Niet teruggevonden. Leo Simons en Emmanuel de Bom hadden elkaar leren kennen te Gent op het 21ste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres, dat op 23, 24, 25 en 26 augustus 1891 aldaar plaatsgevonden had onder het voorzitterschap van August de Maere-Limnander. Simons was door de Oprechte Haarlemsche courant als verslaggever naar Gent gestuurd. Zie verder . De nadere kennismaking tussen Simons en De Bom vond haar oorsprong in de grote belangstelling van beiden voor Henrik Ibsen en zijn werk. Uit deze ontmoeting groeide een jarenlange ononderbroken vriendschap. Zie Leo Simons, 'Mane', in: Emmanuel de Bom, (Dagwerk), p. 7-9 en Emmanuel de Bom, 'Mijn vriend Leo Simons', in: Ter herinnering aan Dr.Leo Simons (Amsterdam, Wereldbibliotheek, 1933), p. 79-82. Waarschijnlijk werd er tijdens deze eerste ontmoeting ook over de geschriften van De Bom gesproken en stuurde deze laatste Simons afdrukjes van eerder gepubliceerde srtikelen, o.m. "de verschillende schetsjes" waarover Simons in een brief aan De Bom van 4 november 1891 zal spreken. Zie verder brief 186.
Show entire letter