Op 21 februari 1890 werd te 's-Gravenhage het jubileum van
W.F.G. Nicolaï gevierd. Gedurende 25 jaar was hij aldaar directeur van de
Koninklijke Muziekschool. Tijdens de feestmaaltijd van het Antwerpse
Taalverbond (zie ook ) stelde
Pol de Mont voor om
Nicolaï te vieren. Zie
Die excellente cronike van de ghesellighe tsamenkomste van de Taelverbonders wt Antwerpen in den jaere MDMCCCXC, p. 6.
Het artikel 'Het jubileum van Maestro W.F.G. Nicolaï te 's Gravenhage' (in: De Toekomst (7de reeks, IV, nr. 3 (maart 1890), p. 128-132), was ondertekend met 'De Redactie', maar uit de inhoud bleek dat Pol de Mont de auteur was. Daarin bevestigde De Mont dat hij de Antwerpse groep van het Taalverbond voorstelde om Nicolaï ter gelegenheid van zijn jubileum een adres te overhandigen. Volgens een oproepbriefje van 16 februari 1890 aan de leden van het Antwerpse Taalverbond werd dat adres in de vergadering van 20 februari besproken. Zie de documentatie over het Taalverbond in het AMVC (T 106/D).
Het is mogelijk dat de tekst van het adres toen definitief werd vastgelegd. Die tekst was afgedrukt in bovengenoemd artikel in De Toekomst. Waarschijnlijk was het dat adres dat De Bom vernoemde in zijn artikel 'Hulde aan Nicolaï' (in: de Koophandel van Antwerpen, 11 februari 1890, p. 3), en dat ondertekend was met 'M.'. Wellicht is het ook dit adres dat meerdere bronnen in hun relaas over de feestelijkheden te 's Gravenhage vernoemden. Zo verscheen bijvoorbeeld 'Jubelfeest van W.F.G. Nicolaï' (in: de Koophandel van Antwerpen van 26 februari 1890, p. 2-3), getekend 'A.', waarin die schreef dat er op het feest een adres werd voorgelezen waarin Peter Benoit hulde bracht aan Nicolaï. Ook 'Het jubileum van W.F.G. Nicolaï' (in: Het volksbelang van 1 maart 1890, p. 3) maakte melding van het adres, terwijl Pol de Mont in bovengenoemd artikel in De Toekomst zowel het feit van de aanwezigheid van Peter Benoit te 's Gravenhage op 21 februari 1890 aanhaalde, als het feit dat er namens het Taalverbond van Antwerpen een adres werd voorgelezen waarin Nicolaïbedankt werd om zijn verdiensten jegens Peter Benoit.
Er werd dus niet expliciet vermeld dat Benoit zelf het adres overhandigde of voorlas. Dat laatste is overigens niet erg waarschijnlijk, gezien de vorm van het adres.