Leo Simons kwam in Londen in contact met jonge tekenaars, waaronder Charles Ricketts (zie
brief 160). Hij bemiddelde tussen die laatste en de redactie van
Van Nu en Straks voor een bijdrage voor nummer 4 (zie
brief 146). Uiteindelijk verscheen Ricketts' zinkografie als buitentekstplaat in
Van Nu en Straks, 5 [1894] (zie
brief 253, noot 6). Van Aubrey Vincent Beardsley, van wie ook sprake is in
brief 146, werd niets gepubliceerd in
Van Nu en Straks.