Woensdag 16 Aug[ustus] 93
Ik weet niet wat ik u moet antwoorden, Mane. Ik wist wel dat ge mij iets verborgt, & dat was precies geen middel om die oude intimiteit tusschen ons weêr vast te snoeren. En ik zou misschien weêr brutaal moeten zijn, want die geschiedenis is waarschijnlijk alweer een lam zaakje, maar ik kan niet, want ik geloof dat ge veel lijdt.
Maar ik geloof ook dat ge niet genoeg op uzelf rekent, dat ge uzelf wijsmaakt dat ge volstrekt geen energie hebt; ik geloof niet, zooals gij het schrijft, dat ge lui zijt. Maar ge reageert niet meer, ge laat u zwak worden.
Ook wat ge zegt van uw kunst is oneindig verdrietig. Eens dat ge dáárop niet meer rekent zijt ge "un homme à la mer". Ge zijt "nooit tevreden geweest over uw eigen werk". Des te beter. Gelooft ge dat ik tevreden ben over wat ik maak?
Ik heb weinig lust om u nu veel te schrijven, en ge moogt het niet verkeerd opnemen, houwe. Maar ik ben zelf half ziek, & ik kan u heel onhandig antwoorden als ik niet juist weet welk dat geheim is dat zoo'n invloed op u heeft.
Wat die reis betreft, gij hebt me niet overtuigd.[1] Zes dagen door Holland loopen met Joris zal u niet opbeuren. En indien ge absoluut & bepaald weg moet voor 6 dagen om niet te "stikken", dan zou 'k nog liever een week doorbrengen in de omstreken van Brussel. Dat zou u minder kosten, ge zoudt serieuzer uitrusten, & we zouden samen zijn.
Verlos u toch eerst van al die blokken die aan uw voeten hangen. Dàn zult ge uw leven misschien anders kunnen inrichten.
— Ik ontvang geen antwoord van "De Telegraaf"[.][2] Misschien zou 'k voor twee dagen naar Amsterdam gaan,[3] en dan kunnen we samen spreken in Antwerpen.
Wilt ge mij nòg eens (voor de vierde maal!) de uurtabellen van den stoomdienst tusschen Antwerpen & Rotterdam zenden?[4]
[2]
Indien ik tusschen dit & drie vier dagen naar Amst[erdam] niét ga, moet ge volstrekt naar Brussel komen. Ge zult wel drie fr. kunnen los maken. Zooniet zullen we dat anders schikken.
Allo, houwe, koeroje! En wees niet boos om dezen brief
Een hand van
Gust