Hoogstwaarschijnlijk hadden Van de Velde en Elskamp de muurbekleding ('tenture') van de Association pour l'Art (zie ook brief 56bis (1892) (alinea 2); brief 58bis (1892), noot 3 en brief 83bis (noot 1)) uitgeleend voor R.N. Roland Holsts Van Gogh-tentoonstelling (zie brief 103, noot 3) en had Elskamp zich belast met de afwikkeling van de terugzending, waarin de stoombootmaatschappij Van Maenen (zie ook brief 170 (1892), noot 8) een rol speelde. Zie ook brief 52.