<Resultaat 499 van 1419

>

Beste kerel
Ik ga je vliegens antwoorden; kort, want anders moet ik [']t mogelijk weer uitstellen, en zakelijk[.]
Je artikels[1] over Landjuweel heb ik wel gezien, niet gelezen. Heele lappen en niets de Bom-achtigs erin; ik dacht al dat [']n ander je onderkropen had. Gelukkig niet! Ze zullen wel behoorlijk honoreeren.[2] Wacht September af, dan zullen ze je misschien den 4en of 5en wel zelf [']t geld sturen. Zoo niet, wacht dan tot je hier komt, dan ontvang je [']t zelf. Dat spaart remise kosten, vat je?
Wat nu overkomst betreft[3] — als je maar geen cholera meebrengt,[4] daar zijn ze hier als de Dood zoo bang voor — zal alles schikken. Ik zal uitzien naar goedkoop logies, als je me schrijft wanneer je komt; rijksmuseum, Jodenhoek, alles wat je maar wilt je toonen; je voorstellen aan Berckenhoff en anderen. Maak je intusschen niet te veel illusies, en wacht met hierkomen tot het eind der volgende week — Dan heb ik twee volle dagen voor je disponibel, Zaterdag en Zondag en mogelijk ook Maandag (10, 11, 12 Sept.); dan is misschien Obreen, die 1 Sept. Parijs verlaat al hier en kun je hem mogelijk zelf spreken. Eén raad: als je kunt vraag dan introducties[5] aan Max Rooses, voor Obreen van het rijksmuseum ([']n broer), voor dr Ritter van Nieuws v[an den] Dag, voor Charles Boissevain van Handelsblad. Daar heb je veel meer aan dan aan introducties van mij. Ik ben met die lui niet op zoo 'n goeien poot en hij staat hier bij de officieele lui hoog aangeschreven.
Voor de rest: ik zal zwijgen over je komst en je geheimen als een mof en sta tot je beschikking.
[2]
Die betrekking aan N[ieuwe Rotterdamsche] krijg ik stellig niet. Adieu — Vliegens
u hand[.]
Leo
Breng je bruiloftsverzen mee[6]

Annotations

[2] Zie brief 140, noot 1, waarin bericht van honorering.
[3] Emmanuel de Bom verbleef in Nederland van 10 tot en met 12 september. Zie brief 141, noot 1bis.
[4] Simons doelt op de moordende cholera-epidemie die toen in heel Europa woedde. De ziekte moet half juli 1892 in de haven van Hamburg zijn ontstaan, door slechte hygiënische omstandigheden en een gebrekkige voedselbewaring (mogelijk door de zomerhitte). In die stad alleen werden tussen 15 augustus en 19 november 1892 17.975 gevallen genoteerd, waarvan 7.611 dodelijk, op een totaal van resp. 19.697 en 8.575 voor het gehele Duitse Rijk. Zie de Oprechte Haarlemsche Courant, De (285) van 3 dec. 1892, p. 1. In augustus berichtten de kranten bijna dagelijks over het verder oprukken van de epidemie, die zich via scheepsladingen in andere Europese havens en zo verder in het binnenland heeft verspreid. Verscheidene landen namen zeer strenge maatregelen op het transport van personen en goederen (i.h.b. op de invoer van vlees). Zo werden b.v. in Antwerpen de schepen ettelijke dagen in quarantaine gehouden. Overigens worden in België tussen 25 juli en 13 oktober 1135 gevallen opgetekend, waarvan 564 dodelijk. Zie de Oprechte Haarlemsche Courant, De (242) van 14 okt. 1892, p. 3.
In Frankrijk werden tot 15 okt. 1892 niet minder dan 3184 doden geteld. Zie de Oprechte Haarlemsche Courant, De (253) van 27 okt. 1892, p. 1. Voor Nederland situeerde het hoogtepunt van de cholera-epidemie zich omstreeks begin oktober: ca. 45 doden per week (ibid.). Op 17 november werd de scheepsquarantaine in Antwerpen tijdelijk volledig opgeheven. Zie Zie de Oprechte Haarlemsche Courant, De (272) van 18 nov. 1892, p. 3. Begin januari 1893 werd eindelijk een afname van het aantal gevallen gemeld in België, Nederland, Polen, Duitse Rijk en Rusland. Er werd daarentegen nog een toename vastgesteld in Frankrijk en vooral Perzië.
Intussen werd met alle middelen gewezen op bepaalde voorzorgsmaatregelen die cholera konden tegengaan. Een correspondent van de Oprechte Haarlemsche Courant, De, die tekent met M.R.B., schreef daarover uit diverse plaatsen in Europa (tussen 21 sept. en half oktober 1892, het eerste artikel kwam uit Antwerpen). Ook in De Koophandel van Antwerpen (30 en 31 okt. 1892 en 4 nov. 1892) werd op de in acht te nemen gezondheidsvoorschriften gewezen. Dat de epidemie ook creatieve sporen heeft nagelaten, blijkt uit De Nederlandsche Spectator [buitentekstplaten in de nrs. 35 (27 aug. 1892) en 42 (15 okt. 1892], en uit L' Art Moderne, 42 (16 okt. 1892) en 335 (over '"Le Cholera": drame en six actes de Miniemann').
[5] Voor introducties van Max Rooses: zie de aanvang van brief 153, noot3.
[6] In brief 137 zal Leo Simons aan Emmanuel de Bom schrijven dat die bruiloftsverzen slechts als grap bedoeld zijn.

Register

Naam - persoon

Berckenhoff, Hermanus Leonardus (° Purmerend, 1850-04-28 - ✝ Den Haag, 1918-05-02)

Journalist.

Was van 1886 tot aan zijn dood Amsterdams correspondent bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant, waarbij hij zich bijzonder op handels- en scheepvaartbelangen toelegde. Gold gedurende die jaren als de meest vooraanstaande tolk van het leven in de hoofdstad. Daarvóór schreef hij, onder de naam Champrosé (naar een bekende Franse raisonneursrol), stukjes in het door hem en Jan C. de Vos opgerichte tijdschrift De Lantaarn (dat spoedig overkop ging). Hij verraadde daarin sterke invloed van de blijspelen van A. Dumas (fils) en Victorien Sardon. Het waren die causerieën waarmee hij het vertrouwen van de toenmalige NRC-hoofdredacteur (Lamping) won.

Boissevain, Charles (° Amsterdam, 1842-10-28 - ✝ Naarden, 1927-05-05)

Journalist.

Kwam in het vak met zeer gewaardeerde correspondenties uit Ierland. Werd in 1885 hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad, waarvan hij in 1896 tevens directeur en in 1916 commissaris werd. Naast de dagkroniek verzorgde hij er o.m. correspondenties uit Amerika (rond 1880) en Italië (rond 1890). Zijn artikels, die naar vorm en geest het Franse voorbeeld van Le Figaro en Le Matin volgden, maakten hem in Nederland tot de populairste dagbladschrijver van zijn tijd. Terwijl Zola in Frankrijk de Dreyfusaffaire aan het rollen bracht, kwam hij met vuur op voor de Zuid-Afrikaanse natie in de Boerenoorlog tegen Engeland.

Beroemd, en tekenend voor zijn godsdienstzin, vaderlandsliefde en monarchisme, zijn de polemieken met Dr. Abraham Kuyper. Als polemist had hij trouwens veel te danken aan de Vrijdagsche, een debatingclub in Amsterdam (1840-1880), waarvan o.m. de Alberdingk Thijms (J.A., L.J. en P.P.M.), Busken Huet en de Génestet deel uitmaakten. Was ook een tijdlang redacteur van De Gids, schreef daarin en elders gewaardeerde opstellen over dichters en dichtkunst (o.a. Onder de Kastanjeboomen, 1880).

Bom, Emmanuel Karel De (° Antwerpen, 1868-11-09 - ✝ Kalmthout, 1953-04-14)

Bibliothecaris, journalist en schrijver. Medeoprichter van Van Nu en Straks. Gehuwd met Nora Aulit op 24/08/1901 in Antwerpen.

Obreen, Adrien Louis Herman (henri) (° Rotterdam, 1845-08-23 - °)

Journalist.

Broer van Frederik Obreen. Behaalde na studies aan de Delftse Polytechnische School het diploma van ingenieur (zijn vader was, naast verzekeringsmakelaar, ook reder en scheepsbouwkundige). Bekleedde daarna verschillende betrekkingen bij de Mij. tot exploitatie der Staatsspoorwegen. Reisde vervolgens als journalist naar Amerika, Frankrijk, Spanje en Algiers en bezocht verscheidene wereldtentoonstellingen. Was o.m. correspondent voorde NRC te Parijs (hij beval Dr. A.H. Cornette voor dezelfde functie in Antwerpen bij die krant aan). Werd in 1893 hoofdredacteur van het toen pas opgerichte dagblad De Telegraaf. Verbleef in 1922 te Brussel, waar hij blijkbaar heeft meegewerkt aan het weekblad Chasse et pêche. Schreef o.m. Algerië (1883), In Spanje (1884) en La section hollandaise à l'exposition universelle de Paris (1889).

Obreen, Frederik Daniël Otto (° Rotterdam, 1840-05-28 - ✝ Amsterdam, 1896-11-01)

Kunsthistoricus.

Broer van Henri Obreen. Aanvankelijk 'ambtenaar ter secretarie' te Rotterdam, later adjunct-bibliothecaris en archivaris aldaar, en directeur van het Museum Boymans. Vanaf 1883 was hij hoofddirecteur van het nieuwe Rijksmuseum te Amsterdam, en tevens directeur van het schilderijenmuseum. Schreef met J.H.Scheffer 't Eerste stoomschip te Rotterdam en in Nederland (1866) en Roterodamum Illustratum (1868). Verder Beschrijving van 't Museum Boymans te Rotterdam (1883) en Wegwijzer door 'a Rijks Museum te Amsterdam (1887). Redigeerde het Archief voor Nederlandsche kunstgeschiedenis (1877-1890), publiceerde in de Rotterdamsche historiebladen (1876-1880), en in tal van andere tijdschriften.

Ritter Sr., Pierre Henri (° Den Haag, 1851-06-10 - ✝ Utrecht, 1912-11-21)

Theoloog en journalist.

Vader van de romancier, essayist en criticus Pierre Henri Ritter jr. (ps. Rudolf Atele). In feite opgeleid voor het onderwijs, studeerde hij vanaf 1875 (na jaren autodidactische voorbereiding) theologie aan de Leidse universiteit (als leerling van Scholten en Kuenen), waar hij in 1882 promoveerde op een dissertatie over de monadenleer van Leibhitz. Werd onmiddellijk daarna predikant bij de Remonstrantse gemeente van Utrecht. Werkte mee aan het Zondagsblad van het Nieuwe van de Dag; zijn Paedagogische Fragmenten daarin werden in 1886 gebundeld en haalden een hoge oplage. In 1891 werd Ritter na de dood van H.de Veer, hoofdredacteur van het Nieuws van den Dag en verliet hij wegens een keelziekte de kansel. Hij was ook nog hoogleraar aan de Utrechtse universiteit. Van zijn wijsgerige, theologische en biografische werken vermelden we, naast het genoemde, de Ethische Fragmenten. Onder zijn redactie verscheen in 1898 ook het tweedelig historisch werk Eene Halve eeuw. 1848-1898.

Rooses, Max (° Antwerpen, 1839-02-10 - ✝ Antwerpen, 1914-07-15)

Kunsthistoricus en criticus.

Vader van Rosa Rooses.

Simons, Leo Mz (° Den Haag, 1862-08-01 - ✝ Rotterdam, 1932-06-11)

Auteur, uitgever (Wereldbibliotheek) en Vondelkenner.

Titel - krant/tijdschrift

Algemeen Handelsblad (° 1828 - °)

Nederlands liberaal dagblad, na fusie in 1970 NRC-Handelsblad.

Art Moderne, L' (° 1881 - ✝ 1914)

Brussels artistiek weekblad.

Werd, zoals ook La jeune Belgique, bij Wwe Monnom gedrukt. Opgericht door de advocaat Edmond Picard, die toen werd beschouwd als de geestelijke leider van de Brusselse progressieve jongeren. Samen met Octave Maus, de bezieler van de kunstenaarskring Les XX (1884 - 1893), verdedigde hij in l'Art moderne o.m. het impressionisme en het wagnerisme. Het tijdschrift kan in zekere zin beschouwd worden als een voorbode van Van Nu en Straks: vooral Picards uitspraak dat kunst filosofische gedachte, synthese en leven is, wijst in die richting. Medewerkers waren o.a. C.Lemonnier, E.Verhaeren (die ook in de redactie zat), G. Eekhoud, E. De Molder (later schoonzoon van Fél.Rops) en H. van de Velde.

Koophandel Van Antwerpen, De. Dagblad Voor Politiek, Nijverheid, Kunst En Landbouw Van Antwerpen (° 1863 - ✝ 1897)

'Dagblad voor Politiek, Nijverheid, Kunst en Landbouw van Antwerpen'. Doctrinair-liberaal dagblad.

Nederlandsche Spectator, De (° 1856 - ✝ 1908)

Weekblad.

Nieuwe Rotterdamsche Courant (° 1844 - °)

Liberaal dagblad, na fusie in 1970 NRC-HANDELSBLAD.

Nieuws Van Den Dag, Het (° 1870 - ✝ 1923)

Amsterdams dagblad, opgericht door G.L. Funke en P. van Santen, met als hoofdredacteur S.Gorter, die in 1871 in deze functie werd opgevolgd door H. de Veer (tot 1890).

Neutraal van strekking; gericht tot een groot publiek. Kende in 1855, toen G.L. Funke directeur was, een oplage van 35.600 exemplaren. Versmolt in 1923 det De courant.

Oprechte Haarlemsche Courant, De (° 1847 - ✝ 1941)

Nederlands dagblad met zeer oude traditie. Werd in 1656 gesticht door Abraham Casteleyn als Weeckelijke Courante van Europa. Werd twee jaar later Haarlemsche Courant, waaraan in 1664 het woord Opregte werd toegevoegd. Pas vanaf de 19de eeuw (1847) verscheen het als dagblad. Omstreeks 1890 behoorde het tot de meest gelezen kranten van Nederland, grotendeels omwille van de rubriek familieadvertenties, wat de krant ook de naam "dameskrant" opleverde. Smolt in 1941 samen met Haarlems dagblad onder de naam Haarlemsche courant.