<Resultaat 1407 van 1419

>

Of ik er aan denk, Manuël? 'k Zou het denken![1] Of denkt gij dat ik aan niets denk? 'k Begin zelfs te denken dat het tijd wordt, te beginnen denken aan 't definitieve opstellen van die voordracht.
Enfin, 'k zal in tijds klaar zijn: dat zweer ik op het hoofd van Van Deyssel. Op 23en van 't kort maandeken zal ik uit een coupé tweede klas stappen van den bloktrein, met een welgekenden pitenleir aan.[*] En als ik naar dienzelfden coupé terug zal wandelen, zal er eenige verbijstering heerschen in Antwerpsche breinen.
Maar vóor 23en Februari zie ik u nog wel. Misschien Dinsdag al, op 't middaguur, in uw hok boven dien duizelingwekkenden ijzeren trap. Gij zijt er toch?
Meestal kom ik nu les geven tusschen twee treinen in:[2] ik arriveer 1.40 u., geef les om 2 u., schei om 4 u. uit en vertrek om 4.27 u. Ik vind dat prettig omdat het mij de illusie geeft heel haastig te zijn en heel weinig tijd te hebben...
Tot binnen een paar dagen dus, misschien, en 't beste van ons drie drieën, ook aan Nora.
Uw
Karel
over veertien dagen krijgt ge van mij een heelen kilo boeken thuis.

Annotations

[1] Uit wat volgt blijkt dat De Bom aan Van de Woestijne had gevraagd of hij nog wel eens dacht aan de lezing die hij beloofd had te geven op 23 februari 1910 (zie brief 294, noot 3).
[*] ‘Bloktrein’: zie brief 277, noot 1. 'Pitenleir': zie brief 55, noot 6.
[2] In verband met dat lesgeven: zie brief 282, noot 12.

Register

Naam - persoon

Bom-Aulit, Eleonora (Nora) de (° 1879 - ✝ 1955)

Na een kortstondige relatie met Lode Ontrop huwde ze op 24 augustus 1901 met Emmanuel de Bom. Door haar permanent wankele gezondheid en de hoge mate waarin ze beïnvloed was door de (waan-)ideeën van 'waterdokter' Alwyn van Son, bleef het huwelijk echter 'in alle betekenissen van het woord onvruchtbaar'.

Deyssel, Lodewijk van (Ps. van Karel Lodewijk Alberdingk Thijm) (° 1864 - ✝ 1952)

Psudoniem van: Karel Lodewijk Alberdingk Thijm

Nederlands criticus en prozaschrijver die een cruciale rol speelde in De Nieuwe Gids en icoon werd van het artistieke individualisme van de Tachtigers. Na een crisis in De Nieuwe Gids richtte hij samen met Albert Verwey het Tweemaandelijksch Tijdschrift op, dat later als De XXe Eeuw werd voortgezet. In 1905 brak hij met Verwey en was hij medeoprichter en eerste voorzitter van de Vereniging van Letterkundigen.