'Accapareren': monopoliseren, inpalmen, opeisen. Van de Woestijne wil zich na de recente dood van Van Langendonck diens nalatenschap niet toe-eigenen. Enkelen van de (iets) oudere Van Nu en Straks>'ers, zoals Vermeylen en Hegenscheidt, waren vrij nadrukkelijk begaan met de beeldvorming over henzelf als generatie van artistieke vernieuwers. Zij toonden dan ook minder scrupules om zich de verantwoordelijkheid over (de verspreiding van) Van Langendoncks werk toe te eigenen. Daarom wilden ze voor de geplande postume publicatie van Van Langendoncks gedichten ook graag de touwtjes in handen houden. Een van de manieren om dat te doen, was dat Vermeylen — en dus niet Van de Woestijne, die als auteur meer en meer een eigen traject volgde binnen het literaire veld van zijn tijd — het werk van Van Langendonck zou inleiden. De moeizame communicatie daarover werd versterkt door de 'tegenwoordige houding' van enkele collega's (en vooral van Vermeylen) ten opzichte van Van de Woestijne. Die houding was sinds de aanstelling van Van de Woestijne aan de universiteit van Gent niet bepaald vriendschappelijk. Zie brief 377, noot 5.
Toon volledige brief