In de avondeditie van de NRC van 22 augustus 1913 stond het volgende bericht: 'Het feestcomiteit tot viering der Verriest-Feesten te Ingoyghem kan tot zijn genoegen mededeelen, dat een zoo groote som gelds is overgebleven, dat een nieuw Vlaamsch tijdschrift het licht zal kunnen geschonken worden. De naam zal, met het oog op het verdwijnen van 'Van Nu en Straks', 'Vlaanderen', 'De Boomgaard' enz. zijn 'De Herrijzenisse'. Als uitgevers hebben geteekend 'Het Kersouwken' te Antwerpen voor Vlaanderen, Veen en Van Dishoeck voor Nederland. De redactie bestaat uit: Emmanuel de Bom, Stijn Streuvels, Dr. Rubenstein en Karel van de Woestijne. Secretaris van de redactie André de Ridder, administrateur Ary Delen. Het eerste nummer verschijnt reeds 1 September a[anstaande]' Met 'Dr. Rubenstein' wordt waarschijnlijk Marten Rudelsheim bedoeld.
Enerzijds vanwege de weinig vriendelijke suggestie dat het geld dat voor de Verriest-hulde bestemd was, nu voor andere en dus verkeerde doeleinden zou gebruikt worden, en anderzijds omdat het genoegzaam bekend was dat De Bom en Rudelsheim allesbehalve vrienden waren, kunnen we aannemen dat deze grap niet volledig onschuldig bedoeld was. Het bericht werd drie dagen later in de krant herroepen: 'Dezer dagen hebben wij een bericht geplaatst aangaande een nieuw Vlaamsch Tijdschrift dat reeds met September zou verschijnen. Het was ontleend aan een door den heer Ledeganck onderteekend schrijven, uit Brussel. Thans meldt een der als medewerkende aan het nieuwe tijdschrift genoemden ons dat het geheele bericht een grap geweest is. Wij hebben in het ons gezonden bericht niet het minste grapje ontdekt, het voor ernstig gehouden en geplaatst. Natuurlijk. Op zulk soort grapjes zijn wij niet voorbereid. Voor dergelijke zouteloosheden is 1 April de juiste tijd'. Het is niet opgehelderd wie er achter de naam Ledeganck schuilging.
Toon volledige brief