I.v.m. de datering van deze brief en van brief
117quater: in deze brief vraagt
Elskamp aan
Van de Velde of het werk van Toulouse-Lautrec 'La goulue et sa soeur', met toelating van
Lemmen (die samen met
Theo van Rijsselberghe instond voor de administratie en praktische organisatie van
de XX uit Brussel) naar Nederland is gestuurd. Het werk zou dus van de tentoonstelling van
de XX in Brussel (van 6 febr. tot 6 maart 1892; zie
brief 36ter) via die van de
Association pour l'Art in Antwerpen (van 9 mei tot 19 juni 1892; zie
brief 56bis, noot 2), naar Den Haag zijn opgestuurd (zie
brief 113 en
brief 117).
In
brief 117quater zegt
Elskamp daarentegen dat de brief van
Lemmen (niet teruggevonden)
door hen verkeerd begrepen werd en het werk inderdaad zo vlug mogelijk naar Parijs teruggestuurd moest worden. Brief 117ter gaat dus aan
brief 117quater vooraf. Beide brieven zijn zeker na 9 juli 1892 geschreven (de datum van
brief 117bis, waarin van de hele vergissing nog geen sprake is;
Elskamp had de brief van Toulouse-Lautrec dus nog niet ontvangen), en voor 12 juli 1892 (de gereconstrueerde datum van
brief 118, waarin de moeilijkheden blijkbaar achter de rug zijn; zie
brief 118, noot 2). De brieven 117ter en
117quater moeten dus tussen 9 en 12 juli 1892 gesitueerd worden.