Ik had u sedert Zaterdag al willen schrijven, toen ik uw brief ontvangen heb. Maar 't en is er niet van gekomen, omdat... — omdat ne mensch nooit en is zonder kwale ofte ergernis, en nooit zijn wel en heeft op de wereld: de rijken zijn krank en de armen zijn slaven.
Ik ben intusschen: gelijk de rijken. Eerst scheen het nietsmendal: een vervuilde mage. Maar de doctor is geweest, en — ge zijt er wél meê! Dat is niet minder dan geestes-overwerking, en, uit vreeze van neurasthenie: algemeene rust; geen artikels schrijven, geen verzen maken, en uw laarzen vullen met lochten
[1] kost en minerale wateren... Gelukkig ben ik voor mijn eigen de strengheid-zelf; en we zullen eens zien wie 't sterkste is: mijn wil of de neurasthenie....
Zie-de gij mij hier zitten? — 't En is niet geestig, zulde! En zeggen dat ik Maandag eene voordracht heb — gelukkig tot later verschoven...
[2]
Met dat alles, o onsterfelijke sterveling van een Manuël, lever ik u kopij voor den N.R.C.
[3] 'k Zie het er al in staan: "Laatste gezondheidsbulletijn van de Vlaamsche Letterkunde: de Zwaan van S
t Amandsberg drinkt Bel-Val";
[4] en dat maakt weêr een half-frankske! Want proficiat, zulde! Wij verheugen ons met u van ganscher harte, om een gebeurtenis die, hopen wij, eene verlossing zal zijn voor
Nora en u toe zal laten wat gauwer... ons huwelijksvoorbeeld te volgen...
[5]
Nog een goede maand-en-half, beste vrienden! Ge zoudt het moeten zien: het kinder-goed stapelt zich op in de laden: kleêrkens en hemdekens en wollen laarsjes en lijfrokskens als voor een pop. En ik zie het daarin al spartelen, en miauwen, en kraaien... Neen, voor zúlke verwachting alléen moet ge haasten!...
Mariette stelt het intusschen... op zijn meiskens: 't begint haar een beetje zwaar te worden, en nu en dan is er een vermaningetje, — maar anders is alles opperbest. Nog een beetje wachten, anderhalve maand nog, en dan — zal alles volkomen goed zijn, vertrouwen wij.
Maar ik denk er aan, Manuël.
Dat boek — zeer interessant — over
De Sade is opengesneden, dus niet terugstuurbaar. Maar ik zal er eene recensie over schrijven: ge moogt het dien uitgever laten weten.
[6]
En nu sluit ik met de pen, maar niet met het hart, en Mariette sluit met geen van beiden, want ze maakt soep gereed. Waarmede we u groeten
Karel
Zeg 's: is
de lammen Tanje[7] kwaad op mij, of... zit hij op Kamchatka of te Yzendijke?
[8] De aangekondigde brief ontving ik nog niet. Of is die gewoonte hem bij gebleven van uit zijn letterkundigen tijd?
Annotations
[1] 'Locht': (gew.) licht.
[2] Van de Woestijne bedoelt zijn lezing
'De geschiedenis van het gedicht', die hij oorspronkelijk op 30 oktober 1904 voor de letterkundige afdeling (van de Gentse tak) van het Algemeen Nederlandsch Verbond zou houden, maar die uitgesteld werd naar maandag 14 november. Een verslag over die lezing verscheen op 26 november 1904 in
Het Volksbelang.
[3] Van de Woestijne alludeert in deze alinea op de aanstelling van De Bom als Antwerpse correspondent van de
NRC. Zelf levert hij hier geen kopij voor die krant, maar wel inspiratie voor De Bom om een artikel te schrijven over zijn gezondheidstoestand.
[4] Waarom Van de Woestijne zichzelf
'De Zwaan van St-Amandsberg' noemt, is niet duidelijk. Bel-val was een soort mineraalwater.
[5] Van de Woestijne lijkt te suggereren dat Emmanuel en
Nora de Bom ook maar eens aan kinderen moesten gaan denken, nu De Bom zich dankzij de
NRC van een (extra) inkomen had kunnen verzekeren. Het echtpaar De Bom bleef echter kinderloos.
[6] In 1904 gaf
Eugène Dühren een geannoteerde versie van
Les 120 Journées de Sodome van
Markies de Sade uit. De transcriptie gebeurde voor deze editie voor het eerst op basis van het handschrift; voordien ging men ervan uit dat het verloren was gegaan. Achter de schuilnaam
Dühren ging de Duitser
Iwan Bloch verborgen. De Bom heeft dit boek kennelijk naar Van de Woestijne gestuurd, die beloofde het te recenseren, waarschijnlijk voor het
Tijdschrift voor Boek- en Bibliotheekwezen. Uit latere brieven schijnen we te kunnen opmaken dat hij zich aan die belofte heeft gehouden (zie
brief 129,
brief 164 en
brief 169), maar de recensie is nooit verschenen. De tekst is ook niet bewaard.
[7] 'De lammen Tanje':
Victor dela Montagne.
[8] 'Kamchatka': paradijslijk schiereiland in het uiterste noordoosten van Rusland. 'Yzendijke': dorp in Zeeuws-Vlaanderen.