Pet Tideman publiceerde onder het initiaal 'W' 'Sonnetten' in De Nieuwe Gids, IX, deel 1 [okt. 1893], p. 52-56, en onder het pseudoniem J.H. van Wedelove 'Drie verzen op Gorter', ibidem, p. 177-180. Verder verschenen in dat zelfde nummer van hem ook nog een aflevering van zijn 'Amsterdamsche kroniek' onder de naam Victor Lescailjé (p. 187-191) en het eerste deel van zijn 'Ontologica' onder de naam Paul Zeidit (p. 75-79). Tenslotte ondertekende hij volgende bijdragen met P. Tideman: 'Letterkundige tijdgenoten' (over Busken Huet) (p. 89-92); 'Stemmings-alleeën' (sonnetten o.a. tegen Gorter en Van Eeden) (p. 98-133); 'Jan de Schenner, Het boek der verdommenis' (tegen Johannes Viator van Van Eeden) (p. 181-186) en 'Kinderraadsel' (p. 192-194).
Met 'o' bedoelt Jolles hoogstwaarschijnlijk zoiets als 'een nulliteit'. I.v.m. de weinig fraaie rol die Tideman in 1893-1894 in De Nieuwe Gids speelde, zie ook G.H.'s-Gravesande, De geschiedenis van de Nieuwe gids (Arnhem, Van Loghum Slaterus, 1954), p. 446-488.
Toon volledige brief