Ik schrijf dus aan Johan de Meester, dat gij wel wilt aannemen, naar Brussel (of onmiddellijk in de nabijheid, tegen een electr[ische] trambaan en tevens dicht bij een... woud!) wilt gaan wonen, en dat uw stijl die zal zijn eens dag-blads-schrijvers.
'k Wou dat ik u zien kon, om u een heele conferentie te houden, want — verekskuzeer, als 'k me bedrieg — ge kunt niet goed weten wat ze eigenlijk van u verlangen. Maar 'k heb de overtuiging dat het gaan zal, als gij,
en dit is 't eenige waarvoor te vreezen valt, het maar vól-houdt. Want, als ge dat kwijt moest zijn, wat dan? Als ik van
kassaart sprak
[1] (kende dat woord niet, voor
congé krijgen?) dan dacht ik aan een oorzake als deze: "te wilde fantasie". Ik onderscheid me dáardoor al, en ze zoûn eerder een stroeven, zakelijken, norschen, koelbloedigen toeschouwer vooral van
politiek moeten hebben. Die politiek is verdomd vervelend, maar — als ge nooit een eigen meening uitspreekt, en ievers een soort
Prudhomme[2] onder uw huid kunt ontdekken die rustig-zakelijk zijn memoires wil schrijven over wat dag aan dag gebeurt, dan komd-er. Ge moet een vriendschap hebben in 't Ministerie, en dien vriend nooit zichtbaar maken of blootstellen; ge moet uw entrées hebben in de diplomaten-wereld; op de hoogte zijn vooral van wat
Leopold verricht,
[3] en steeds, dagelijks uw mond spoelen met de spreuk:
wat kan dit nu de Hollanders schelen? Zorg vooral voor de eerste 6 maanden, dát geeft den doorslag. Spijtig dat er te Brussel weinig of geen verschuivende kaaimuren zijn.
[4] Maar... (tongsmekkend) er zijn paleisgeheimen. Door te Laken met den koze
[*] van den portier bevriend te zijn, komt ge aan tijdingen die u bij
den hoofdredacteur zullen bemind maken. Zie dat ge met
Leopold zelven in aanraking komt — maar zeg nooit één woord dat ge niet verantwoorden kunt. Lees overigens aandachtig na wat Polonius zegt aan Laertes...
[5] Op diverse bladen moet ge u abonneeren.
(1) 't Geld dat ge daaraan uitgeeft berekent ge als onkosten, ponds-ponds gewijze.
Met den Gezant van Holland, en wat er aan Holl[andsche] Kolonie, Nederl[andsche Evangelische] Gemeente en dierg[elijke] moet gij ten gepasten tijde kennis maken.
Komt gij op
officieele recepties, aan 't Hof, best! Op 't stadhuis kunt gij terecht, 't zij door
Teirlinck, 't zij door
Dwelshauvers, vader, die secretaris is.
[6] Georges Dwelshauvers zal u een vriend zijn.
Vermeylen is niet te misprijzen, wegens zijn betrekkingen in de
acad[emische] wereld. Men houdt ook aan mededeelingen uit de eerste hand over wat de
Belg[ische] beeldhouwers en schilders etc. 't laatst gecreëerd hebben.
En nu kom ik op 't plezierigste deel: gij krijgt natuurlijk een diploma van de
N[ieuwe Rotterdamsche Courant] Door op te treden als gewichtig persman, van een der grootste Europeesche bladen, hebt gij uw entrées in alle exposities, groote concerten, premières (La Damnation de Faust,
Glück, etc.).
[7] Alleen 't héél belangrijke moet besproken worden.
Wat nu 't
Letterk[undig] Congres te Brussel betreft,
[8] daar die oude
corr[espondent] daarvoor niet berekend was, had men mij opgedragen daarover verslag te geven. Nu gij 't zijn zult, kunnen we die karwei samen beredderen: ieder in een aparte afdeeling. We zullen dit nog wel zien.
Een vast traktement van 1500 frs. zal wel niet 't voordeeligst zijn. Beter ware misschien een akkoord zooals ze mij voorgesteld hebben: 10 centen per regel, met kans op verbetering, later. Ik heb altijd mijn 200 frs. maandelijks als 'k pennen wil. Een deel van mijn inkomsten zal door uw benoeming verzwinden, daar ik over kunst sprak ook voor Brussel en waar 't maar pas gaf. We mogen ook den indruk niet maken dat we een geheim cabinet samen formeeren, en de Vl[aamsche] jongeren per se naar boven willen halen. Schijnbaar koud als ijs, objectief! heet men dat.
De betaling gaat per 3 maanden, voor telegrammen krijgt ge de onkosten terug + het bedrag der telegr[am] kosten als honorarium.
Met het min[isterie] van buitenl[andsche] zaken moet ge vooral op goeden voet staan. (Ge hebt wel een paar députés op uw kant, die u over de gewichtige op til zijnde dingen inlichten)? Vooral van handels-zaken, uitvoer, veekwesties, etc. moet ge wat kennen. In de bibliotheek te Brussel moet ge met Mr. Gossart (ga tot hem met mijn komplementen) bevriend worden, die bezorgt u de administratieve stukken waaruit te putten valt, en waarop gij uw wetenschap gronden moet.
En nu, Karel, voel ik zelf hoe pedant dit alles klinkt... Maar wees zeker, ik zeg het alleen maar om U totaal au courant te brengen...
[*] Ik stuur u straks een portie Rotterdammers, bestudeer die. Ze halen altijd met groote hulde aan 't werk van den Berlijnschen correspondent...
[9] De Parijzenaar is ook heel goed.
[10] De Italiaan,
Orbaan,
[11] is een admirabel causeur, maar hij zegt nooit iets, en schrijft altijd verneukeratief.
Dezen morgen zag ik
Dela Montagne. Hij is een vertrouwd vriend, en ik heb niet geaarzeld hem een woord over de zaak te vermonden, onder verzoek:
motus![*] Ik zei het hem, om deze reden: ge zoudt nog moeten te Brussel een vaste betrekking bij hebben, die u een paar duizend francs opbrengt. B.v. bijzonder secretaris van den burgemeester, of zoo iets.
Georges Dwelshauvers kan u in die richting zeer behulpzaam zijn. Zoo waart ge meteen aan de bron van het nieuws, en beveiligd tegen de stormen van
den hoofdredacteur, die een... sul is, en erg siekeneurig.
Die is vóóral bang van den literator: politiek, handel, landbouw, tijdingen d.i. de hoofdzaak voor hem.
En nu... is er maar één vraag van u die 'k niet weet te beantwoorden: In hoeverre is men verbonden? Wat bedoelde?
Alles wat nu nog te wenschen blijft is: stevige gezondheid, of althans te-pootblijven.
'k Voel me wel iet wat bezwaard, als ik er aan denk dat ik er mede schuld aan heb dat gij dezen weg opmoet — maar enfin, gij zijt mans genoeg — en wat ook gebeure, de wereld ligt open — en gij zult u wel redden!
Na dees philippica
[*] heb ik zeker 't recht te zwijgen. Als ge genezen zijt, zou ik u geeren zoo gauw mogelijk spreken. Maar ik heb eilaas zoo weinig tijd.......
Reken op mij niet voor Vlaanderen, Augustus. Ik heb te veel om de ooren, nu.
(1) Petit-Bleu en Journal de Bruxelles e.a.
[12]
Dag Mariette, Nora hoopt dat alles op in beste afloopt en is er blij om dat gijlieden de zaak zoo jeugdig opneemt. Te Brussel zal er meer kans zijn elkaar te zien.
P.S. Ge moet (ook naderhand niet) aan niemand ongevraagd vertellen, dat ge correspondent zijt –—ze hebben in Rott'm geeren dat daar iets geheims rond hangt — dan weten de lieden niet zoo gauw wie 't is die al die al die wijsheid verkondigt. Ze zullen het gauw genoeg weten....
Ik schrijf nu aan De Meester, dan zult gij wel tijding krijgen.
Ulder Manuel