<Resultaat 542 van 1419

>

Beste kerel
Waarom ik je niet eer geschreven heb? — Omdat ik eerst een persoonlijk ellendigen tijd heb doorgebracht door slecht nieuws omtrent iemand die me zeer na ligt — en ook omdat ik je nog niets kon schrijven over onderhandelingen met "De Telegraaf" — Van ochtend ben ik nog eens weer bij Obreen geweest en heb over mijn vestiging te Londen onderhandeld, maar het wil nog niet vlotten.[1] — Zij zijn zoo vreeselijk weinig scheutig, en willen den goedkoopsten weg zoeken, iemand die al in Engeland aan de journalistiek is. Het beroerde van den boel is dat het me zoo verschrikkelijk vernedert al dat nagedraaf van zoo 'n kerel, en dan [']t vriendelijk zijn van dien knul tegen me met een soort van beschermende welwillendheid, die maakt dat ik hem graag een slag in het gezicht wou geven. En daar heb ik nu vijf jaar lang hard voor gewerkt en een reputatie gemaakt godbeter 't! — [']t Is eenvoudig om op mezelf te spuwen, ik kan er van huilen, van die zelfvernedering in m'n gevoel — en ik zou er zoo op eens wel uit willen, uit dat lage gekruip, dat "leven" heet — Wat heb je er aan? —
'n Pessimistische bui, he — Ik ben op het moment ook zoo innerlijk geëxalteerd, dat ik [']n afleiding ga zoeken. Wat lezen! —
Woensdag — 19 Oct. 92
[']t Kwam me wel zoo verstandig voor, niet in die stemming van Maandag verder te gaan. Daarom liet ik mijn brief liggen, tot de gelegenheid zich zou voordoen om verder te gaan. Ik heb die nu pas weer vandaag. Want met [']t oog op de kans dat ik misschien toch met 1 Dec[ember] van hier zou moeten, als dat met De Telegraaf nog in orde komen zou, [2] besteed ik zooveel mogelijk mijn vrijen tijd aan bibliotheek-nasnuffelingen voor mijn Gijsbrecht.[2] 't Zal wezenlijks een monumentale editie worden. Gisteren zag ik juist de schetsen door Berlage voor het decoratief gemaakt; dit wordt statig en massief, een vaste bouw van een oude vesting, met poort en kerkpoort afwisselend er voor, in symboliek-ornamenteele omlijsting. Heel bizonder en zeer zuiver van algemeene stijlopvatting.
Om je maar in eens verder te vertellen wat ik zoo al uitvoer behalve mijn gewone werk voor Haarlem: bezoeken afleggen voor een liefdadigheidsver[eeniging] om leden te winnen, (gelegenheid tot het maken van mensch-studies); dito in verschillende fabrieken om de jongens die er werken, op te wekken om zich bij onze ver[eeniging] aan te sluiten; dezer dagen in een suikerfabriek geweest met Bouberg Wilson, 'n curieuse ontvangst bij die gapende jongens, die er geen boe of ba van begrepen, geloof ik, van wat Wilson hun vertelde. Als ik tijd had, zou ik een schetsje er van maken voor Het.[3] Maar vooreerst zie ik daar nog niets van. Misschien moet ik wel van middag naar Londen voor eenige dagen om enkele dingen te informeeren met [']t oog op "De Telegraaf" — ik wacht juist brief van mijn zwager. Anders moet ik vanavond naar concert, morgenavond naar [']n soiree, daar ik niet van tusschen kan, Vrijdagavond hoop ik vrij te zijn, en dan — ga ik aan ons tooneelspel werken,[4] (je weet wel) Want ik denk er nu over het tweede bedr[ijf] te doen vervallen en het begin nog om te werken. Of wel, ik ga aan mijn tooneelspel werken[5] (da's driemaal "werken", hè?!, enfin), [']n stuk daar ik al eenige jaren over tob, waar ik verleden jaar een bedrijf van geschreven heb, maar waarmee ik geen raad wist, tot onlangs op een goeien morgen de conceptie me kant en klaar in het hoofd kwam! — Ik heb toen dadelijk het eerste bedr[ijf] opgeschreven, niets dan éen scène tusschen man en vrouw, afgewisseld door twee opkomsten van een dienstbode — 'n stukje leven, heel vervelend van die twee menschen, met uitbarstingen af en toe. De man een bourgeois, advocaat en dichter genre Fiore della Neve, maar als persoon meer hartstochtelijk, grof-sensueel. [3] De vrouw verfijnd. En dan het huwelijksleven van die twee, met brokjes uit het litterair-burgerlijk Den Haag-reflexen van ons algemeen litterair en politiek leven er op, satiriek en hoog ernstig. Jammer dat ik het eventueel alleen onder allerstrikst geheimhouden van mijn naam zal kunnen publiceeren,[6] want er zijn zooveel portretten en toestanden naar het leven in, ook van mijn familie dat er een heel schandaal van zou komen. Het stuk zal, naar ik hoop, op niets lijken, dat ooit geschreven is, hoewel het fond van het sujet: ongelukkig huwelijk, liefde van de vrouw voor een ander volstrekt niet nieuw is.
Zooals je uit de boven onderstreepte woorden ziet, mag niemand er iets van weten. Wanneer ik klaar zal zijn? — Als het gereed is. Ik maak geen haast. Trouwens de 1e helft van de 2e akte, die ik verleden jaar voor je bestemde,[7] kan ik bijna onveranderd overnemen.
Dat is nu alles van mij — Nu over jouw brief, je verhaal van je zonden en afdwalingen! kerel, kerel, wat is dat vleesch toch zwak bij je. En dat tegenover een vrouw waar je niets om geeft! Stel eens daartegen mijn zelfbeheersching! Nu in ruim 1 1/2 jaar heb ik me heel en al niet overgegeven aan eenige gemeenschapsoefening. Ik weet wel, de gevallen zijn ongelijk — De vrouw, die mij aantrekt, doet dit niet met zinnelijke neigingen en mijn eerbied voor haar is veel te groot, om zelfs maar aan zoo iets te denken, anders dan in de toekomst! En jij wordt aangetrokken juist door die overgaaf van het lichaam. Is het niet zonderling dat ik me nu zoo iets heel en al niet meer denken kan, hoewel ik toch ook m'n zwarten tijd gekend heb! — Ik veroordeel je er ook niet om; ik vind [']t alleen jammer van je. "Bewaar je reinigheid en maagdelijken staat" als je ooit de echte liefde wilt leeren kennen[.]
Natuurlijk zal Vermeylen er niets van weten, als [']t me ten minste niet in een ondoordacht oogenblik gebeurt dat ik op dit tweede bezoek zinspeel. Maar ik hoop er voor te waken. Mocht hij Reyding ontmoeten, dan is er nog geen gevaar; deze zal dan immers niet weten dat jij [4] en Vermeylen elkaar kent en dus niet over je spreken. Hem waarschuwen vind ik gevaarlijker.
Naar je werk voor "Het"[8] en naar de prospectus er voor ben ik begrijpelijkerwijs zeer nieuwsgierig. Dat zijn mooie toezeggingen uit Holland.[9] Ik zal in de Haarl[emsche] er heel graag over schrijven; of ik er in slagen zal hier veel abonnementen te plaatsen weet ik intusschen niet. Maar ik zal, als Gust hier is, een lijstje van namen opmaken om te probeeren. Laat hij maar een aantal meebrengen.
Dat Obreen je geschreven had,[10] wist ik. In alle nederigheid, dit dank je aan mij. Toen ik den eersten keer bij hem was heb ik hem dadelijk over je gesproken. Wat eventueele onkosten betreft, die zul je moeten voorschieten en aan het eind van elke maand afrekenen. Zie je geen kans 'n 50 franken te krijgen om ze als rollend kapitaal in deze "zaak" te steken. Dat is toch zoo 'n som niet. Denk er aan: Meer politiek en handelsnieuws dan litterair of artistiek. Ook sociaal en Vl[aamsche] beweging is goed. Altijd meer nieuws dan beschouwingen!
Over Mortelmans weet ik nog niets;[11] misschien spreek ik Kes vanavond even.
Ben je nu weer voldaan en tevreden over me? Zul je Vermeylen vragen me vooraf te waarschuwen als hij komt.[12] Hieronder schrijf ik die impressie af die je vroegt en die je voor "Het"[13] moogt hebben. Denk er aan: Bergh de Leeuw is een streng pseudoniem.
Handdruk,
Leo
[5]
Impressie:
Blasgroene Manegezicht—!
In sluier, wit vlossig, omlicht:
Bleekblasse Manegezicht!

Angstweedom leit gespreid —
Madonna-wangen beschreid, —
Angstbleeke Manegezicht!

O van mijn lijdende bruid
Levensweeën-geluid!—
Blasbleeke Manegezicht!


September 1892
Bergh de Leeuw.

Annotations

[1] Simons zou ten slotte pas in mei 1893 naar Londen vertrekken. Zie ook brief 221 en verder de brieven van Simons uit 1893.
[3] Van Nu en Straks.
[4] Simons bedoelt met 'ons toneel' het stuk Ontgoocheld, dat hij samen met zijn latere vrouw Josine Simons-Mees (op dat ogenblik nog Browne-Mees) schreef. Zie ook brief 107, noot 3.
[5] Het stuk heette Bijeengebleven. Zie ook de brieven van Simons aan De Bom van 8 (brief 13 (1893)) en 26 januari 1893 (brief 30 (1893)).
[7] Daarover werd niets teruggevonden in de brieven uit 1891.
[8] Van Nu en Straks.
[9] Waarschijnlijk een zinspeling op de toezegging tot medewerking vanuit Nederland (Derkinderen, Jan Veth, Thorn Prikker en de weduwe Van Gogh). Zie brief 169.
[10] Zie brief 164, i.v.m. de medewerking van Emmanuel de Bom aan De Telegraaf.
[12] Vermeylen ging naar Nederland van 13 tot 23 november 1892. Zie brief 205, noot 4.
[13] Van Nu en Straks. Het gedicht is niet opgenomen in de eerste reeks.

Register

Naam - persoon

Berlage, Hendrik Petrus (° Amsterdam, 1856-02-21 - ✝ Den Haag, 1934-08-12)

Architect en decorateur.

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bouberg Wilson, Sijbrand Jacobus (° Den Haag, 1848-05-15 - ✝ Den Haag, 1923-04-30)

Filoloog.

Studeerde talen en literatuur in Leiden, was leraar Nederlands te Tiel en Kampen en aan de Amsterdamse Handelsschool. Werd op 24/03/1881 directeur van de Amsterdamse Toneelschool, in opvolging van W.C. Goteling Vinnis. Richtte ook met Marcellus Emants het Haagse toneelgezelschap Utile Dulci op. Was voorzitter van Volksvoordrachten en medeoprichter van de vereniging Leeskunst. Hield o.m. lezingen in fabrieken.

Derkinderen, Antonius Johannes (° Den Bosch, 1859-12-20 - ✝ Amsterdam, 1925-11-02)

Beeldend kunstenaar.

Kes, Willem (° Dordrecht, 1856-02-16 - ✝ München, 1934-02-22)

Violist, componist en dirigent.

Loghem, Martinus Gesinus Lambert Van (° Leiden, 1849-04-03 - ✝ Firenze, 1934-09-17)

Journalist en schrijver.

Mees, Josine Adriana (° Rotterdam, 1863-06-26 - ✝ Den Haag, 1948-03-11)

Toneelschrijfster.

Huwde in 1894 met Leo Simons.

Mortelmans, Lodewijk (° Antwerpen, 1868-02-05 - ✝ Antwerpen, 1952-06-24)

Componist.

Broer van Frans Mortelmans.

Obreen, Adrien Louis Herman (henri) (° Rotterdam, 1845-08-23 - °)

Journalist.

Broer van Frederik Obreen. Behaalde na studies aan de Delftse Polytechnische School het diploma van ingenieur (zijn vader was, naast verzekeringsmakelaar, ook reder en scheepsbouwkundige). Bekleedde daarna verschillende betrekkingen bij de Mij. tot exploitatie der Staatsspoorwegen. Reisde vervolgens als journalist naar Amerika, Frankrijk, Spanje en Algiers en bezocht verscheidene wereldtentoonstellingen. Was o.m. correspondent voorde NRC te Parijs (hij beval Dr. A.H. Cornette voor dezelfde functie in Antwerpen bij die krant aan). Werd in 1893 hoofdredacteur van het toen pas opgerichte dagblad De Telegraaf. Verbleef in 1922 te Brussel, waar hij blijkbaar heeft meegewerkt aan het weekblad Chasse et pêche. Schreef o.m. Algerië (1883), In Spanje (1884) en La section hollandaise à l'exposition universelle de Paris (1889).

Reyding, August (ook "alfaro" Genoemd) (° Amsterdam, 1863-03-21 - ✝ Amsterdam, 1930-06-24)

Ook "alfaro" genoemd.

Bouwkundig ingenieur, tevens tekenaar, lithograaf en schrijver. Leraar kostuumkunde aan de Tooneelschool te Amsterdam en als dusdanig collega van L. Simons Mz. die er Nederlandse literatuur en stijlleer doceerde. Schreef revues, waaronder in 1889 de eerste Nederlandse revue Naar de Eiffeltoren.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Thorn Prikker, Johan (jan) (° Den Haag, 1869-05-06 - ✝ Keulen, 1932-03-05)

Beeldend kunstenaar.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Veth, Jan Pieter (° Dordrecht, 1864-05-19 - ✝ Amsterdam, 1925-08-01)

Schilder.

Titel - krant/tijdschrift

Oprechte Haarlemsche Courant, De (° 1847 - ✝ 1941)

Nederlands dagblad met zeer oude traditie. Werd in 1656 gesticht door Abraham Casteleyn als Weeckelijke Courante van Europa. Werd twee jaar later Haarlemsche Courant, waaraan in 1664 het woord Opregte werd toegevoegd. Pas vanaf de 19de eeuw (1847) verscheen het als dagblad. Omstreeks 1890 behoorde het tot de meest gelezen kranten van Nederland, grotendeels omwille van de rubriek familieadvertenties, wat de krant ook de naam "dameskrant" opleverde. Smolt in 1941 samen met Haarlems dagblad onder de naam Haarlemsche courant.

Telegraaf, De (° 1893 - °)

Nederlands ochtendblad.