuite quand je vois un médecin.
Dans ces conditions tu conçois que je ne touche plus guère à "mon enfant"[4] comme tu dis: il est né viable, mais est encore très mal léché, comme un jeune ours! Au commencement de février j'ai appor[té] sous la dernière ligne le glorieux mot FIN. Puis j'ai donné une grande lecture à Gust, qui s'est déclaré satisfait de certains passages & m'a conseillé de remanier & de supprimer bien des choses.[5] Depuis je n'ai eu ni le temps, ni la force de pratiquer ce travail de... bûcheron. J'ai trop de choses dans la tête & pas le [2] loisir de les exprimer. Je n'ai pas moins de 5 projets de roman jetés sur le papier, sans parler des nouvelles, poèmes en vers & en prose, etc!!
Devant cette accumulation de besogne, je m'étends & dors.
Tout ceci me fait oublier le point principal de ma lettre: mon incursion à Anvers[6] n'est que partie remise, je serais très heureux de causer avec toi quelques heures: je m'arrangerai avec Gust à ce sujet, puisqu'il est toujours en correspondance suivie avec toi! Je viendrai peut[-]être au Volksfeind, à moins que cette représentation[-]là aussi ne soit remise?![7]
Comment vont tes propres oeuvres littéraires? Et la Vlaamsche School? J'y ai lu l'article de Gust sur Meunier;[8] c'est très bon. Il a l'intention de corser son compte rendu des XX.[9] Est-ce que Max Rooses et Buschmann ne reculeront pas d'horreur?[10] La lutte des éléments jeunes contre les parvenus de la littérature est ardente partout & son issue n'est pas douteuse.
A propos du Canard sauvage[11] il y a eu ici une bien réjouissante éjaculation d'articles bêtes: ce que les princes de la critique ont pataugé! & ce que la grosse majorité du public a été ahuri par la pièce, tu peux le concevoir. Allons! il y aura encore des jours réjouissants -- les jours où l'on prend le parti de rien de toute la bêtise ambiante!
Sur ce, au revoir, mon cher Mane. Et à bientôt, j'espère.
Bien cordialement à toi,
Jacques
P[ost Scriptum] Rectification pour rectification: Ce n'est pas rue de l'abbaye 61 mais 65 que je demeure.
J[acques ]D[welshauvers]

Annotations

[1] Jacques Dwelshauvers studeerde op dat ogenblik natuurwetenschappen aan de ULB (Zie het Répertoire contenant par ordre alphabétique, les nom de tous les élèves qui ont été portés aux rôles des inscriptions de l'Université Libre de Bruxelles pendant la seconde période trentenaire 1864/1865 - 1893/1894).
[2] Het stuk Karel van Gelderland van Frans Gittens met muziek van Peter Benoit, dat in de Nederlandsche Schouwburg van Antwerpen zou opgevoerd worden. Zie ook brief 67, noot 1.
[3] Dwelshauvers bedoelt het volgende werk: Jules Barbey d'Aurevilly, Les diaboliques (Paris, E. Dentu, 1891), met sterkwateretsen van Félicien Rops. Er komen er 8 in voor: 2 met titel: 'La Femme et la Folie dominant le monde' en 'Le rideau Cramoisi' tussen de pagina's 6 en 7; 'Le plus bel amour de don Juan' (tussen 80 en 81); 'Le bonheur dans le crime' (tussen 250 en 251) en 'La vengeance d'une femme' (tussen 336 en 337). De laatste zes dragen dezelfde titel als de opgenomen teksten.
[6] Jacques Dwelshauvers had aan Emmanuel de Bom beloofd om met August Vermeylen naar Antwerpen te komen om samen naar de schouwburg te gaan. Zie brief 67, noot 1.
[7] Een vijand des volks werd niet opgevoerd. Zie brief 3, noot 4.
[8] August Vermeylen, 'Constantin Meunier', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 39-43.
[9] Dwelshauvers bedoelt: August Vermeylen, 'De XX te Brussel', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 73-75. Dit artikel werd in het tijdschrift gedateerd op 4 mei. Het is tezelfdertijd een repliek op een negatieve kritiek, over de tentoonstelling (zie [10]).
[10] Vermeylen zal aan Jacques Dwelshauvers zijn vrees uitgesproken hebben dat Rooses of Buschmann zouden snoeien in zijn artikel over de XX. Zie ook brief 35, noot 7 en brief 85, noot 8 en noot 9.
[11] De groep van het Théâtre libre d'Antoine gaf in Brussel een reeks voorstellingen. Zie brief 58, noot 3.

Register

Naam - persoon

Barbey D'aurevilly, Jules-amedée (° Saint-Sauveur-le Vicomte, 1808 - ✝ Parijs, 1889)

Schrijver en criticus.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Buschmann Sr., Paul (° Antwerpen, 1816-01-01 - ✝ Antwerpen, 1909-11-20)

Drukker-uitgever.

Lid van de Liberale Vlaamsche Bond, waarvan hij afgevaardigde was in de Provincieraad. Nam van 1870 af samen met zijn broer Gustave de leiding waar van de drukkerij-uitgeverij van zijn vader J.-E. Buschmann († 1853). Gaf o.m. VS uit, dat hij na de dood van D.van Spilbeeck (1877) tot 1896 samen met P.de Mont ook leidde; ook de tweede reeks van Van Nu en Straks (1896 - 1901) nadat hij reeds in 1892 het prospectus voor de eerste reeks had gedrukt, werd door zijn persen verzorgd. Zijn uitgaven, vaak met bibliofiele waarde, bezorgden hem de faam op het einde van de 19de eeuw van Antwerpen een middelpunt van drukkunst te hebben gemaakt.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Gittens, Frans (° Antwerpen, 1842-12-17 - ✝ Antwerpen, 1911-06-26)

Toneelschrijver, bibliothecaris en politicus.

Meunier, Constantin Emile (° Etterbeek, 1831-04-12 - ✝ Elsene, 1905-04-04)

Beeldhouwer, schilder en graficus.

Vader van Karl Meunier.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Rops, Felicien-joseph-victor (° Namen, 1833-07-07 - ✝ Essones (bij Parijs), 1898-08-23)

Beeldend kunstenaar.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Titel - krant/tijdschrift

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Naam - instituut/vereniging

Nederlandsche Schouwburg Van Antwerpen (° 1853 - °)

Theatre-libre (° 1887 - ✝ –, 1896)

Parijs theater.

Werd opgericht door A.Antoine, die vernieuwing wou brengen in het in conventies vastgelopen Parij se schouwburgleven. Het specialiseerde zich in het brengen van niet eerder vertoonde of weinig gekende stukken hetzij van buitenlanders (b.v. Tolstoj, Toergenjev, Ibsen, Strindberg), hetzij van eigen jonge debuterende auteurs of van auteurs uit de naturalistische school, van wie het werk elders niet aan bod kwam. Behalve een afwijkend repertoire, hield Antoine er ook eigen regieopvattingen op na: zo moesten zijn acteurs alle rollen spelen (i.t.t. de officiële theaters waar men typerollen speelde) en moesten hun kostumering, spel en diktie zo natuurgetrouw mogelijk zijn. Het Théâtre-Libre kende onmiddellijk grote bijval. Zijn faam verspreidde zich snel over Europa, zodat nog voor het einde van de eeuw op verschillende plaatsen gelijkaardige theaters werden opgericht, zo o.m. te Berlijn en Zürich (Die Freie Bühne) en te Londen (The Independent Theatre). In 1896 werd het door Antoine zelf omgevormd en herdoopt in Theâtre-Antoine, dat - zij het met meer omzichtigheid en zin voor zakelijk succes - de traditie van het Théâtre-Libre voortzette.

Vingt, Les (° 1884 - ✝ 1894)

Brusselse avant-gardistische kunstkring.