<Resultaat 521 van 1419

>

Ik heb gewacht en gewacht of er ook antwoord zou komen op mijn vraag om opheldering over dat raadselachtige [A.v.B.],[1] waar ik per omgaande aan schrijven moest. Maar geen tijding. Nu zal ik zelf maar eens beginnen. In hoofdzaak over Mortermans.
Woensdagavond heeft Kes ons de liederen en een groot deel uit de Boertige Optocht voorgespeeld.[2] Ons, dat zijn: z'n vrouw, Henri Bosmans en z'n vrouw, (hij 'n uitnemend cellist, zij 'n bekwaam pianiste) en mij. En nu was onze algemeene indruk, ik moet eerlijk wezen en zeggen de mijne ook, dat die Boertige Optocht geforceerd-opgewekt is, dat er niets echts uit sprudelt, en er invloed van Chabriers rumoerigheid over is. In de liederen, veel Schumann en weinig diepte. Je begrijpt, na deze proef vermochten overreding en invloed van mij niets. Ik heb ze ook niet beproefd. Het oordeel van Kes wijzigt zich niet door mijn zeggen en wat hem niet aantrekt, maakt hij niet. Hij wordt hier overstelpt door allerlei componisten, wier werk hij als te onbeduidend, afwijst en dan moet hij ook wel streng zijn voor anderen[.] Hij verklaarde het te betreuren, dat je hem niet ineens het beste van M[ortelmans] hebt doen toekomen, maar is graag bereid zijn ander werk eens door te spelen, al zal hij — begrijpelijkerwijze — dat niet geheel onbevooroordeeld leeren kennen. — Is het wezenlijk waar, dat M[ortelmans] wat beteekent, dan zal zijn werk intusschen voor ziehzelf spreken. Wat je vraag aangaat of Kes hem schriftelijk zijn oordeel zou willen doen kennen, die moet ik ontkennend beantwoorden. Kes is daar volstrekt de man niet voor, om een schriftelijke uiteenzetting van zijn opinie te gaan maken. Wel ben ik zeker dat hij, als M[ortelmans] dit zou willen, hem graag mondeling [2] zijn meening zal doen kennen.
Intusschen — blijft Kes ook over het andere werk van M[ortelmans] bij zijn afwijzende meening (ik hoop van harte het tegendeel) dan zou M[ortelmans] het bij Richard Hol kunnen zenden, die voor zijn Paleis-orkest altijd minder difficiel is en graag werk van jonge componisten uitvoert. — Hoewel, nu Bosmans, die daar 1e cellist is, het gehoord heeft, is daar voor de Boertige Optocht niet veel kans meer. Ik kan het ook den heer Hutschenruyter, die leider van het Utrechtsch orkest wordt, eens doen kennen; maar wil dit niet doen zonder je toestemming. In elk geval verwacht ik nu dat andere werk van Mortelmans, voor Kes. —
Ik had aan — je raadt wel wie[3] — iets van het tusschen ons gebeurde vermeld.[4] Zij doet me nu schrijven: "Wees maar niet te boos op de Bom. Wat ge over hem schreeft vindt zij zóo naief. Hij doet haar denken aan enkele personen uit romans van Dostojewsky — hij kon wel een Rus zijn" — Je begrijpt dat met die machtige voorspraak ik het voorgevallene heel graag spoedig vergeten zal. Zij heeft gelijk: Er is vooral veel naïefs in je doen en ik had dit heele geval niet zoo serieus mogen opnemen. Laat ik je maar niet te ernstig maken en je je jonge frischheid te vroeg ontnemen. Ik ben tegenwoordig zoo ernstig teruggetrokken en zoo heel weinig enthousiast meer. [']t Kost me meer en meer moeite om niet ongevoelig te worden voor alles, behalve het heel hooge en mooi-volmaakte.
Van die nieuwe krant[5] — Ik ben tweemaal bij dien Obreen geweest, te vergeefs, liet kaartjes achter en heb het eindelijk van me verkregen den man schriftelijk te vragen, wanneer hij me ontvangen kon. Dat was Zondag. Ik heb nog geen bericht. Je begrijpt dat ik het nu verder verdom. Als ie me hebben wil, moet hij nou maar bij mij komen.
Ik ga hier in het land ook hiet meer solliciteeren. Die verdomde poenen achterna rijden, ik dank er feestelijk voor.
[3]
Deze week met Derkinderen over onze Gijsbrechteditie geconfereerd.[6] [']t Wordt een heel bizonder werk. Ook de mise-en-scène volgens hier te lande nog ongekende beginselen. Zeer streng in stijl. — Er is veel aan te doen.
Hoor ik wat? — Handdruk —
Leo

Annotations

[3] Josine Mees.
[4] Over het misverstand tussen Emmanuel de Bom en Leo Simons, zie brief 146 en brief 147.
[5] De Telegraaf. Zie ook brief 131, noot 3.
[6] Voor de editie van Vondels Gijsbrecht van Aemstel, o.l.v. Simons, zie brief 57, noot 3.

Register

Naam - persoon

Benedicts, Sara (° Amsterdam, 1861-10-23 - ✝ Amsterdam, 1949-11-12)

Pianiste.

Echtgenote van Hendrik Nicolaas Bosmans.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bosmans, Hendrik Nicolaas (° Den Haag, 1856-02-17 - ✝ Amsterdam, 1896-08-09)

Cellist en componist.

Echtgenoot van Sara Benedicts, en vader van Henriëtte Hilda Bosmans (pianiste en componiste; zie WP 7, waar zij in de opgave van het oeuvre met haar vader wordt verward).

Chabrier, Alexis Emmanuel (° Ambert (Puy-de-Dôme), 1841 - ✝ Parijs, 1894)

Componist.

Derkinderen, Antonius Johannes (° Den Bosch, 1859-12-20 - ✝ Amsterdam, 1925-11-02)

Beeldend kunstenaar.

Hol, Richard (° Amsterdam, 1825-07-23 - ✝ Utrecht, 1904-05-14)

Pianist, componist en dirigent.

Hutschenruyter Jr., Wouter (° Rotterdam, 1859-08-15 - ✝ Den Haag, 1943-11-24)

Dirigent, componist en publicist.

Kes, Willem (° Dordrecht, 1856-02-16 - ✝ München, 1934-02-22)

Violist, componist en dirigent.

Koch, Bertha (° Berlijn, 1860-12-08 - °)

Huisvrouw.

Echtgenote van Willem Kes. Verliet op 29/04/1895 Amsterdam om zich in Dresden te vestigen, terwijl haar echtgenoot op 07/12/1895 naar Glasgow vertrok.

Mees, Josine Adriana (° Rotterdam, 1863-06-26 - ✝ Den Haag, 1948-03-11)

Toneelschrijfster.

Huwde in 1894 met Leo Simons.

Mortelmans, Lodewijk (° Antwerpen, 1868-02-05 - ✝ Antwerpen, 1952-06-24)

Componist.

Broer van Frans Mortelmans.

Obreen, Adrien Louis Herman (henri) (° Rotterdam, 1845-08-23 - °)

Journalist.

Broer van Frederik Obreen. Behaalde na studies aan de Delftse Polytechnische School het diploma van ingenieur (zijn vader was, naast verzekeringsmakelaar, ook reder en scheepsbouwkundige). Bekleedde daarna verschillende betrekkingen bij de Mij. tot exploitatie der Staatsspoorwegen. Reisde vervolgens als journalist naar Amerika, Frankrijk, Spanje en Algiers en bezocht verscheidene wereldtentoonstellingen. Was o.m. correspondent voorde NRC te Parijs (hij beval Dr. A.H. Cornette voor dezelfde functie in Antwerpen bij die krant aan). Werd in 1893 hoofdredacteur van het toen pas opgerichte dagblad De Telegraaf. Verbleef in 1922 te Brussel, waar hij blijkbaar heeft meegewerkt aan het weekblad Chasse et pêche. Schreef o.m. Algerië (1883), In Spanje (1884) en La section hollandaise à l'exposition universelle de Paris (1889).

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Titel - krant/tijdschrift

Telegraaf, De (° 1893 - °)

Nederlands ochtendblad.

Naam - instituut/vereniging

Utrechtsch Stedelijk Orchest (° 1795 - °)

Eén der oudste ensembles van Nederland. Startte in 1795 als Muziekkorps van de Utrechtse Schutterij dat op 01/04/1828 uit bezuinigingsoverwegingen werd opgegeven en waarvan de taak werd overgenomen door een burgerharmoniekorps. Vanaf ± 1847 trad het korps ook op als symfonieorkest, en vormde het stilaan de kern van het orkest dat voor het Collegium Musicum Ultrajectinum de Stadsconcerten gaf. In 1871 ontstond zo een vast symfonieorkest van 50 man, dat in de nieuwe Tivolizaal onderdak vond. Hoogtepunt bleven evenwel de Stadsconcerten o.l.v. R.Hol die tal van buitenlandse gastsolisten aanlokten (Rubinstein, Vieuxtemps, e.a.). Na een malaise in het Utrechts orkestleven werd Hutschenruyter tot dirigent benoemd in 1892; hij leidde zowel de harmonie- als de symphonieorkesten tot in W.O.I, en introduceerde in 1898 de Utrechtse volksconcerten. Tussen 1893 en 1895 trad het Utrechts orkest onder een tiental namen op, tot het Utrechtsch Stedelijk Orchest ging heten. Thans heet het Utrechts Symfonie Orkest.