<Resultaat 397 van 1419

>

Waarde de Bom!
[1]
Hierbij, als bewijs van mijn goeden wil, nog 3 stukken voor uw supplement.[2] Zeg nu nog, dat ik het niet goed meen met uw onderneming.
Alleen, alle 3, samen met het stukje: Waar zult gij, in hetzelfde nr opnemen, hoor, en mij proef zenden zonder fout.[3] Daarop reken ik volstrekt. Hierbij een briefje dat ik voor u sedert 10 dagen al had gereed gelegd.[4]
Aanbevolen de bede: iets van U voor Z[ingende Vogels].
N[ota Bene] Couperus & van Nouhuys ook geven een mooi stuk.[5] 't Is echter tijd, hoor! Spoed u dus a.u.b.
Uw
Pol de M[ont]

Annotations

[1] De brief moet worden gedateerd omstreeks maart-april 1892. De vier gedichten waarvan sprake in de brief verschenen immers die in het bijblad bij het vierde nummer van De Vlaamsche School (zie [3]). De verschijningsdatum van dat nummer valt rond half april — zie brief 84, noot 2 en noot 3. Vermits De Bom eind maart nog kopij inzamelde voor het bijblad (zie brief 70, noot 11) moet deze brief op het einde van maart of het begin van april gesitueerd worden.
[2] Het bijblad van De Vlaamsche School.
[3] De vier gedichten uit Claribella die De Mont aan De Bom stuurde ter publicatie in het bijblad van De Vlaamsche School. Ze verschenen in De Vlaamsche School van 1892. Zie Pol de Mont, 'Uit Claribella', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 66-67. Deze aflevering De Vlaamsche School was circa 15 april 1892 verschenen als nr 4. In Pol de Mont, Claribella (Utrecht, J.L. Beyers, 1893) stonden de genoemde stukjes niet bij elkaar. De gedichten die met de woorden 'Niet dikwijls (...)' en 'Ik ben als een pelgrim' begonnen, respectievelijk nr. I en nr. IV in De Vlaamsche School (p. 66-67), verschenen in Claribella bij een groep van 35 gedichten onder de titel 'I. Flos veneris' als nr. I en nr. XIV, respectievelijk op p. 15-16 en op p. 34. Het gedicht dat begon met de woorden 'Slechts voelen', nr. II in De Vlaamsche School (p. 66-67) was nr. III van de uit drie gedichten bestaande genoemde verszang op p. 7-8 in Claribella. Het door De Mont genoemde stukje 'Waar zult gij...', nr. III in De Vlaamsche School (p. 67), was nr. VII van de 30 gedichten van 'Lilium Asphodelium' in Claribella (p. 153-154).
[4] Niet teruggevonden.
[5] In Zingende Vogels, II, 1891, 2de stuk (1892), p. 102-115 zal 'De Laatste' van De Bom verschijnen. Van Willem van Nouhuys verscheen daarin 'Tante Mary' (p. 106-114), ondertekend: 'Den Haag, 4 Februari '92. W[illem Gerard] van Nouhuys, te 's Gravenhage'. In het volgende deel verschenen van Louis Couperus 'Fragmenten uit Johannes' Apocalyps' (III, 1891, 3de stuk (1892), p. 15-20), ondertekend: 'Louis Coupérus, te Hilversum. Den Haag. '88'.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Mont, Maria Polydoor Karel De (gen. Pol) (° Wambeek, 1857-04-15 - ✝ Berlijn, 1931-06-29)

Schrijver, kunsthistoricus en journalist.

Nouhuys, Willem Gerard Van (° Zaltbommel, 1854-07-22 - ✝ Den Haag, 1914-08-31)

Schrijver en criticus.

Titel - krant/tijdschrift

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Tijdschrift dat bestond uit "oorspronkelijke bijdragen van hedendaagsche dichters, verzameld door Pol de Mont" en dat verscheen in 1891 - 1892 (4 nummers) en 1895 - 1896 (eveneens 4 nummers). Het tijdschrift waarin o.a. bijdragen van A. Peaux, J. Winkler Prins, J. Adriaensen, P. Anri, J. de Geyter, H. Swarth, P. van Langendonck, A. Vermeylen, L. Buyst, C. Buysse, E. de Bom, L. Opdebeek verschenen, werd gedrukt te Hasselt bij drukkerij Winand Klock.