Zondag 29 Jan[uari] 93.
Houwste!
Ik heb deze week geen oogenblik gevonden om u te schrijven. Ik moet een werk afmaken voor de Universiteit, en daarbij dat loopen voor "V[an Nu en Straks]", bij v[an] Rysselberghe, Lemmen, de drukkers. Ik geloof dat we bij Havermans zullen gaan:[1] ik krijg morgen een bepaald antwoord. Buschmann, die "sullige vent", die "kruisgoede vent", zooals gij me schrijft, heeft ons willen bestelen: ik zal u zijn brieven laten zien, ze zijn "édifiant".
Ik hoop dat ge eindelijk Zondag naar Brussel zult kunnen komen. Ik moet met u spreken. Het schrijven verveelt me, & ik heb u te veel te vertellen.
Wat ge mij schrijft over mijn laatste liefde-gevalletje is smerig-plat-vuil-ruig-vies-goor-walgend. "Herinner u de ch[aude pisse]!" Ge weet immers wel dat ik een idylle heb (niet platonisch!) met een gehuwde vrouw[3], die 'k niet bemin, maar voor wie ik een zekere achting heb. Ge kent den toestand niet. Ergo: ik wil met u spreken. Komt ge Zondag? (of Zaterdag avond).
Het eerste nr van ons tijdsch[rift] verschijnt nog niet, omdat Minne zijn teekening niet afzendt.[4] Ik tracht nu een teekening te krijgen van V[incen]t[ van] Gogh, met onuitgegeven brieven van hem.[5]. De plaat van Mellery is gereed.[6]
Schrijf héél zoet aan D'Hondt (zonder te spreken van "Strenge Critiek", enz.) Ge zegt hem dat we heel gelukkig zouden wezen iets van hem te ontvangen & dat we 't zullen onderwerpen aan de beoordeling der andere redactieleden. Er zijn nu 242 abonnenten. Gisteren heeft Johan-Mathijs zijn ontslag gegeven als voorzitter van "de Distel",[7] om "vrijer te kunnen antwoorden aan degenen die hem aanvallen." Hij heeft aan Schamelhout toevertrouwd dat hij in een tijdschrift "nu eens al zijn gal ging uitspuwen" (sic). Hou-je
[2]
goed!! Ditmaal zijn we kapot! De profundis! R[equiescat In Pace]
Ik geloof dat gij er vooral zult van krijgen? — Het spijt me nochtans dat uw Briët-artikel verschenen is.[8] Daar zijt ge niet serieus te verdedigen & het kan nochtans niet rechtuit gezegd worden dat ge de lezers der "Vlaamsche School" voor den aap houdt..... — ??
Gisteren heeft een discipel van J[ohan Mathijs] voorgesteld dat voortaan de voorzitter het recht zou hebben het woord te ontnemen aan wie "den lezer op onfatsoenlijke of onbeschofte wijze zou aanvallen"!! Werd verworpen, alsook de andere voorstellen van Br[ans] & zijn vrienden.
Wanneer zie 'k nu je tronie??
G[ust]
Annotations
[7] In de notulen van de vergadering van 28 januari 1893 leest men: "De heeren Brans, Kesler, Magherman, Stiennon en Neeckx vragen van hunne betrekkingen in het bestuur ontslagen te worden. De heer Brans en Magherman wenschen uitdrukkelijk niet meer herkozen te worden." (AMVC D531/D) Van verdere voorstellen wordt echter geen melding gemaakt in het verslag van deze zitting.
[8] Emmanuel de Bom, 'Arthur Briët', in: De Vlaamsche School, nr. V (1892), p. 181-183.
