Zoals blijkt uit
brief 328, heeft
De Bom de
Oprechte Haarlemsche Courant twee bijdragen gestuurd. Een eerste over Ibsen zal hij geschreven hebben naar aanleiding van de voorstellingen van
Rosmersholm en
L'ennemi du peuple, resp. op 25 november en 8 december door
Lugné-Poe en zijn Théâtre de l'Oeuvre in het
Théâtre du Parc te Brussel. Een tweede correspondentie handelt over kunst. Beide werden echter geweigerd. Mogelijk vormen zij de basis van wat uiteindelijk in
De Nederlandsche Spectator zou verschijnen. Zie
brief 334, noot 1. De bijdrage over kunst zou dan betrekking hebben op de nalatenschap van de schilder baron
Henri Leys. Zie
brief 309 en
brief 306, noot 1.