Annotations

[1] Niet teruggevonden.
[2] Grégoire le Roy, L'annonciatrice, drama in drie bedrijven, onafgewerkt en onuitgegeven. Het handschrift bevindt zich bij de dochter van Le Roy, Mevrouw van Paemel. De tweede scène van het eerste bedrijf werd gepubliceerd in het tijdschrift Epîtres, nr. 24 (maart 1951), p. 55 met een voorwoord van Pierre Maes (blz. 49-54), waarin deze wijst op het verband tussen L'annonciatrice enerzijds en Les flaireurs anderzijds. In dezelfde aflevering van het tijdschrift (blz. 46-47) bevindt zich ook nog een brief, gedateerd 17 juli 1890 van Maurice Maeterlinck aan Grégoire le Roy over zijn drama.
[3] Van Maurice Maeterlinck. L'intruse werd gepubliceerd in 1890.
[4] Maurice Maeterlincks Le massacre des innocents werd pas in 1918 in de handel gebracht in de bundel Deux contes. Le massacre des innocents. Onirologie (Parijs, Georges Crès, 1918). Het verhaal was echter eerder verschenen in La Pléiade, I, 1ste reeks, nr.3 (mei 1886), p. 65-74. Een overdruk van deze tekst, getekend Mooris Maeterlinck, werd — zonder vermelding van plaats, datum of uitgever — als plaquette op slechts weinige exemplaren in omloop gebracht zonder dat het evenwel in de handel verkrijgbaar was. Maeterlincks Serres chaudes (gedichten) verscheen in 1889 te Gent [bij L. van Melle]. In hetzelfde jaar kwam te Parijs bij Léon Vanier de Franse uitgave van de pers. Paul Lacomblez (Brussel) bezorgde in 1891 de eerste nieuwe uitgave. Maeterlincks L'intruse (éénakter in proza) verscheen voor het eerst in La Wallonie, V (jan. 1890), p. 3-28, en werd uitgegeven te Gent in 1890 bij L. van Melle. Paul Lacomblez bracht [eveneens in 1890] de bundel Les aveugles, die inzet met L'intruse (Maurice Maeterlinck, Les aveugles, Brussel, Paul Lacomblez, [1890]. In 1891 bracht Lacomblez nog een nieuwe editie op de markt. Maurice Maeterlinck, La princesse Maleine (drama in 5 bedrijven) [Gent, L. van Melle], 1889. In 1891 verschenen te Brussel bij Lacomblez nog drie heruitgaven.Maurice Maeterlinck, Les sept princesses (Brussel, Paul Lacomblez, 1891. Maurice Maeterlinck, L'ornement des noces spirituelles de Ruysbroec l'Admirable (vertaald uit het Nederlands en van een inleiding voorzien door M. Maeterlinck), Brussel, Paul Lacomblez, 1891. In hetzelfde jaar verscheen te Parijs een nieuwe uitgave bij Ed. Nilsson. (Deze gegevens putten we uit H. Talvart en J. Place, Bibliographie des auteurs modernes de langue française (1801-1962) (Parijs, La chronique des lettres françaises, dl. XIII, 1956).
[5] Charles van Lerberghe, Les flaireurs (Brussel, Paul Lacomblez, 1889. Het werk was eerst verschenen in La Wallonie, IV (jan. 1889), p. 24-44, met een noot: "Légende originale et drame en trois actes pour le théâtre des fantoches". Voor de verhouding van L'intruse van Maeterlinck tot Les flaireurs van Ch.arles van Lerberghe, zie G. Vanwelkenhuyzen, 'L'intruse et Les flaireurs', in: Annales de la Fondation Maeterlinck, deel VIII (Gent, 1962), p. 38-60 en G. Vanwelkenhuyzen, 'Encore L'intruse et Les flaireurs', in: Bulletin de l'Académie Royale de Langue et de Littérature Françaises (Brussel, Palais des Académies, 1963. Zie ook J. Hanse, 'La genèse de L'intruse', in: Bulletin de l'Académie Royale de Langue et de Littérature Françaises, deel XL, nr.3, blz. 162-167 en een artikel van Franz Hellens in La dernière heure van 10 juni 1947. De gegevens uit deze noot en uit noot 1 danken we aan de heer J. Warmoes, directeur van het Musée de la Littérature te Brussel. De affiniteiten tussen beide auteurs blijkt ook uit een artikel van Grégoire Le Roy over Maeterlinck in La jeune Belgique, X, nr. 10 (oktober 1890), p. 357-360.
[6] In de Cirkschouwburg. Zie o.m. brief 55, noot 4.
[7] De Franse benaming voor het Hooglied van Salomon uit het Oude Testament.
[8] Waarschijnlijk uit 'Te Brugge', Zingende Vogels, II, 2de stuk (1891), p. 87-90. De definitieve versie is gedateerd 'September '91'.

Register

Naam - persoon

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Bouwmeester, Frits (° Middelburg, 1848-08-02 - ✝ Surabaja, 1906-02-17)

Toneelspeler.

Broer van Louis Bouwmeester.

Fetis, Eduard Louis (° Bouvignes (Dinant), 1812-05-16 - ✝ Brussel, 1909-01-31)

Musicoloog.

Sedert 1847 lid van de Koninklijke Academie van België, later eveneens hoofdconservator van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel.

Gaesch, Clara Joanna Maria (° Königsberg (Pruisen; thans Kalingrad, USSR), 1866-02-23 - ✝ – Antwerpen, 1895-03-14)

Cafézangeres.

Was ongehuwd en werkte tot 1891 in The Music Hall aan het Falconplein. Op het ogenblik dat ze een relatie had met Emmanuel de Bom, verwachtteze een kind, dat in 1895 een tijdlang bij De Boms zuster Jeanne werd opgenomen. Een zuster van Clara, Augusta, werkte ook als zangeres in de Statiestraat en zou in 1895 in Kopenhagen hebben verbleven. Clara's laatste adres was Dambruggestraat 85, Antwerpen.

Lerberghe, Charles Van (° Gent, 1861-10-21 - ✝ Brussel, 1907-10-26)

Dichter.

Roy, Grégoire Le (° Gent, 1862-11-07 - ✝ Elsene, 1941-12-05)

Schrijver en schilder.

Valles, Jules (° Puy-en-Velay, 1832 - ✝ Parijs, 1885)

Schrijver, journalist en politicus.

Vermeylen, August. (° Brussel, 1872-05-12 - ✝ Ukkel, 1945-01-10)

Hoogleraar, kunsthistoricus en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Gabrielle Josephine Pauline Brouhon op 21/09/1897.

Vermeylen, François Guillaume (° Brussel, 1851-02-23 - ✝ Brussel, 1911-08-24)

Halfbroer van o.a. August. Ongehuwd en aannemer van beroep.

Naam - uitgever

Lacomblez, Paul Henri (° Solesmes (Frankrijk), 1855-07-12 - ✝ St.Lambrechts-Woluwe, 1932-03-27)

Uitgever en boekhandelaar in Brussel.

Gaf o.m. het tijdschrift La pléiade belge uit.

Titel - krant/tijdschrift

Jeune Belgique, La (° 1881 - ✝ 1897)

Literair tijdschrift.

Pleiade, La (° 1886 - ✝ 1889)

Literair avant-garde tijdschrift.

Wallonie, La (° 1886 - ✝ 1892)

Eén der belangrijkste tijdschriften van de symbolisten, zowel in België als in Frankrijk. Verscheen te Luik. Werd opgericht door A.Mockel, P.Olin en H.de Régnier. Voorpublikaties van de belangrijkste symbolisten verschenen in La Wallonie, o.m. Les flaireurs van Ch.van Lerberghe en L'intruse van M.Maeterlinck.

Tijdschrift dat bestond uit "oorspronkelijke bijdragen van hedendaagsche dichters, verzameld door Pol de Mont" en dat verscheen in 1891 - 1892 (4 nummers) en 1895 - 1896 (eveneens 4 nummers). Het tijdschrift waarin o.a. bijdragen van A. Peaux, J. Winkler Prins, J. Adriaensen, P. Anri, J. de Geyter, H. Swarth, P. van Langendonck, A. Vermeylen, L. Buyst, C. Buysse, E. de Bom, L. Opdebeek verschenen, werd gedrukt te Hasselt bij drukkerij Winand Klock.

Naam - instituut/vereniging

Cirkschouwburg 1891 - 1900 (° Antwerpse toneel- en feestzaal, gevestigd aan de Jezusstraat, die verhuurd werd voor dansavonden, circusvoorstellingen of toneel. Verscheidene malen werd te Antwerpen gepoogd naast de officiële Nederlandsche Schouwburg een tweede Schouwburg met een eigen groep op te richten. De eerste poging dateert van, - ✝ ', 0084 - ✝ , toen W. Lemmens in het Théâtre des Variétés erin slaagde, ondanks het uitblijven van geldelijke steun, een jaar lang een tweede Nederlandstalig gezelschap beroepsacteurs op de planken te houden. De volgende pogingen gingen door in de Cirkschouwburg, en wel in, 1886 - ✝ ', 0087 - ✝ o.l.v. Fr.Bouwmeester, die van de Cirk een familieschouwburg wilde maken, en in, 1888 - ✝ ', 0089 - ✝ o.l.v. H.van Kuyk. Beide pogingen mislukten door het gebrek aan comfort in de zaal, In, 1891 - ✝ werd de Cirkschouwburg herbouwd, nadat drie spelers van de Nederlandsche Schouwburg (nl. H.Laroche, Fr.Bouwmeester en B.Ruysbroeck) zich uit ongenoegen met de nieuwe directie uit dit gezelschap hadden teruggetrokken en een eigen privé-onderneming op het getouw wilden zetten. De nieuwe Cirkschouwburg, die opgesmukt werd door een aantal jonge Antwerpse schilders en beeldhouwers en het nieuwe gezelschap, waartoe behalve Ruysbroeck en Laroche (Fr.Bouwmeester had zich niet aan de plannen gehouden en zich in Nederland laten engageren) nog H.van Kuyk, Pr. de Wit en Julie Cuypers behoorden, wekten het enthoesiasme op van E.de Bom, die goed bevriend was met Laroche en die met A.Vermeylen, J.Mesnil en E.Coremans de initiatiefnemers wilden bewerken om van de Cirk een avant-garde-schouwburg te maken waar Ibsen, Maeterlinck, Sudermann, Tolstoj en Strindberg zouden gespeeld worden. Uiteindelijk werd alleen Ibsens Volksvijand (in de vertaling van E.de Bom) weerhouden, maar ook deze opvoering strandde jammerlijk omdat de acteurs na enkele repitities het stuk niet verder aandurfden. De Cirkschouwburg, o.l.v. H.Verstraeten, werd dus weer een gewone familieschouwburg waar naast "betere" stukken zoals Gringoire van Th.de Banville. en De maire van Antwerpen van Fr.Gittens meestal spektakelstukken en melodrama's gebracht werden, en eenmaal, in het voorjaar van, - ✝ , bij wijze van uitschieter, het gezelschap Junkermann te gast was, dat Hoog- en Nederduitse stukken opvoerde, o.m. van Frits Reuter. De ploeg van H.Verstraeten speelde maar één enkel toneelseizoen: einde, 1892 - ✝ keerden de meeste acteurs naar de voorheen zo versmade Nederlandsche Schouwburg terug. De Cirkschouwburg werd opnieuw voor de meest uiteenlopende activiteiten opengesteld: bals, goochelavonden, circusvoorstellingen en, in, - ✝ althans, voor opvoeringen van franstalige operetten. Het gebouw brandde af in,)