Uit de samenhang van deze brief,
brief 113,
brief 117 en
brief 118 van
Van de Velde aan
Toorop, kan de datering van deze brief worden gereconstrueerd, en worden vastgelegd op 24 juni 1892:
- a) Deze brief moet volgens de inhoud van de tweede alinea tussen de sluiting van de tentoonstelling van l'Association pour l'Art en de opening van de tentoonstelling van de Haagsche Kunstkring vallen. De tentoonstelling van l'Association pour l'Art in het oud museum voor schilderkunst in Antwerpen liep van 29 mei tot 19 juni 1892 (zie L' Art Moderne, XII, 22 (29 mei 1892), p. 174 en 27 (3 juli 1892), p. 215). De tentoonstelling ingericht door de Haagsche Kunstkring vond plaats van 15 juli tot 14 augustus 1892 (zie o.m. J.M. Joosten, 'Henry van de Velde en Nederland. 1892-1902. Belgische Art Nouveau en Nederlandse Nieuwe Kunst', in: Cahiers Henry van de Velde, 12-13, (1974), p. 6-46: 9 en 14).
- b) uit de voorlaatste zin blijkt dat deze brief op een vrijdag is geschreven. Uit de inhoud van brief 113, die de vermelding 'Calmpthout-Samedi' draagt, is het duidelijk dat deze brieven onmiddellijk op mekaar volgen.
- c) brief 117 en brief 118 dragen allebei de vermelding 'Calmpthout. mardi soir'. Wegens hun inhoud kunnen ze echter niet op dezelfde dag geschreven zijn.
- d) brief 118 moet geschreven zijn voor de lezing Le paysan en peinture van Henry van de Velde in Den Haag op maandag 25 juli 1892 (zie Haagsche Kunstkring, Eerste jaarverslag Augustus 1891-Augustus 1892 (Den Haag, Mouton & C°, 1892, p. 9).
- e) de inhoud en de aanduiding van de werkdagen geeft dus als volgorde: 112 [vrijdag], 113: zaterdag, 117: dinsdagavond; 118: dinsdagavond. Vermits brief 112 tussen 19 juni 1892 en 17 juli 1892 moet vallen (zie a), kan brief 118 op het eerste gezicht op 19 12 juli 1892 geschreven zijn (zie b,c en d).
Wegens de inhoud van
brief 118 is 19 juli 1892 al onwaarschijnlijk, omdat
Van de Velde zijn conferentie op 25 juli heeft gehouden (zie d). De schikkingen zouden dan wel zeer vlug moeten getroffen zijn. Bovendien geeft
Van de Velde in de laatste alinea
Toorop de raad samen met hen te exposeren. Dat plaatst de brief dus wel duidelijk voor de opening van de tentoonstelling en laat als enige mogelijkheid 12 juli over. J.M. Joosten dateert deze brief dus ten onrechte op 19 juli 1892 i.p.v. op 12 juli 1892.
Indien we aannemen dat tussen
brief 113 en
brief 117, en tussen
brief 117 en
brief 118 telkens ten minste een week moet liggen nodig om de schilderijenzendingen waarvan sprake, uit te voeren (in België duurt dit reeds ongeveer 5 dagen, zoals uit brief 112 blijkt) of alsnog mogelijk te maken, dan blijft als meest waarschijnlijke reconstructie over: brief 112: [24 juni 1892],
brief 113: [25 juni 1892],
brief 117: [05 juli 1892],
brief 118: [12 juli 1892].