Er kon niet worden achterhaald om welke studie van
De Bom het hier gaat. Het betreft in geen geval het carnavalartikel (zie
brief 59, noot 1), vermits dat carnaval pas begin maart plaatsvond en vermits
De Bom dit artikel afsluit met een anekdote die
August Vermeylen hem bezorgde in zijn brief van 29 februari (
brief 52). Voor dit carnavalartikel kon geen enkele bijdrage van
Emmanuel de Bom in een Nederlandse krant of weekblad worden teruggevonden.