Vermeylen verwijst naar De vrije vlucht, waarvan het eerste nummer verscheen op 10 juli 1890. Het tijdschrift kende slechts drie nummers. De "koddige Jezuietenstreek" waarvan Vermeylen hier spreekt, slaat op het feit dat Van Assche tijdens de onderhandelingen over het oprichten van Vrije Kunst (dat nooit verscheen) zelf reeds een tijdschrift had opgericht, met name De vrije vlucht. Van december 1890 tot en met januari 1891 verscheen dan nog Onze kunst, waaraan Van Assche eveneens meewerkte.
Show entire letter