-
1º Staat van onze gezondheid: Mariette, goed; Karel, goed; Paulke... ja, ik geloof dat hij verkouden is; vandaag is hij een beetje slap en vakerig; ik hoop echter dat het niets zal zijn.En gij, befistelde?...[2] Neen, in ernst, ik hoop dat het minder-erg is dan we ons voorstellen. Wat zegt Schamelhout; en valt er aan operatie te denken?... Ik geloof, Manuël, dat ge uw bloed moet zuiveren. Dat zijn allemaal humeuren, gelijk men in den ouden tijd zei. Zijt gij niet een beetje brandachtig in den laatsten tijd?[*] Ik zou vegetariër worden, ware ik als gij: ik bevind mij bij het systeem uitmuntend...— En Nora? Neen, dáar vragen we niet naar! Ik heb Mariette moeten tegen houden toen ze het portret zag.[3] Ze viel haast omver van verwondering. Weet ge wat? Ze gaat Nora half benijden; ik wil zeggen dat ze wel wenschte de helft van dezer corpulentie over te nemen. — Ze schrijft vandaag nog aan Nora; vroeger ging het niet: ons huis zit weêr vol volk.
-
2º De Rotterdammer kwestie. Ja: ik denk dat alles in den haak zit. Ik heb voor een paar dagen eene eerste correspondentie aan de Meester gestuurd, met verzoek mij te zeggen wat er nog aan ontbrak.[4] Van de Meester: geen antwoord, maar geregeld, sedert gisteren, de Courant. Waaruit ik besluit, al is mijn brief nog niet verschenen,... dat alles in den haak is. Gisteren heb ik nog een brief geschreven (over het "Rechtskundig tijdschrift van Vlaamsch België" en de "toenadering tusschen Holland & België["]),[5] morgen gaat er weêr een weg, over "Sluimer der politiek" (De provinciale raden);[6] Maandag ga ik naar Oostende: waaruit een opstel over kunst uit komt;[7] daarna ga ik het Salon van Gent bezoeken, dat ze aan 't inrichten zijn;[8] ik schrijf dan ook iets over "De kleine Burgerij," enz. enz....[9] Als ze daar nu maar vrede meê hebben!... Het zou me spijten, moest ik van aanvang af aan de deur vliegen... Liet de Meester u niets weten?
-
3º van Dishoeck. Ja, daar worden mijn ooren vol van geraasd.[10] Voor u waren het Teirlinck, de Cock, de Raet, Herckenrath... Ik persoonlijk heb intusschen niet te klagen. Maar weet ge wat ik doe? Telkens dat ik iets gehad heb in "Vlaanderen" heb ik aan Pisdoeck geschreven: gij zijt mij zóoveel schuldig, en ik kan het gebruiken. Dan stuurt hij onmiddellijk. — Was ik van u, ik zou hem schrijven: "ik ga met de vacantie op reis. Uit vrees dat de honoraria gesloten deur zouden vinden en aldus verdwalen; ware 't me aangenaam ze vóor m'n vertrek te ontvangen." En daarna noemt ge 't cijfer: hij zal u de contanten sturen. Voor Mei komt u toe: 15,10 fr. Voor Juni: 20 fr. (opstel Buysse). Voor Juli: 16,10 fr. Maakt samen de som uit van: 51,20 fr., om meê naar Kortrijk te gaan en ons dan op te zoeken.[11] Is 't afgesproken?