Max Rooses bedoelt aanbeveling bij
Paul Billiet, hoofdredacteur van
De Koophandel van Antwerpen. De medewerking van
Emmanuel de Bom aan
De Koophandel van Antwerpen via
Max Rooses vond zijn oorsprong in volgende feiten: bij de oprichting van het orgaan van de jonge liberale flaminganten in Antwerpen in 1886, het weekblad
Noord en Zuid, was
De Bom samen met
Jef van de Venne,
Edward Poffé en J. Verstern betrokken, en daarin had
De Bom een aantal bijdragen (onder meer over het onderwijs) onder het pseudoniem
Mob gepubliceerd. Zie
Paul van Tichelen, Bibliografie van en over Emmanuel de Bom (Antwerpen, De sikkel, 1947), p. 73, nr. 248-252; 95, nr. 415-426.
Toen het blad in 1887 zijn uitgave staakte, versmolt Noord en Zuid met De kleine gazet en kwam de voormalige redactie van Noord en Zuid bij die van De kleine gazet. Van deze krant waren de zogenaamde 'kleine kapelmannen' de redacteurs. Dit was een scheldnaam waarmee de klerikalen de liberale partij van Antwerpen bedachten, die volgens hen nog maar uit een klein groepje zou bestaan. De redacteurs van De kleine gazet waren Max Rooses, Jan van Rijswijck, Arthur Cornette, Julius de Geyter, Hendrik Baelden, J. Adriaensen en Flor van der Ven, terwijl ook Nicolaas Cuperus en Emmanuel Rosseels meewerkten. Van De Bom verschenen twee bijdragen in De Kleine Gazet (17 juni en 24 juni 1888). Zie Paul van Tichelen, Bibliografie van en over Emmanuel de Bom, p. 71, nr. 235.
In 1888 versmolt De kleine gazet met De Koophandel van Antwerpen, de spreekbuis van de liberale partij van Antwerpen, waarvan medestichter F. Delvaux-Pecher door Het recht (13 april 1890) een der voornaamste vertegenwoordigers van 'de kleine kapel' werd genoemd. Ook Constant Jacob Hansen spreekt in een brief aan Theophiel Coopman van "De Koophandel, het ambtsblad der Veem of Kapel". Zie de brief van Constant Jacob Hansen aan Theophiel Coopman van 9 oktober 1890 (AMVC, H 2555, 44700/349). De voormalige redactiestaf van De kleine gazet verklaarde bij de samenstelling dat ze vrijwillig met De Koophandel van Antwerpen zou samenwerken tot steun van de Vlaamse liberale partij. Zie De Borger, Bijdrage tot de geschiedenis van de Antwerpse pers. Repertorium 1794-1914, p. 377-380.
Waar Het Recht de rol van de 'kleine kapel' in De Koophandel van Antwerpen in het algemeen besprak, legde het vooral de nadruk op de leidinggevende rol van 'hogepriester' Rooses in dit blad, en zinspeelde het op de betrekkingen van de 'kapelmannen' met de loge. 'Hogepriester' is nl. de negentiende graad van de drieëndertig graden in de hiërarchie van de vrijmetselaarsloge. Zie Het recht van 2 maart 1890 (p. 3), 28 maart 1890 (p. 3) en 30 maart 1890 (p. 3). Na de dood van Désiré van Spilbeeck ging ook De Vlaamsche School over in handen van de 'kleine kapel'; Max Rooses stond aan het hoofd daarvan. En ook het Antwerpse Taalverbond zou een creatie zijn van de 'kleine kapel'. Zie Het recht van 2 maart 1890 (p. 3). Zowel De Boms intrede bij De Koophandel van Antwerpen, zijn medewerking aan De Vlaamsche School als zijn activiteit in het Taalverbond van Antwerpen stonden dus onder het patronaat van Max Rooses.
Kort na de eerste bijdrage van De Bom in De Koophandel van Antwerpen (23-24 september 1888, p. 2), getiteld 'Antwerpsche zeden. Een standje', getekend Mendel, was de verhouding tussen De Bom en Paul Billiet slechter geworden. Reeds op 18 december 1888 vroeg De Bom de bemiddeling van Rooses bij Billiet voor de opname in De Koophandel van Antwerpen van zijn artikel over Jan van Beers, vermits hij zich wegens bepaalde moeilijkheden met Billiet niet meer durfde aanbieden. Zie de brief van De Bom aan Rooses van 18 december 1888 (AMVC, B708, 30939/71).
In de loop van 1889 verschenen er in de rubriek 'Kunst- en letternieuws' in De Koophandel van Antwerpen twintig besprekingen van Emmanuel de Bom (ondertekend M) over boeken en tijdschriften. Maar in heel zijn briefwisseling met Max Rooses uit 1889 beklaagde De Bom zich over de laatdunkende en onwillige houding van Billiet ten opzichte van zijn artikelen en verzocht hij de bemiddeling van Rooses voor de opname ervan. Zie de brieven van De Bom aan Rooses uit 1889, vnl. van 20 augustus 1889 (AMVC, B708, 30939/85) en van 22 augustus 1889 (AMVC, B708, 30939/86).