<Resultaat 1099 van 1419

>

KAREL VAN DE WOESTYNE aan
Manuël de Bom, om hem te bewijzen dat hij zijn jongste schriftberichten ontvangen heeft,[1] en gelezen.
't Is, zeldzame vriend, omdat ik geen tijd heb; (níet, omdat vrouw en kind ziek zijn: want zij blaken van gezondheid als kriek-appelkens in een boô-gaard) dat ik u geen brieven schrijf vol beminnelijke diepzinnigheid. Maar ik ben, gelijk ge weet, een gedicht aan het tsamen-stellen, van achter de boter-kuip en dat naar den rook niet smaken zal. Het is de tsamen-spraak van twee nachtegalen die deftig spreken gelijk bejaarde menschen.[2] (Men zou zeggen dat ze zich over hunne natuur vergissen; maar 't wordt me toch een vreugd, al is het van een... mallen jongen.)
Enfin, ik schrijf u dus niet. En g'hebt gelijk over Leys en Braekeleire te schrijven voor Vlaanderen.[3] Ons Vlaanderen bovenal! (maar Teirlinck moet buiten!) Och! prachtige mensch, die naar de zitting niet gaat, zelfs als ze in uwe geboortestad wordt gehouden! Wees gerust (en 'k zei het aan Prosper van Langendonck­d'Aurévilly)[4] zij zullen mij nooit meer zien in hunne keuken. Laast ge John Eelen zijne gemakkelijke "Salomé"?[5] En dat staat onder de bewondering van Vermeylen; — als Arietje Delen, overigens, die mij den dienst bewezen heeft, mij te plagiëeren!...[6]
Maar ik wroet aan mijnen "Dubbele(n) Nachtegaal"; ik lees de laatste proeven van mijn boek verzen dat allerlaatst op 15 Juli verschijnt (gij krijgt natuurlijk exemplaar numero 1),[7] en ga later eens gaan zien naar de koe van George Minne, die een kalf — dood-geboren — ter wereld moest brengen, en er, naar ik hoor, van dood is gegaan.
Waarmede ik u, mitsgaders Nora, saluëer.
Karel
Ik zal Leys en Brak[eleer] in Brussel gaan zien... — hoop ik. Want ik kan hier zoo moeilijk weg!... En ik verneem met vreugde dat Ontrop... mij eens schrijven gaat. Gij zult zien dat hij het doen zal.
Saedeleer wordt dik. Ik niet. Mariëtte wel. Paulke méer nog.
Ik verhoop van u hetzelfde. — Karel.

Annotations

[1] De brief van De Bom is niet bewaard.
[2] Van de Woestijne bedoelt 'De dubbele nachtegaal', een cyclus uit De boom-gaard der vogelen en der vruchten.
[4] Van de Woestijne vermengt uiteraard de namen van Jules Barbey d'Aurévilly en Prosper van Langendonck, over wie het hier gaat.
[5] Zie Jan Eelen, Salomé. Spel in drie bedrijven, in: Vlaanderen, jrg. 3, afl. 6 (juni 1905), p. 237- 265.
[7] Dat boek is De boom-gaard der vogelen en der vruchten.

Register

Naam - persoon

Barbey d' Aurevilly, Jules (° 1808 - ✝ 1889)

Franse dandyeske schrijver.

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Braekeleer, Henri de (° 1840 - ✝ 1888)

Antwerpse schilder en etser.

Delen, Ary (° 1883 - ✝ 1960)

Antwerpse kunsthistoricus en schrijver, die deel uitmaakte van het anarchistisch geïnspireerde genootschap dat vergaderde in 'De Kapel' op de Falconrui in Antwerpen.

Eelen, Jan (° 1877 - ✝ 1970)

Antwerpse dichter uit de groep rond de tijdschriften Ontwaking en De Alvoorder. Hij maakte deel uit van de literaire vereniging 'Elck wat wils'.

Langendonck, Prosper van (° 1862 - ✝ 1920)

Medestichter van Van Nu en Straks die jarenlang als ambtenaar in Brussel heeft gewerkt. In de redactie van dat tijdschrift was hij de enige katholieke redacteur. Hij was ook ouder dan de anderen. Daardoor fungeerde hij min of meer als hun mentor. Als overgangsfiguur stimuleerde hij hun literaire vernieuwingsdrang, maar vestigde hij ook hun aandacht op het grote talent van enkele voorgangers, zoals Guido Gezelle. Hij publiceerde slechts één bundel romantische gedichten, Verzen (1900). De Bom en vooral Van de Woestijne koesterden een grote bewondering voor hem. Die bewondering nam niet af, ook niet toen Van Langendonck steeds heviger verschijnselen van (erfelijke) schizofrenie begon te vertonen.

Leys, Henri (eig. Hendrik) (° 1815 - ✝ 1869)

Antwerpse schilder, van wie het werk sterk was beïnvloed door dat van de Vlaamse Primitieven en de meesters uit de Duitse Renaissance.

Minne, George (° 1866 - ✝ 1941)

Gentse tekenaar, boekillustrator en (vooral) beeldhouwer. In 1891 werd hij lid van 'Les XX'. Op zoek naar afzondering en stilte vestigde hij zich op 21 juni 1899 in Sint-Martens-Latem. Daar werd hij samen met de gebroeders Van de Woestijne (met wie hij een nauwe vriendschapsband had) een centrale figuur van de eerste groep Latemse kunstenaars.

Ontrop, Lode (° 1875 - ✝ 1941)

Dichter en musicus. Gedurende enkele jaren – kort voor de eeuwwisseling tot enkele jaren daarna – was hij de intiemste vriend van Van de Woestijne. Hij werd omstreeks 1903 in die rol 'vervangen' door Emmanuel de Bom. De neerslag van zijn vriendschapsrelatie met Van de Woestijne is bewaard in de editie Brieven aan Lode Ontrop. Uitgegeven met een inleiding en aantekeningen voorzien door Anne Marie Musschoot, Gent, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1985. Over die correspondentie schreef Albert Westerlinck het boek De eerste rijpe jaren van Karel van de Woestijne, beschouwingen rond zijn brieven aan Louis Ontrop (1896-1909), Orbis, Beveren, 1982. Ontrop had in 1899 een zeer kortstondige relatie met Nora Aulit, die later met Emmanuel de Bom zou trouwen.

Saedeleer, Valerius de (° 1876 - ✝ 1941)

Socialistisch en anarchistisch geïnspireerde landschapsschilder uit de eerste groep Latemse kunstenaars.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne, Paul van de (° 1905 - ✝ 1963)

Zoon van Karel van de Woestijne, die na zijn proefschrift als specialist in middeleeuws Latijn aan de universiteit van Gent verbonden was.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.