<Resultaat 439 van 1419

>

Houwe,
Ik heb dezen morgen de Vlaamsche School ontvangen.[1] Och arme! het is zoo middelmatig proper, bedaard en vervelend! Franck's artikel is heel goed,[2] & de verzen van Simons zijn beter dan gij het raden liet.[3] Maar dat "historeke"(in Brussel zegt men: "vertrekselke") van Van Cuyck!!![4].... Hij schrijft lijk een bakkersgast. Het onderwerp van zijn koffersgeschiedenis werd al bewerkt vier eeuwen voor Christus. Maar er zijn eenige eigenaardig opgemerkte details: b.v. de redekaveling over korte en lange koffers (50 centimeter op de Zwitsersche en Italiaansche spoorwegen).
En dan die koperplaat![5] In welke wereld van 50 cent. lang leeft die Buschmann, om de alledaagschheid van "zulkdanige" machienen niet te bemerken.
Het doek van Farasijn was misschien heel goed,[6] maar op de teekening kan ik alleen het onderwerp beoordeelen. Jaak[7] zal eens colossaal lachen toen ik hem dat zal toonen: iedermaal dat we met ons twee naar buiten gaan wandelen ontmoeten we de een of andere "idylle", er dan hebben we altijd een mooi pleizier met de herinnering aan de officieele ververs die dat laatste-nieuw nog gebruiken (o.a. Bastien-Lepage).
Ik heb een derden brief ontvangen (met 2 taalfouten maar ditmaal) van Signor Buschmann. Hij wil het eerste gedeelte van mijn artikel niet opnemen,[8] omdat het een "pleidooi" is, waarop een medewerker van de Vl[aamsche School] zou kunnen antwoorden![9] Ik geef natuurlijk niets meer, en heb dien kerel een brief gezonden, waarvan ik het brouillon hierbij voeg[10]
[2]
De teekeningen moeten natuurlijk verschijnen.[11]
In "Tybert de Kater" van gisteren waren eenige versjes over ons en het decadent-worden der Vl[aamsche School].[12] Kunt ge mij geen nr afzenden?
Donderdag gedineerd met Victor Dwelshauvers (die over muziek schrijft en van Rusland komt), Em[iel] Verhaeren en Erasme Raway, de componist. Die Raway is de uitmuntendste type dien ik ooit gekend heb. In den tijd was hij een abt, maar hij kwam in opstand met den bisschop, verloor zijn geloof, werd positivist en liet eindelijk de geestelijkheid schieten, om alleen aan kunst te doen. Hij heeft een verrassende eruditie in wijsbegeerte, oude talen, kunsten, enz. Een caracteristiek iets: als hij zich met iemand bevindt die "in zijn botten is", dan wil hij niet slapen gaan vóór 3 u. 's morgens. Donderdag ben ik met hem heel laat gebleven. Rond 1 1/2 vonden we nog één staminee open. Maar de baezin ging sluiten en de stoelen stonden al op de tafels geschikt. We zijn gaan zitten onder den eenigen gasbek die nog brandde en — ó de neus van de baezin! — we begonnen heel gerust een oneindige discussie over metaphysiek, ontologie, de Summa van St Thomas van Aquino, enz. enz.
Ik heb hem van Mortelmans gesproken, dien hij niet kent. Alhoewel ik misschien den "Boerendans"[13] — zooals gìj dien uitlegt — niet genieten zou. Dat schijnt me van die beschrijvende muziek, — die me nooit geestdriftig maakt — met procédés als "de wilde winden waaien" van Hiel, en de klokkenklank in een van mijn gedichten.[14]
Hebt ge al "versleten" van den Toon gelezen?[15] Ik nog niet. Maar... T'Sjoen heeft me gezegd dat het heel goed was. Dus! ...
Gisteren een goeien avond doorgebracht, in de Distel. Dr Am[and] de Vos, Pol Anri, Vercoullie waren uitgenoodigd om een lezing te geven, alsook een zekere m'neer Prenau van St Truiden (dàt inviteeren ze!!). Flachet moest ook komen spreken (over... Letterkunde en Politiek!), maar wij moesten zijn afwezigheid diep betreuren.[16]
Wazenaar las de reclame-inleiding van zijn nieuw boek:
[3]
Een officier geworgd in het Belgisch leger (niet lezen: een officier geworst...) Het is een persoonlijk pamflet onder den vorm van een roman. In die machienen is de kunst altijd maar bijzaak. Eenige bladzijden nochtans zijn nijdig-schoon geschreven.
Ik wilde voorgesteld worden door Brans, om Waz[enaar] te intervieweeren, maar Brans weigerde. Hij vindt dat Buschmann ons zonder aarzeling aan de deur moest werpen.
Pol Anri heeft alleronbeduidendste dingetjes gelezen in den trant van Jean-Baptiste Rousseau of Lefranc de Pompignan. Hij sprak daarin van "Phoebus' gloed" en "Philomele's klacht". Alles "grauw en flauw". En banaal!
Emm[anuel] Hiel was daar... en Brans presideerde. Ge weet dat het twee aartsvijanden zijn. Alle tien minuten werd er eens getwist.[17] Hiel beoordeelde heel luid de stukken, gedurende de lezing. Pol Anri las "Stella d'amore", een sonnet. En een barsche stem kwam breedgalmend uit den baard van den bard: "Waarom kun-de dat in 't Vlomsch ni zeggen?" Van tijd tot tijd, in de groote stilte waarin alleen de stem van P[ol Anri] zong, hoorde men klinkend vallen, altijd van uit dien smerigen baard: "Wèl! — heel wèlll! —" Kortom, een echte vaudeville.
Maar het gelach werd homerisch, toen bovengemelde m'neer Prenau optrad, en zegde dat hij ook zijn "voyske" zou laten hooren na "de gevoelige poezie van Mijnheer Anri, en...... de nachtegaalszangen (!?!?) van Mijnheer De Vos" (sic). En toen, toen werd er iets ongehoords uitgegalmd, het allerslechtste en allerbanaalste waarvan ik ooit kennis kreeg. De Prenau (een boerenjongen met een dikken kop gefriseerd en gepommadeerd als van een haarkappersgast) las onder and[ere] een ode met het volgend refrein:
Och! Clotiltje, zoet Clotiltje!
Breng mij nog een potje bier!

Na het lezen van een twintigtal verzen was heel de zaal aan 't schateren en aan 't giegelen en aan 't proesten. Ik werd er ziek van. Brans zelf kon niet ernstig blijven (hoewel hij me [4] later gezegd heeft dat ik "die gezonde poezie" niet genieten kon). Er klonken St Truidensche naïveteiten in dezen trant:
Voor een kus, o zoet Clotiltje,
gaf ik gaarne een emmer bloed!

Een geërgerde stem: oh! oh!... — Ik, met het stemgeluid van Maantje: "Wèlll!" — Ik dacht dat we daar aan de deur gingen vliegen.
Ik heb nog dit opgemerkt. (Die Prenau wilde zeggen dat de meisjes van St Truiden geen poppen zijn en veel kunnen werken):
Ons meisjes, zij zweeten ferm,
Geen meisjes kunnen 't beter!

O! de gezonde poezie!!
Hadden we ons blad, we lieten die gedichten daarin verschijnen.
Van dat blad gesproken: ik ben het niet eens met u. In een tijdschrift moet vooral zuiver kunstenaarswerk verschijnen, en we kunnen dat niet vullen met ons proza. We zouden daarin niets dan fragmenten plaatsen. Een blad, in tegendeel, kan gevuld worden met critiek. Het is vooral de critiek die ons muf wereldje moet omwoelen. We zouden moeten een blad hebben dat alle weken of alle twee weken zijn woordje zou zeggen. En met teekeningen: dat lokt aan, dat kost niet veel duurder en dat verhoogt den abonnementsprijs. Een blad kost ons minder, en zou meer abonnenten hebben, dan een tijdschrift.
Voor mij, bestaan er maar twee uitgaven die recht op hun pooten zouden staan:
  • 1° dat blad, om te strijden en onze gedachten te verspreiden
  • 2° een tijdschrift dat maar tweemaal per jaar zou verschijnen, onder den vorm van een bundel met ernstig werk. Dan zouden we niets dan ernstig werk leveren, en geen fragmenten.
Op elk boekdeel zou 1 men afzonderlijk inschrijven, daarmee zouden 2 de abonnés niet gefopt worden. We zouden 3 kunnen beginnen met het uitgeven van zoo een bundel, waarin we eenige artikels zouden 4 plaatsen over de kunstbeweging in het jaar, en mijn literair onderzoek. Ik geloof dat het zou 5 gerucht maken. Daarna komen we voor de pin met ons blad.
[5]
Hoe vindt ge dien titel (voor 't boek): Eenigen van nu en morgen. En voor 't strijdblad: Het voorste bootje?
Aperpooo, ik heb nog niets ontvangen van C[yriel] Buysse. Ik hoor ook niet meer spreken van Simons.
— Ik heb Axël gelezen, van Villiers de l'Isle-Adam.[18] Dat heeft me zoo hoog geplaatst boven de onbeduidendheid van ons wereldje dat ik naar beneden keek met medelijden. Men zal toch eens erkennen — enfin! — dat die Villiers een der grootste genieën van onzen tijd is.
Ik heb ook Ruysbroeck gelezen. De inleiding van Maeterlinck is meesterlijk.[19] Sedert eenigen tijd lees ik veel mystiekers. In die zoogezegde "nevelachtige" mystiekers vindt men misschien nog de klaarste waarheden. Maar vertel dat eens aan menschen die alleen in het wezenlijke bestaan en niets anders kunnen zien in het leven!
— Ge schrijft me dat ge alle avonden bij uw Dulcinea zit... Hi! hi! hi ! ....
Geen nieuws meer van Léo. De "gelukkige vader" wacht met kalmte de gebeurtenissen af.
— Hebt ge nog niet kunnen vernemen welke de oeconomiekste wijze is om van Antwerpen naar Lisboa ofte Lisbonne te varen? Dat is voor u geen groote moeite.[20]
Schrijf me eens dees week meer dan ge sedert veertien dagen gedaan hebt.
Poot van Gust.
P[ost Scriptum] — Nog een herinnering: gisteravond, in zijn einde-speech, sprak Brans een pleizierigen lapsus uit: "... wat de heeren de Vos, Anri, Vercoullie en Prenau hier dezen avond gepleegd hebben... enz."!

Annotations

[1] Vierde aflevering van de vijfde jaargang, met het bijblad.
[2] Tweede gedeelte van 'De XIII en het realisme' (ondertekend F.) liep van p. 59 tot en met p. 64.
[3] Bergh de Leeuw, 'Oude Jaar', 'Rust' en 'Stemmen van liefde (Fragment)', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 67-69. Voor de verklaring van het pseudoniem, zie brief 23. Vermeylen wist dus blijkbaar wie er achter het pseudoniem Bergh de Leeuw schuilging.
[4] Frans van Cuyck, 'De Waaier', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 71-72.
[5] Frans Lauwers, 'Zeeuwsche', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), tussen p. 72 en p. 73. Op het einde van de vierde aflevering. Naar een schilderij van Eugène Joors.
[6] Tekening naar het schilderij van Edgar Farasijn, 'Eene Idylle', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 63.
[7] Dwelshauvers.
[8] Hij bedoelt zijn artikel over de XX.
[9] Waarschijnlijk bedoelt Vermeylen Max Rooses. Immers, in brief 58 schrijft Vermeylen: "Max Rooses heeft de XX gezien en is er woedend uitgekomen. Wat zal hij dan zeggen van mijn artikel?" Vermeylen wil niet meer meewerken aan de De Vlaamsche School, en dit zal inderdaad zijn laatste artikel blijken. Het zal hem nochtans niet beletten om met Buschmann te onderhandelen voor de uitgave van Van Nu en Straks, later op het jaar.
[12] Zie ,[Anoniem], 'Dynamiet', in: Tybaert de Kater, II, 35 (17 april 1892), p. 2 luidt als volgt:
O! blonde pedantje, ô Mane de Bom,
Wat rommelt gij deerlijk ons letteren om!

Wat heeft, ô nieuwlichters, ons taal u gedaan,
Dat ge haar zoo modern in 't bakhuis komt slaan?

Met néologismen, gezocht en verdraaid,
Die gij Paul Bourget achterna papegaait!

Uw zangen, die snorren lijk kevers in Mei,
Doch minder gewicht en min zangrig dan zij?

De oûw Vlaamsche School wordt, door u, meer en meer
Décadentissiemer, naar uitheemsche leer!

Door Simons (Lowie) tot génie geavanceerd,
Denkt gij vast, ô Mane! dat niets meer u deert!

Met Gustje Vermeylen en Buysse (Cyril),
Meent gij wel te wezen van Vlaanderen de spil!

En, och arme! eilacie! heel uw triniteit
Mist nikske zoozeer als oorspronkelijkheid.

O Mane! 't is tijd nog, keeromme den boeg:
Pedanten die zijn er al meer dan genoeg!...


[13] Boertige Optocht, orkest door Lodewijk Mortelmans. Zie J.L. Broeckx, Lodewijk Mortelmans (Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven, Uitgeversmij. Standaard-Boekhandel, 1945), p. 329; 331 en 238, voetnoot 1.
[14] Zie August Vermeylen, 'Klokken in 't Avondgrauw', uit de cyclus 'Te Brugge', in: Zingende Vogels, II, 2de stuk (1891), p. 87-88.
[15] Antoon Moortgat, Versleten (Gent, J. Vuylsteke, 1892). Uitgave van het Taalverbond, nr. 5.
[16] De volgende lezingen werden gehouden: Jozef Vercoullie, 'Uitkomsten der Taalwetenschap'; Pol Anri, 'Het daghet in den Oosten — Zij brengen alles den Mannon ten offer — Een klinkdicht — Het Woud — Een zweepslag — Ontucht — Onze vader die in de hemelen zijt — Verboden vrucht — Uittreksels uit 'Mysta Sciclus': "Stella d'Amore" — Onmacht — Serenade — Minacht — De Vlinder (een klinkert) — De wolk — De zee — Quatuor klinkdicht; Am. de Vos: de inleiding van zijn boek in druk: 'Een officier geworgd in het Belgisch leger'; Prenau (de schrijfwijze van Vermeylen is verkeerd): Kwiet — Pirrewiet — De blauwe Doffer — Roosje — Clotildje met haar bier — Doodzonde — Onze Meisjes — Boudewijn en Judith. Zie het verslag van het Kunstgenootschap De Distel, Buitengewone zitting van 16 april 1892. Voorzitter Brans. (AMVC, D531/D, zonder nummer (1892), f° 162°-V°.
[17] Hierover staat niets in het verslag van de vergadering.
[18] Comte de Villiers de l'Isle-Adam, Axël (Paris, Quantin, 1890).
[19] Maurice Maeterlinck, L'ornement des noces spirituelles, de Ruysbroeck l'admirable, traduit du Flamand et accompagné d'une introduction (Bruxelles, Paul Lacomblez, 1891).

Register

Naam - persoon

Anri, Polydoor (° Gent, 1865-04-20 - ✝ Gent, 1953-07-21)

Onderwijzer, schrijver en journalist.

Toonde zijn leven lang belangstelling voor de folklore. Werkte reeds vanaf 1888 mee aan Volkskunde. Was als onderwijzer en hoofdonderwijzer verbonden aan de Gentse stadsscholen. Was van 1901 tot 1921 directeur van het Gentse Weeshuis. Privéleraar van Karel van de Woestijne, wiens dichterschap hij mee zou hebben gestimuleerd. Hield zich ook bezig met volksopleiding: was gedurende meer dan 50 jaar actief als bibliothecaris van het Algemeen Bestuur van het Willemsfonds waarvan hij ook algemeen secretaris was.

Behoorde in 1911 tot de medestichters van de Koninklijke Toneelschool (Gent) waar hij zelf ook les gaf. Schreef gedichten, verhalen en toneelstukken, meestal voor de jeugd. Werkte mee aan talrijke tijdschriften, dag- en weekbladen o.a. aan Het volksbelang, Nederlandse Dicht- en Kunsthalle, De Vlaamsche Kunstbode, De toekomst, Tijdschrift van het Willemsfonds en De Vlaamsche gids, waarvan hij jarenlang redactiesecretaris was.

Bastien-lepage, Jules (° Damvilliers (Meuse), 1848 - ✝ Parijs, 1884)

Schilder.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bourget, Paul (° Amiens, 1852 - ✝ Parijs, 1935)

Schrijver en criticus.

Brans, Jan Mathijs (° As, 1853-10-02 - ✝ Eppegem, 1940-03-13)

Leraar en letterkundige.

Buschmann Sr., Paul (° Antwerpen, 1816-01-01 - ✝ Antwerpen, 1909-11-20)

Drukker-uitgever.

Lid van de Liberale Vlaamsche Bond, waarvan hij afgevaardigde was in de Provincieraad. Nam van 1870 af samen met zijn broer Gustave de leiding waar van de drukkerij-uitgeverij van zijn vader J.-E. Buschmann († 1853). Gaf o.m. VS uit, dat hij na de dood van D.van Spilbeeck (1877) tot 1896 samen met P.de Mont ook leidde; ook de tweede reeks van Van Nu en Straks (1896 - 1901) nadat hij reeds in 1892 het prospectus voor de eerste reeks had gedrukt, werd door zijn persen verzorgd. Zijn uitgaven, vaak met bibliofiele waarde, bezorgden hem de faam op het einde van de 19de eeuw van Antwerpen een middelpunt van drukkunst te hebben gemaakt.

Buysse, Cyrillus Gustave Emile (° Nevele, 1859-09-20 - ✝ Afsnee, 1932-07-25)

Schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks.

Gehuwd met de Nederlandse Nelly Dyserinck op 01/10/1896.

Cuyck, Frans Jan Van (° Antwerpen, 1857-06-04 - ✝ Antwerpen, 1952-10-21)

Leraar en letterkundige.

Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)

Kunsthistoricus en militant anarchist.

Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.

In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.

In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.

Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.

Dwelshauvers-dery, (felix-) Victor (° Luik, 1869-02-20 - ✝ Luik, 1915-02-22)

Ingenieur, fysicus, filosoof en musicoloog.

Zoon van de Luikse hoogleraar Auguste-Ernest-Victor Dwelshauvers-Dery, neef van Jean Jacques en Georges Dwelshauvers. Begon met ingenieursstudies aan de universiteit van Luik. Liet zich daarna inschrijven aan de universiteit te Leipzig (december 1888), om verder fysica, filosofie en musicologie te studeren. Promoveerde in 1891 op het proefschrift Grundlage einer neuen Methode der Schallstärkemessung. Werd in 1900 werkleider en in 1902 repetitor aan de universiteit van Luik. Publiceerde een aantal werken over R. Wagner. Schreef verder ook een Analyse des timbres de la voix (datum ons onbekend) en, in samenwerking met de Servische consul Joé Hogge-Fort, een economische studie L'Espagne nouvelle (1903).

Farasyn, Edgard (° Antwerpen, 1858-08-14 - ✝ Antwerpen, 1938-03-22)

Schilder.

Franck, Louis (° Antwerpen, 1868-11-28 - ✝ Wijnegem, 1937-12-31)

Advocaat en politicus.

Gaesch, Clara Joanna Maria (° Königsberg (Pruisen; thans Kalingrad, USSR), 1866-02-23 - ✝ – Antwerpen, 1895-03-14)

Cafézangeres.

Was ongehuwd en werkte tot 1891 in The Music Hall aan het Falconplein. Op het ogenblik dat ze een relatie had met Emmanuel de Bom, verwachtteze een kind, dat in 1895 een tijdlang bij De Boms zuster Jeanne werd opgenomen. Een zuster van Clara, Augusta, werkte ook als zangeres in de Statiestraat en zou in 1895 in Kopenhagen hebben verbleven. Clara's laatste adres was Dambruggestraat 85, Antwerpen.

Hiel, Emanuel (° Sint-Gillis-Dendermonde, 1834-05-31 - ✝ Schaarbeek, 1899-08-27)

Letterkundige.

Joors, Eugène (° Borgerhout, 1850-02-20 - ✝ Berchem, 1910-10-23)

Schilder.

Lauwers, Frans Henri (° Antwerpen, 1854-02-25 - ✝ Ekeren, 1932-07-12)

Kopergraveur en etser.

Lefranc, Jean Jacques, Marquis De Pompignan (° Montauban (Tarn-et-Garonne), 1709 - ✝ Pompignan (Gard), 1784)

Schrijver.

Vestigde zich, na een rechterlijke betrekking in Montauban, te Parijs, waar hij spoedig roem verwierf. Door zijn verdediging van het Christendom tegen de Encyclopedisten (o.a. Voltaire) kwam hij met hen in zo'n erg conflict, dat hij zijn zetel in de Académie Française moest opgeven en terugkeren naar zijn landgoed in Montauban. Schreef vertalingen van de treurspelen van Aeschylos en van de Georgica van Vergilius. Eigen werk: o.a. het reurspel Dido en Poésies sacrées (beide 1734). Het tweedelig verzameld werk verscheen te Parijs in 1813.

Moortgat, Antoon (° Antwerpen, 1862-05-10 - ✝ Braunschweig, 1927-03-23)

Leraar, uitgever, schrijver en journalist.

Mortelmans, Lodewijk (° Antwerpen, 1868-02-05 - ✝ Antwerpen, 1952-06-24)

Componist.

Broer van Frans Mortelmans.

Prenau, Steven Lambrecht (° Aalst (St.-Truiden), 1866-09-02 - ✝ Bilzen, 1929-10-23)

Onderwijzer, schrijver en publicist.

Raway, Erasmus (° Luik ?/?/, 1850 - ✝ Brussel ?/?/, 1918)

Componist.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Rousseau, Jean-baptiste (° Parijs, 1670 - ✝ Brussel, 1741)

Schrijver.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

T'sjoen, Emiel Hendrik (eig. Hendrik Frederik) (° Schorisse, 1857-01-31 - ✝ St.-Gillis (Brussel), 1909-06-01)

Eigenlijk: Hendrik Frederik T'Sjoen.

Onderwijzer en schrijver.

Broer van Floris T'Sjoen.

Vercoullie, Jozef Frederik (° Oostende, 1857-04-20 - ✝ Gent, 1937-02-04)

Taalkundige.

Verhaeren, Emile (° Sint-Amands, 1855-05-21 - ✝ Rouen, 1916-11-27)

Dichter.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Villiers De L'isle-adam, Jean Marie Mathias Philippe Auguste (° Comte de Saint-Brieuc (Bretagne), 1838 - ✝ Parijs, 1889)

Schrijver.

Vos, Amand De (° Eksaarde, 1840-09-09 - ✝ Gent, 1906-11-04)

Arts en schrijver.

Naam - uitgever

Lacomblez, Paul Henri (° Solesmes (Frankrijk), 1855-07-12 - ✝ St.Lambrechts-Woluwe, 1932-03-27)

Uitgever en boekhandelaar in Brussel.

Gaf o.m. het tijdschrift La pléiade belge uit.

Titel - krant/tijdschrift

Tybaert De Kater. Weekblad Voor Verstandige Lieden, Opgesteld Door Zeven Filosofen (° 1890 - ✝ 1960)

'Weekblad voor Verstandige Lieden, Opgesteld door Zeven Filosofen'.

Antwerps Vlaamsgezind hekelblad, opgericht door Lodewijk Jannssen<, L. Krinkels werkte er meer dan dertig jaar aan mee.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.

Tijdschrift dat bestond uit "oorspronkelijke bijdragen van hedendaagsche dichters, verzameld door Pol de Mont" en dat verscheen in 1891 - 1892 (4 nummers) en 1895 - 1896 (eveneens 4 nummers). Het tijdschrift waarin o.a. bijdragen van A. Peaux, J. Winkler Prins, J. Adriaensen, P. Anri, J. de Geyter, H. Swarth, P. van Langendonck, A. Vermeylen, L. Buyst, C. Buysse, E. de Bom, L. Opdebeek verschenen, werd gedrukt te Hasselt bij drukkerij Winand Klock.

Naam - instituut/vereniging

Distel, De (° 1881 - ✝ 1908)

Kunst- en letterkundig genootschap.

Taalverbond, Het (° 1887 - ✝ –, 1900)

Liberale vereniging.

Vingt, Les (° 1884 - ✝ 1894)

Brusselse avant-gardistische kunstkring.

Indextermen

Naam - instituut/vereniging

AMVC Letterenhuis
Distel, De
Taalverbond
XX, Les

Naam - persoon

?, Leo
[Anoniem]
Anri, Pol
Bastien-Lepage, Jules
Bom, Emmanuel de
Bourget, Paul
Brans, Jan Mathijs
Broeckx, Jan L.
Buschmann, Paul (sr.)
Buysse, Cyriel
Cuyck, Frans van
Dwelshauvers, Felix Victor
Dwelshauvers, Jacques
Farasijn, Edgard
Flachet
Franck, Louis
Gaesch, Clara
Hiel, Emanuel
Joors, Eugène
Lauwers, Frans
Lefranc, Jean Jacques de Pompignan
Maeterlinck, Maurice
Moortgat, Antoon
Mortelmans, Lodewijk
Prenau, Steven Lambrecht
Raway, Erasme
Rooses, Max
Rousseau, Jean-Baptiste
Ruusbroec, Jan van
Simons, Leo
T'Sjoen, Emiel Hendrik
Thomas van Aquino
Vercoullie, Jozef
Verhaeren, Emile
Vermeylen, August
Villiers de l'Isle-Adam, Comte Auguste de
Vos, Amand de

Naam - plaats

Antwerpen
Brussel
Gent
Leuven
Lissabon
Parijs
Sint-Truiden

Naam - uitgever

Lacomblez, Paul
Quantin
Standaard
Vuylsteke, J.

Titel - artikel

XIII en het realisme, De
XX te Brussel, De

Titel - boek

Axel
Eenigen van nu en morgen
Lodewijk Mortelmans
Officier geworgd in het Belgisch leger, Een
Ornement des Noces Spirituelles de Ruusbroec l'Admirable, L'
Summa Theologiae
Versleten

Titel - cyclus/reeks

Te Brugge
Uittreksels uit 'Mysta Sciclus'

Titel - evenement

Buitengewone zitting De Distel April 1892
Negende jaarlijkse salon Les XX Brussel 1892

Titel - gedicht

Blauwe doffer, De
Boudewijn en Judith
Clotildje met haar bier
Daghet in den Oosten, Het
Doodzonde
Dynamiet
Klinkdicht, Een
Klokken in 't avondgrauw
Kwiet
Marche funèbre
Minacht
Onmacht
Ontucht
Onze meisjes
Onze vader die in de hemelen zijt
Oude jaar
Pirrewiet
Quatuor klinkdicht
Roosje
Serenade
Stella d'amore
Stemmen van Liefde
Verboden vrucht
Vlinder, De
Wolk, De
Woud, Het
Zee, De
Zeeuwsche
Zij brengen alles den Mannon ten offer
Zweepslag, Een

Titel - krant/tijdschrift

Tybaert de Kater
Van Nu en Straks
Vlaamsche School, De
Voorste bootje, Het
Zingende Vogels

Titel - lezing

Uitkomsten der Taalwetenschap

Titel - muziek

Boertige optocht

Titel - plastisch werk

Idylle, Eene
Zeeuwsche