Van de Woestijne verwijst naar zijn verslag in de NRC over het congres in verband met l'Art Public (zie brief 311, noot 1), en meer bepaald het derde deel daarvan, dat op 18 oktober in de krant was verschenen. In Ieper was er een hevige discussie ontstaan over het nut van de restauratiewerken die de stad aan zijn belangrijkste cultuurhistorische monumenten liet uitvoeren. Van de Woestijne sprak zich in zijn artikel scherp uit tegen die roekeloze en onbedachtzame restauratiedwang, die hij als een verderfelijke vorm van heiligschennis beschouwde. Sander Pierron was bij de werken in Ieper betrokken.
Toon volledige brief