Zie
J., 'Van Nu en Straks', in: De Portefeuille, XV, 2 (8 april 1893), p. 16-17. Na een historische schets van de Vlaamse letterkunde besloot de schrijver dat
'[...] eindelijk de renaissance schijnt te komen, die in de Vlaamsche litteratuur zoo lang op zich liet wachten.' Later werden ook het tweede, het vierde en het vijfde
Van Nu en Straks-nummer positief onthaald. Zie
De Portefeuille, XV, 13 (24 juni 1893) p. 144; XV, 36 (2 december 1893), p. 313-314 en XVI, 49 (3 maart 1894), p. 407). Zie ook
brief 95. Of
J. een pseudoniem is van
Taco H. de Beer is ons, evenmin als
Vermeylen, duidelijk. Zie ook
brief 104 (noot 7).