<Resultaat 535 van 1419

>

O houwe! ik smeek naar u met handen van gebed, o houwe! bespreek het boek van Brans niet!
Ge zoudt dat waarschijnlijk heel pleizierig vinden, ge hebt misschien al humoristische uitdrukkingen opgepikt om onzen Brans te zwanzen, maar al ware 't u een opoffering, o Mane, grijp niet naar de schrijverspen, bespreek het boek van Brans niet, rep geen woord over Jakob Campo Weyerman![1]
Kom, doe dat voor mij!
  • 1°) Indien ge nog een weinig deftigheid bezit, indien ge uw waardigheid nog bewust zijt, ga toch niet vechten met dien kerel. Wij moeten hem maar laten praten, hij zal ons op serieuzer wijze aanvallen dan hij tot nu toe gedaan heeft (ik mag het u verzekeren), & dan zal het nog tijd zijn — indien wij het noodig achten! — om onzen Brans een kraagje te passen. Indien ge nu uw verbittering gaat toonen, wie zal lachen?? Brans, Meneer! En dan heeft hij het recht u eens vast te pakken (hij zal het doen), & dan valt ge met dien bewienelaaiken kwast in een vernederende polemiek, die gij zelf, in schijn, zult uitgelokt hebben. Dat mag niet gebeuren.
  • 2°) We mogen met die machienen niet beginnen eer we ons tijdschrift hebben. Laten zeggen & stil voort doen! Vooral wanneer het Brans is.
  • 3°) Gij hebt sedert eenigen tijd in De Vlaamsche School niet meer geschreven. Uw artikel zou des te vijandiger uitkomen.
    Brans heeft het vooral op u gemunt, en wacht naar een gelegenheid om u een onaangenaam iets op te plakken. Wat weet ik niet. Maar ge moogt zeker wezen dat hij die gelegenheid met ongeduld afwacht. En dan, zoudt ge nog [2] wel iets willen schrijven in De Vl[aamsche School], na dat laatste nr?[2] Er is nog iets dat ge niet opgemerkt hebt: Meert de — juist — genomineerde die de lof uitbazuint van de Schilderijen van Pauwels in Ieperen[3] (schandalige muurschilderingen) en met een hoop voorbehouden spreekt van die meesterwerken van Delbeke, die de glorie van ons kunst zou moeten zijn. O de smeerlappen!!
  • 4°) Maar... er is meer! Ik weet héél goed, dat Brans hier weer een slimme streek gebruikt: hijzelf heeft gevraagd aan Buschmann dat gij zijn boek zoudt bespreken (dat boek waarvan nu niemand meer spreekt). Ik heb Zondag[4] met Brans gesproken, en ik heb eenige "dessous" van de zaak kunnen ontwaren. Hij wenscht door u afgebroken te worden. Hij wil voor 't oogenblik al de aandacht op zich lokken door een strijd met de jongeren: prent dat wel in uw cerebrale stof.
Neen, geen strijd nu, geen strijd! Voor ons en voor ons tijdschrift. Wij mogen zelfs niet bemerken die flauwiteiten die Brans uitkraamt tegen de zoogezegde "jongste richting". En vooral, we mogen dezelfde middelen niet gebruiken als hij. Dat ware ellendig. Wanneer zijn uur zal aangekomen zijn, zullen wij hem in eens kapotslaan, en hem in eens met veel brutaliteit & veel schandaal den nek omwringen.
Ik zal nog meer zeggen, Meneer: Brans stak ook in de zaak Buschmann-VandeVelde.[5] Hij is Vrijdag[6] nog naar Antwerpen gegaan, & heeft lang met Buschm[ann] gepraat. Een kleine Fronde enfin (Zaterdag was de Journée des Dupes!) A propos, V[an de] Velde is nog bij Buschm[ann] geweest: alles zal héél goed afloopen.
Volgens Brans, zou Busch[mann] hem gezegd hebben dat gij met hem (Buschm[ann]) gebrouilleerd zijt. Is dat waar? O die achterklap!
[3]
Ik heb dit dezen namiddag geschreven. Maar dezen avond heb ik wat anders vernomen. Er zijn hier ingewikkelde zaken die zeer slecht kunnen afloopen. Ik heb beloofd geen woord ervan te reppen, & kan u dus geen uitleggingen geven. In ieder geval, ik vraag u nu heel ernstig die critiek niet te schrijven. Geef het boek weer aan Buschmann & zeg hem dat ge voor 't oogenblik geen artikel kùnt schrijven, dat ik het misschien zal willen doen, enz. Gij zult ons allen een grooten dienst bewijzen. Maar spreek Buschmann van Brans niet (gij weet absoluut niets van wat er in Brussel omgaat, natuurlijk), toon u zelfs niet vijandig jegens hem. Een ander punt: indien gij DelaMontagne ontmoet,[7] spreek hem zoo weinig mogelijk, & vooral niet van Br[ans], van ons tijdschrift, enz.
Gij moet niet lachen omdat ik op zoo 'n geheimzinnigen & tragischen toon spreek. Nu mag ik u ongelukkiglijk niets uitleggen. Maar we hebben hier zeer serieuze zaken af te maken.
Schrijf me hierover een woordje per brief. Ik zal u Zondag[8] vertellen wat er gebeurd is.
Er wordt iets veranderd op het prospectus: Van de Velde wil in de redactie niet zetelen, hij beweert dat hij niets te zien heeft met de kopij enz.[9] Zijn naam wordt verder gemeld: "... een werk van boek-kunst, door kunstenaars stoffelijk verzorgd, onder leiding van H[enry Van de Velde] ...."
Er zijn nog 7 kerels die niets geantwoord hebben voor de artiestieke medewerking. We moeten dus nog eenige dagen wachten.
Poot van Gust.

Annotations

[1] J.M. Brans, Jacob Campo Weyerman als mensch, schrijver en schilder (Antwerpen, Drukkerij Dela Montagne, 1891) (niet in de handel). Verscheen eerder in Nederlandsche Kunst- en Dichthalle, XIII (1890), p. 33-41; 56-65; 113-128; 351-360; 403-414 en 546-554. Het AMVC (B 826j.) bezit een exemplaar uit de nalatenschap van Max Roosens. Het bevat een opdracht in het handschrift van Brans, gedateerd 26 november 1891.
[2] Vermeylen bedoelt de 8ste afl. van De Vlaamsche School, nr. V (1892), lopend van p. 139 tot en met 160.
[4] Zondag 2 oktober.
[5] Het is niet duidelijk wat Vermeylen hiermee bedoelt. Zie ook brief 177, noot 6.
[6] Vrijdag 30 september, de dag voor de vergadering waar ze de tekst van het prospectus opstelden.
[3] Hippoliet Meert, 'Ieperen', in: De Vlaamsche School, nr. V, (1892), p. 139-143.
[8] Zondag 9 oktober.
[9] Deze wijziging werd aangebracht. In de versies B, C, D en E wordt Henry van de Velde als volgt vermeld: 'De uitgave zal ook een werk vormen van boek-kunst, door kunstenaars stoffelijk verzorgd - onder leiding van Henry van de Velde — ...'

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Brans, Jan Mathijs (° As, 1853-10-02 - ✝ Eppegem, 1940-03-13)

Leraar en letterkundige.

Buschmann Sr., Paul (° Antwerpen, 1816-01-01 - ✝ Antwerpen, 1909-11-20)

Drukker-uitgever.

Lid van de Liberale Vlaamsche Bond, waarvan hij afgevaardigde was in de Provincieraad. Nam van 1870 af samen met zijn broer Gustave de leiding waar van de drukkerij-uitgeverij van zijn vader J.-E. Buschmann († 1853). Gaf o.m. VS uit, dat hij na de dood van D.van Spilbeeck (1877) tot 1896 samen met P.de Mont ook leidde; ook de tweede reeks van Van Nu en Straks (1896 - 1901) nadat hij reeds in 1892 het prospectus voor de eerste reeks had gedrukt, werd door zijn persen verzorgd. Zijn uitgaven, vaak met bibliofiele waarde, bezorgden hem de faam op het einde van de 19de eeuw van Antwerpen een middelpunt van drukkunst te hebben gemaakt.

Delbeke, Louis (° Poperinge, 1821-02-09 - ✝ Schaarbeek, 1891-02-21)

Schilder.

Meert, Hippoliet (° Aalst, 1865-04-01 - ✝ Middelburg, 1924-11-20)

Leraar en stichter van het Algemeen Nederlands Verbond.

Montagne, Victor Alexis Dela (° Antwerpen, 1854-10-08 - ✝ Sainte-Adresse (Frankrijk), 1915-08-19)

Ambtenaar en schrijver. Zoon van Laurentius dela Montagne.

Pauwels, Ferdinand Wilhelm (° Ekeren, 1830-04-13 - ✝ Dresden, 1904-03-26)

Schilder en docent.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Velde, Henry Clemens Van De (° Antwerpen, 1863-04-02 - ✝ Zürich, 1957-10-25)

Architect, schilder, sierkunstenaar en essayist. Medeoprichter van Van Nu en Straks. In 1894 gehuwd met Maria Sèthe.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Weyerman, Jacob Campo (° Breda, 1677-08-09 - ✝ Den Haag, 1747-03-09)

Schrijver, schilder en graveur.

Titel - krant/tijdschrift

Nederlandsche Dicht- En Kunsthalle (° 1878 - ✝ 1897)

Cultureel maandblad.

Vlaamsche School, De (° 1855 - ✝ 1901)

Tijdschrift voor kunsten, wetenschappen, letteren, oudheidkunde en kunstnijverheid.