Van Oktaaf Steghers is een briefje aan De Bom bewaard (geschreven op een visitekaartje) van 4 augustus 1905, waarin hij aankondigt dat hij een bloemlezing zal publiceren met de titel 'Vlaamsche novellisten 1830-1909'. De repliek van De Bom is niet bewaard, maar uit latere post van Steghers blijkt dat De Bom zeer argwanend tegenover het plan stond. Een reden daarvoor was wellicht dat Steghers amper zestien jaar was. De Bom heeft Steghers per brief gevraagd hoe de zaak financieel in elkaar zat, hoeveel Steghers zelf aan het boek zou verdienen en of er een honorarium voor de auteurs was voorzien. Steghers antwoordde daarop dat noch hijzelf, noch de auteurs (veel) geld aan de bloemlezing zouden verdienen, maar dat dat eigenlijk ook niet de bedoeling was. Hij heeft uiteindelijk zijn ambitieuze plan enigszins bijgesteld: in 1907 publiceerde hij het boek Onze Vlaamsche novellisten rond 1830 (Gent, De Dageraad). Van de Woestijne en De Bom, die de jonge Steghers niet bepaald gesteund hebben, hoorden daar uiteraard niet bij.
Toon volledige brief