<Resultaat 1414 van 1419

>

Manuël, weet ge wat gij zijt? Gij zijt magnifiek, ge schrijft schoone artikels in de Rotte Courant, en Jan van Rijswijck even-goed als de Lattin zal u geerne zien, en Dillens zou u ook geerne zien, indien hij kon,[1] en 'k zie u ook geerne... maar stuur me astemblief uw stuk over Buysse.[2] Weet ge wat ik zou willen? Op de redactie-zitting van "Vlaanderen" mijne handen toonen, en zeggen: "ziet, o gij die gekomen zijt, hoe heel de Juni-aflevering hier in drukproef reeds aan uwe voeten wordt neergeleid door uw d[ienstwillige] d[ienaa]r
Karel van de Woestyne.
P.S. 't Is waar, ik schreef u nog voor iets anders. Herinner u dat we deze maand vergaêren te St Martens Laethem, op 13den, en dat al de menschen moeten eten bij mij. Gij komt toch? Vermeylen (en waarschijnlijk ook Teirlinck) komen hier te Gent toe om 10,56 uur. Gij kunt dan ook al in Gent zijn, niewaar, zonder u den asem af te snijen van 't loopen? En we zouden dan in een open coleecheptr target="ann_note3"/> naar Laethem rijden, en Mariette zorgt er voor dat het goed zal zijn, en op mijn appelaarken staan wel tienduust blommen.[*]
Tot Zondag?... Maar stuur me "Buysse" nog vroeger, als 't kan.
Wij sturen djentelijk danig veel pertige groeten aan Nora.[3]
Uw Karel.

Annotations

[1] Van de Woestijne verwijst naar drie artikelen van De Bom in de NRC: 'Jan van Rijswijck' (28 maart), 'De nieuwe directie van den Nederlandschen Schouwburg te Antwerpen' (over Gustaaf de Lattin, 13 april) en 'De beeldhouwer Juliaan Dillens' (26 april).
[*] 'Coleeche': 'calèche' of 'kales', licht en sierlijk open rijtuig.
[*] 'Tienduust blommen': tienduizend bloemen.
[3] Dit postscriptum staat in de linkermarge. 'Djentelijk' is wellicht een vervorming van het via het (oud-)Frans overgenomen Engelse woord 'gentle' of (zoals hier als bijwoord) 'gently'. 'Djent' is een West­Vlaams dialectwoord met als betekenis: elegant, leuk, mooi. Het woord komt o.m. ook voor in het werk van Guido Gezelle en Stijn Streuvels.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Buysse, Cyriel (° 1859 - ✝ 1932)

Vlaamse romanschrijver van wie het werk gedeeltelijk in de naturalistische (en later realistische) traditie is geschreven. Virginie Loveling was zijn tante. Hij woonde afwisselend in Afsnee en Den Haag. In 1893 behoorde hij tot de stichters van Van Nu en Straks, en in 1903 richtte hij samen met Louis Couperus en Willem van Nouhuys het maandblad Groot Nederland op, dat hij tot zijn dood zou blijven redigeren.

Dillens, Juliaan (Julien) (° 1849 - ✝ 1904)

Antwerpse beeldhouwer die voornamelijk in Brussel werkte.

Gezelle, Guido (° 1830 - ✝ 1899)

Priester-dichter, West-Vlaamse taalparticularist. De groep rond Van Nu en Straks bewonderde hem als dichter en heeft bijgedragen tot de grote interesse die er tot vandaag nog voor zijn werk bestaat.

Lattin, Gustaaf de (° 1858 - ✝ 1918)

Schoenmaker, maar ook toneelschrijver. Hij was tussen 1905 en 1912 directeur van de Koninklijke Nederlandsche Schouwburg in Antwerpen. Hij was vanuit Antwerpen ook correspondent voor het Algemeen handelsblad uit Amsterdam.

Rijswijck, Jan van (° 1853 - ✝ 1906)

Burgemeester van Antwerpen tussen november 1892 en februari 1906.

Streuvels, Stijn (° 1871 - ✝ 1969)

Pseudoniem van: Frank Lateur.

Bakker van opleiding, maar als prozaschrijver bekend geworden in tijdschriften als Van Nu en Straks, De Gids en De Nieuwe Gids. Hij was een vriend van Van de Woestijne en (vooral) van De Bom. Samen met hen stichtte hij het tijdschrift Vlaanderen (1903-1907). De vlaschaard (1907) en De teleurgang van den waterhoek (1927) zijn twee van zijn bekendste romans.

Teirlinck, Herman (° 1879 - ✝ 1967)

Auteur van romans, poëzie en theater. Heeft zowel aan Van Nu en Straks, Vlaanderen als aan het Nieuw Vlaams Tijdschrift meegewerkt, waardoor hij als het ware een halve eeuw de literatuur en de geest van de Van Nu en Straks'ers heeft voortgezet. Samen met Van de Woestijne publiceerde hij in 1928 de brievenroman De leemen torens.

Vermeylen, August (° 1872 - ✝ 1945)

Aanvankelijk sterk anarchistisch geïnspireerde en non-conformistische schrijver die het vooral moest hebben van zijn essays. Tot zijn voornaamste bijdragen aan Van Nu en Straks (waarvan hij in een aantal opzichten de geestelijke leider was) behoren behalve zijn literaire kronieken ook zijn opstellen Kritiek der Vlaamsche Beweging en Kunst in de vrije gemeenschap. Van de Woestijne had een ambigue relatie met hem. Hij noemde Vermeylen in een brief aan Lode Ontrop een 'groot dilettant, die zich veel vergist maar toch steeds verstandelijk-interessant blijft'. Vermeylen wordt vaak verweten dat hij zich na de eeuwwisseling steeds meer conformeerde. Na de Eerste Wereldoorlog koos hij voor een carrière in de politiek en werd hij een boegbeeld van de socialisten.

Woestijne-Van Hende, Maria (Mariette) van de (° 1884 - ✝ 1968)

Echtgenote van Karel van de Woestijne. Ze trouwden op 13 februari 1904 en kregen samen een zoon (Paul) en een dochter (Lily). Dochter van een echtpaar dat in het centrum van Gent een zaak had waar spiegels werden gemaakt en verkocht.

Titel - krant/tijdschrift