De Koophandel van Antwerpen van 4 febr. 1891) meldde onder de titel 'Conférence du Jeune Barreau' dat men het blad verzocht had mededeling te doen van het feit dat kunstschilder Henry van de Velde op vrijdagavond 6 febr. 1891 om half negen in deze Antwerpse kring "een praatje over den boer in de schilderkunst" zou houden. Deze voordracht werd zeer gunstig besproken in L'opinion (9 en 10 febr. 1891, p. 2), en men hoopte dat deze spreekbeurt, die zo'n diepe indruk had gemaakt, herhaald zou worden in de Cercle Artistique, Littéraire et Scientifique d'Anvers. Van de Velde, die lid was van de Brusselse XX, had zijn voordracht eigenlijk bestemd voor één der zes matinees, die gegeven werden tijdens het 8ste salon van de XX in het Museum voor Schilderkunst te Brussel, dat plaatsvond van 8 febr. tot 8 maart 1891. Henry van de Velde sprak aldaar over 'Du paysan en peinture' op 19 februari 1891. Zie L'art moderne, XI, nr. 8 (22 febr. 1891), p. 60-62. Van de Velde hield deze causerie eveneens in de Cercle Artistique, Littéraire et Scientifique d'Anvers, op 4 maart 1891. Hoewel L'opinion destijds de wens hiertoe formuleerde, repte het blad niet over de gebeurtenis. Wel werd er uitvoerig verslag over uitgebracht door een zekere E.B. in Le précurseur (10 maart 1891), p. 2, waarbij de krant nogal pretentieus opmerkte dat zij voor dit verslag in haar kolommen plaats inruimde voor "un des rares admirateurs du jeune conférencier". Henry van de Velde herhaalde 'Du paysan en peinture' een jaar later, op 23 juli 1892, voor de Haagsche Kunstkring n.a.v. een tentoonstelling voor schilderkunst, georganiseerd door Jan Toorop. Op deze tentoonstelling, die op 16 juli 1892 geopend werd, exposeerde Van de Velde samen met enige andere leden van de XX en van de Antwerpse L'Association pour l'Art. Ook enige Franse progressieve schilders waren er vertegenwoordigd. Zie L'art moderne, XII, nr. 29 (17 juli 1892), p. 231 en L'art moderne, XII, nr. 36 (4 sept. 1892), p. 285-286. In 'Du paysan en peinture' sprak Van de Velde over de manier waarop de boer vanaf Breughel tot en met Pissarro in de schilderkunst werd voorgesteld, en verleende hij voorkeur aan de conceptie van Pissarro, die de moderne landbouwer in zijn reële existentie voorstelde, boven de zogenaamde goddelijke incarnatie van "l'homme de terre" van Millet. Zie R.N. Roland Holst, 'Conférence de M. Henry van de Velde', in: L'art moderne, XII, nr. 35 (28 aug. 1892), p. 276-277. Zie ook A.M. Hammacher, De wereld van Henry van de Velde (Antwerpen, Mercatorfonds en 's-Gravenhage, G.D. van Goor zonen's, 1967), p. 113 en M. Octave Maus, Trente années de lutte pour l'art 1884-1914 (Brussel, L'Oiseau Bleu, 1926), p. 122. Deze studie werd integraal gepubliceerd in 1900: Henry van de Velde, Du paysan en peinture (Brussel, Avenir Social, 1900). R.A. Schröder vertaalde Du paysan en peinture in het Duits: 'Der Bauer in der Malerei' verscheen in Die Insel, II (1900), p. 210. Zie M.O. Maus, Trente années de lutte pour l'art 1884-1914 (Brussel, L'Oiseau Bleu, 1926), p. 514. Toen Henry van de Velde later in zijn memoires op deze studie terugkwam, schreef hij dat ze resulteerde uit zijn waarnemingen van de boeren en hun leven tijdens zijn verblijf te Wechelderzande en dat hij, hiervan uitgaande, het probleem van de boer in de schilderkunst sociaal-ethisch en geschiedkundig had trachten te benaderen. Zie Henry van de Velde, Geschichte meines Lebens (München, Piper Verlag, 1962), p. 38 e.v.
Toon volledige brief