Op het einde van 1886 richtte Henry van de Velde samen met Max Elskamp e.a. te Antwerpen de kunstkring L'Art Indépendant op, volgens het principe van het Salon des Indépendants van Parijs, waar de kunstenaars rechter in eigen zaak waren en exposeerden volgens coöptatie. De kring opende in maart 1887 zijn eerste salon. Zie L'art moderne, VII, nr. 12 (19 maart 1887), p. 90. Een nieuwe vooruitstrevende kunstrichting werd hier gepromoveerd in de zin van de XX te Brussel, op wier leden l'Art Indépendant een beroep deed voor tentoonstellingen. Dat laatste lokte heel wat kritiek uit van conservatieve zijde, die in de kring vertegenwoordigd werd door Hendrik Luyten, en zijn spreekbuis vond in kranten als Le journal des Beaux-Arts en Het handelsblad. Zie J.F. Buyck, 'Ter inleiding. De kunstkring Als Ik Kan en zijn betekenis voor het culturele leven te Antwerpen in de tachtiger jaren van de XIXde eeuw', in: Catalogus van de tentoonstelling Als Ik Kan (Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, 15 nov. tot 14 dec. 1975), p. 13-14. Zie ook Herta Hesse-Frielinghaus, 'Vorwort und Katalogtext. Der junge van de Velde und sein Kreis', in: Catalogus van de tentoonstelling Der junge Van de Velde und sein Kreis 1883-1893 (Hagen, Karl-Ernst-Osthaus-Museum, 18 oktober tot 22 november 1919), p. 20. Enkele jaren later moest l'Art Indépendant te Antwerpen verdwijnen, gekelderd door "les puissances ménapiennes", een term van M.O. Maus, die aantoonde hoe vijandig progressieve kunst in Antwerpen bejegend werd. Zie M.O. Maus, Trente années de lutte pour l'art 1884-1914 (Brussel, L'Oiseau Bleu, 1926), p. 117 en 140. l'Art moderne van 22 maart 1891 haalde L'Opinion aan, die er n.a.v. het herrijzen van l'Art Indépendant over sprak, dat deze kring eertijds moest verdwijnen, omdat de stad hem de zaal in de Venusstraat voor zijn tentoonstellingen ontzegd had, en nu opnieuw geboren was met andere elementen "plus résolument convaincus d'art nouveau". Zie l'Art moderne, XI, nr. 12 (22 maart 1891), p. 97. Het eigenlijke stichtingsplan van deze nieuwe vereniging, die L'Association pour l'Art zou heten, werd pas meegedeeld in De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 38 en in l'Art moderne, XII, nr. 6 (7 febr. 1892), p. 46. In deze kring manifesteerde zich een sterke oriëntatie naar de toegepaste kunst. Zie M.O. Maus, Trente années de lutte pour l'art 1884-1914 (Brussel, L'Oiseau Bleu, 1926), p. 117 en 140 en Herta Hesse-Frielinghaus, 'Vorwort und Katalogtext. Der junge van de Velde und sein Kreis', in: Catalogus van de tentoonstelling Der junge Van de Velde und sein Kreis 1883-1893 (Hagen, Karl-Ernst-Osthaus-Museum, 18 oktober tot 22 november 1919), p. 104. L'Association pour l'Art opende te Antwerpen haar eerste tentoonstelling op 29 mei 1892. Evenals l'Art Indépendant ontplooide L'Association pour l'Art zich in het voetspoor van de Brusselse XX, en werd ze erkend als een manifestatie van neo-impressionisme en symbolisme. Zie l'Art moderne, XII, nr. 23 (5 juni 1892), p. 177-197.
Toon volledige brief