De brief van Streuvels is niet bewaard. Op 25 januari schrijft Van de Woestijne aan Van Dishoeck: 'ik heb heden morgen aan de Meyere geschreven, om hem te vragen wat hij van plan was te doen tegenover de beschuldiging van plagiaat. Bekent hij, dan zal hij zelf genoeg eer-gevoel hebben om zijn ontslag te nemen [...]; loochent hij, dan vinden wij wel middel om de Meyere te bewijzen dat hij bij ons in de redactie niet blijven kan, en geen recht meer heeft over het eerlijk werk van anderen te oordeelen...' Geciteerd uit 'Altijd maar bijeenblijven'. Brieven aan C.A.J. Van Dishoeck, 1903-1907, p. 68.
Toon volledige brief