[24 april 1912], Karel van de Woestijne aan Emmanuel de Bom

Titel: [24 april 1912], Karel van de Woestijne aan Emmanuel de Bom

Auteur: Karel van de Woestijne

Geadresseerde: Emmanuel de Bom

Plaats van verzending: Brussel

Datum: 1912-04-24

Brieftype: Brief, geen omslag

Afmetingen: 267 207

Fysieke bijzonderheden: Het vel is op een dergelijke manier in vieren gevouwen dat de twee buitenste van de acht beschrijfbare zijden als omslag dienst konden doen. Alle vijf de postzegels op de 'omslag' werden bij vertrek in Brussel afgestempeld. Zie voor het overige noot 1[1].

Bewaarplaats: Letterenhuis, Antwerpen, België

Collectie: W803, nummer 96060/258

Elektronische publicatie: Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie / Centre for Scholarly Editing and Document Studies Gent © Copyright, CTB

Editeur: Bert Van Raemdonck

Promotor: Prof. dr. Yves T'Sjoen, Em. prof. dr. Anne Marie Musschoot

Facsimile's

BRUSSEL (N[OOR]D) BRUXELLES (N[OR]D) 24 IV 1912 20-21

Verz[ender]: Karel van de Woestyne
160, Gaucheretstr, Brussel

Den Heer Emm. e Bom
Geenszins Voorzitter van 't Comité
Huyze ten Heuvel
voor beiaardpropagande (Malines=Attractions), maar
hoofdbibliothecaris der stad Antwerpen

Huis ten Heuvel
te Calmpthout
(Provincie Antwerpen)

CALMPTHOUT 25 IV 1912 5-6

Ondergeteekende verlangt te ontvangen (kosteloos) geen bladen (Hollandsch papier) voor het kunstalbum Denyn, maar integendeel mede te deelen (kosteloos) dat Johan de Meester hem als een revolverschot naar Gent wenscht te zien schieten (kosteloos) om tante den duren eed zijner verkleefdheid te zweren, en daar blijk van te geven in de Rotte Courant.[2] Wie weet? Dien dag eet hij nog met den Manuël de Bom, hoofdbibliothecaris en loftrompet over Max Rooses en andere Hollandsche kazen;[3] weshalve hij hem morgen meldt wanneer hij in Gent aankomt, en wáár hij te ontmoeten is. (kosteloos).

Naam Carolus Petrus Eduardus Maria van de Woestyne

Adres 160 Gaucheretstraat, Schaarbeek bij Brussel.

Annotations

[1] Deze brief van Van de Woestijne aan De Bom is geschreven op een circulaire brief van 'Het Comiteit' voor het 'Jubelfeest Jef Denyn [beiaardier van Mechelen]', gericht aan Van de Woestijne. Die circulaire werd op 23 april vanuit Mechelen naar hem verstuurd door Edward De Keyser, voorzitter van het comité. Van de Woestijne schreef zijn eigen brief aan De Bom tussen de voorgedrukte informatie in verband met Denyn. Sommige voorgedrukte tekst werd geschrapt, andere niet of slechts gedeeltelijk. In de transcriptie is alles wat cursief staat voorgedrukt. Ook op de omslag heeft Van de Woestijne gebruik gemaakt van de voorgedrukte gegevens uit de circulaire brief, waarin hij bepaalde delen heeft geschrapt en andere delen heeft toegevoegd.

[2] De 'tante' die bedoeld wordt, is Virginie Loveling, die een tante was van Cyriel Buysse. Loveling werd op 28 april 1912 in Gent gevierd en gehuldigd vanwege haar lange en uitzonderlijke carrière als schrijfster. Het tweedelige verslag van Van de Woestijne over die viering verscheen op 1 en 2 mei in de NRC. In deze briefpassage alludeert Van de Woestijne overigens ook op het oeuvre van Loveling, door de woorden 'een revolverschot' en 'den duren eed' te gebruiken. In 1911 had Loveling de roman Een revolverschot gepubliceerd; Een dure eed dateerde van 1891.

[3] De Bom had in de NRC een 'Huldebetoon aan Max Rooses' gepubliceerd (21 april). Een maand later verscheen in dezelfde krant nog eens een artikel met de titel 'Max Rooses gehuldigd' (21 mei). Rooses werd die eer betuigd omdat hij een rijk gevulde en succesrijke carrière afsloot en bekroond was met de titel van 'commandeur der Leopoldsorde'.

1
2

Register

Naam - persoon

Buysse, Cyriel (° 1859 - ✝ 1932)

Vlaamse romanschrijver van wie het werk gedeeltelijk in de naturalistische (en later realistische) traditie is geschreven. Virginie Loveling was zijn tante. Hij woonde afwisselend in Afsnee en Den Haag. In 1893 behoorde hij tot de stichters van Van Nu en Straks, en in 1903 richtte hij samen met Louis Couperus en Willem van Nouhuys het maandblad Groot Nederland op, dat hij tot zijn dood zou blijven redigeren.

Loveling, Virginie (° 1836 - ✝ 1923)

Vlaamse schrijfster. Na de dood van haar zus Rosalie (1834-1875), met wie ze voornamelijk gedichten publiceerde, legde ze zich toe op proza. In haar tijd genoot ze een zeer grote bekendheid als schrijfster.

Meester, Johan de (° 1860 - ✝ 1931)

Prozaschrijver en journalist. Tussen 1886 en 1891 was hij vanuit Parijs correspondent voor het Handelsblad, om vervolgens tot 1927 als criticus te werken voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Het proza van De Meester (o.m. Een huwelijk, 1890 – Zeven vertellingen, 1899 – Louise van Breedevoort, 1903 en Geertje, 1905) is vaak neerslachtig van toon.

Rooses, Max (° 1839 - ✝ 1914)

Liberale flamingant. Hij was de eerste conservator van het Museum Plantin-Moretus. Als 'eerste Vlaamse kunsthistoricus' publiceerde hij enkele belangrijke werken over Plantin en Rubens.