Dwelshauvers, Georges (° Brussel, 1866-09-06 - ✝ Parijs ?/?/, 1937)
Filosoof.
Broer van Jacques Dwelshauvers. Studeerde aan de ULB. Verbleef lange tijd in Duitsland waar hij leerling was van W. Wundt (deed o.m. filosofie aan de universiteit van Heidelberg van april 1891 tot het eind van het zomersemester). Werd in 1892 te Brussel speciaal doctor in de wijsbegeerte met zijn thesis Les principes de l'idéalisme scientifique, nadat een eerste proefschrift Psychologie de l'apperception et recherches expérimentales sur l'attention. Essai de psychologie physiologique. gebaseerd op zijn onderzoekingen in het laboratorium voor experimentele psychologie van W. Wundt, op principiële gronden was geweigerd. Was achtereenvolgens hoogleraar aan de ULB (1893-1918), aan de Catalaanse Universiteit te Barcelona (1918-?) en aan het Institut Catholique te Parijs (vanaf 1925). Publiceerde studies over J. Lagneau, H. Bergson en F. Nietzsche. Interesseerde zich ook voor het toneel wat zich uitte in studies over H. Ibsen, een vertaling van Goethes Iphigenies (1903) en een bewerking van Lessings Nathan der Weise (opgevoerd in het Théâtre du Parc te Brussel, 1904); schreef zelf ook een drama Ino (1913), geïnspireerd op Oedipus koning van Sophocles.
Dwelshauvers, (Jean) Jacques (° Brussel, 1872-07-09 - ✝ Montmaur-en-Diois (Drôme), 1940-11-14)
Kunsthistoricus en militant anarchist.
Broer van Georges Dwelshauvers en gezel van Clara Köttlitz, met wie hij in 1897 een vrij huwelijk aanging. Deed beloftevolle studies aan het Koninklijk Atheneum Brussel (afd. Latijn-Grieks), waar hij A.Vermeylen leerde kennen. Studeerde 1890-92 natuurwetenschappen aan de ULB (diploma van kandidaat in juli 1892). Met een beurs van de Jacobsstichting vatte hij in oktober 1892 studies in de medicijnen aan te Bologna, samen met de latere geneesheren Herman Köttlitz en Alfred Walravens. Hij verliet Bologna in 1897, zonder de hele cyclus te hebben beëindigd.
In hetzelfde jaar begonnen de eerste strubbelingen met Gust Vermeylen, i.v.m. diens huwelijk met Gaby Brouhon en de strekking en inhoud van Van Nu en Straks. Het jaar daarop maakte hij een nieuwe reis naar Bologna en Bergamo. In het voorjaar van 1899 trok hij met Clara naar Firenze, waar hij zich voortaan geheel aan kunsthistorisch onderzoek wijdde, geboeid door de figuur van Botticelli en de kuituur van het Quattrocento. Hij zou in Firenze ook nog de toelating hebben gevraagd zich voor de eindexamens geneeskunde aan te bieden, maar legde die nooit af. Zijn verblijf in en om Firenze (afwisselend te Calamecca en te Castello), dat tot 1906 duurde, werd regelmatig onderbroken voor reizen naar het thuisland, en naar Parijs.
In 1899 werd te Antwerpen trouwens zijn zoon Lorenzo (Jean-Jacques Erasme Laurent) geboren (op de akte tekende o.m. Emmanuel de Bom als getuige), en het gezin was er officieel ingeschreven aan de Montebellostraat 3 tot 1906. In dat jaar, verhuisden zij naar Colombes bij Parijs (Boulevard Gambetta 46, niet-geregistreerde verblijfplaats). Dwelshauvers, die zich intussen Mesnil noemde (naar twee dorpjes bij Dinant, de geboortestad van zijn vaders familie), onderhield er nauwe contacten met de anarchistische en internationalistische beweging. Hij verdiende de kost met het schrijven van reisgidsen, eerst bij Hachette (o.a. de Guide Joanne - na W.O.I Guide Bleu - over Noord-Italië), nadien bij Baedeker.
Tussen 1910 en 1914 vestigde het gezin Mesnil zich te Alfort bij Parijs, waar - gezien zijn moeilijkheden met de geheime politie - evenmin een officiële inschrijving werd genoteerd. Jacques Mesnil stierf in niet opgehelderde omstandigheden te Montmaur, waar zijn zoon toen zou hebben gewoond; hij leed toen al enkele jaren aan een hart- en nierziekte waarvoor hij o.m. door dokter Schamelhout werd behandeld. Behalve aan Van Nu en Straks werkte hij nog mee aan Mercure de France, La société nouvelle, Ontwaking, Onze kunst, Revista d'Arte, Gazette des beaux arts, Burlington Magazine, de Parijse krant L'Humanité en het Italiaanse Avanti. Een bibliografie kan men terugvinden in de geciteerde bronnen.
Verlant, Daniël Ernest Alphonse (° Ieper, 1862-02-11 - ✝ Brussel, 1924-02-20)
Algemeen Inspecteur der Fraaie Kunsten bij het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen. Studeerde met Y. Gilkin en P. van Langendonck aan het St. Aloysius Instituut te Brussel. Stond bekend om zijn eigenzinnig karakter. Zijn zoon Jacques Verlant was bibliothecaris in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel.
Art Moderne, L' (° 1881 - ✝ 1914)
Brussels artistiek weekblad.
Werd, zoals ook La jeune Belgique, bij Wwe Monnom gedrukt. Opgericht door de advocaat Edmond Picard, die toen werd beschouwd als de geestelijke leider van de Brusselse progressieve jongeren. Samen met Octave Maus, de bezieler van de kunstenaarskring Les XX (1884 - 1893), verdedigde hij in l'Art moderne o.m. het impressionisme en het wagnerisme. Het tijdschrift kan in zekere zin beschouwd worden als een voorbode van Van Nu en Straks: vooral Picards uitspraak dat kunst filosofische gedachte, synthese en leven is, wijst in die richting. Medewerkers waren o.a. C.Lemonnier, E.Verhaeren (die ook in de redactie zat), G. Eekhoud, E. De Molder (later schoonzoon van Fél.Rops) en H. van de Velde.
Chronique, La (° 1914-1868 - ✝ 1918 - °)
Brussels dagblad.
Verscheen eerst als weekblad (1864 - 1868). Werd gesticht door Victor de la Hesbaye die ook jarenlang als hoofdredacteur optrad. Was aanvankelijk neutraal van opzet; evolueerde naar een in de jaren negentig duidelijke liberale strekking met antiklerikale en antiflamingantische stellingnamen. Cesuur tijdens de Eerste Wereldoorlog: het blad verscheen opnieuw als weekblad, evenwel uitsluitend te Parijs; na de oorlog werd het opnieuw dagblad met als ondertitel "Journal d'Union belge". De hoofdredactie berustte toen bij Jean d'Ardenne en Léon Souguenet. Directeur was Fréderic Rotiers.
Cercle (artistique Et) Litteraire (de Bruxelles) (°)
Letterkundige kring aan de ULB.
Vergaderde in de Waux-Hall. Bestond zeker al in 1865.
Voorlopig geen verdere informatie, daar het exemplaar van de statuten en ledenlijst uit 1896 in de KBB is zoekgeraakt. Parallel bestond ook een Cercle des Sciences en een Cercle d'Etudes Sociales.
Cercle Artistique, Litteraire Et Scientifique D'anvers (° 1852 - ✝ 1969)
Vereniging op 10 mei 1852 opgericht onder voorzitterschap van J.F. Loos, toenmalig burgemeester, met de bedoeling tegenover de uitgesproken zich 'flamingantisch bewegende' literatoren en kunstenaars een zich - op burgerlijk hoger vlak - manifesterende groepering te vormen die, naast de beoordeling van kunstwerken, de evolutie van de wetenschap in het bereik van het Antwerpse 'society'-leven wou brengen. De 'Cercle' ontplooide al zeer vlug een merkwaardige aktiviteit door o.a. tentoonstellingen en lezingen (o.a. van Multatuli, Mallarmé en Verlaine). Ook Vlaamse manifestaties kwamen, zij het minder veelvuldig, aan de beurt: zo had in 1913 in de 'Cercle' de eerste openbare vergadering van de Vereeniging voor Beschaafde Omgangstaal plaats. Men wenste ook, na het teloorgaan, tijdens de jaren twintig van het Théâtre des Variétés aan de Meir, het Franse boulevardtheater zijn kansen te blijven gunnen. Dit bleek niet erg winstgevend, en in 1964 moest ook het ter hulp gekomen Centre Culturel d'Uccles de pogingen staken; de 'Cercle' werd definitief opgeheven in december 1969. Het archief- en documentatiemateriaal van de Cercle Artistique bevindt zich in het AMVC; de onroerende goederen kwamen in handen van het Antwerps provinciebestuur dat er onder de benaming Arenberg zijn Reizend Volkstheater in onderbracht en van het hele complex een cultureel centrum maakte.