6 Aug[ustus]
Beste Vrienden,
Met de meeste belangstelling de redenen gelezen, waarom ik niet op reis ga.
[1] Ik voeg er eene aan toe: de vrienden komen naar mij toe, en dat is het beste en zekerste middel om ze te ontmoeten.
Wij denken met vreugde terug aan uw bezoek, en hopen dat gij ons ditmaal geen twee jaar meer zult laten zuchten.
Het is hier sedert gisteren-avond ineens heel stil geworden: de Roelants'en zijn weg met hun kroost.
[2] Wij hernemen voor een week of drie ons kloosterleven. En daarna gaan wij voor een dag of tien naar het Brusselsch-Wemmelsche rumoer.
[3] Waarna de vacantietijd weêr voorbij zal zijn....
Uwe felicitaties uit Brugge hebben mij diep ontroerd.
[4] Dank, beste vrienden, dank! En dank ook voor het
Aurevilly-conterfeitsel.
[*]
Maar dank vooral,
Nora, voor hetgeen de
onderpastoor mij in uw naam gebracht heeft. Gij hebt mij een nieuwen, goeden vriend geschonken, die mij dagelijks aan u doet denken. De
eerw[aarde] Eeckhout heeft mij verteld welke opdracht gij hem gegeven hebt. Het heeft ons zeer innig bewogen.
[5] Nogmaals hartelijk dank.
Een diepe buiging en eene wuivende hand.
En nu verleen ik het woord aan mijne eegade.
Beste vrienden. Een onvergetelijke herinnering houw ik van uw bezoek —..... die dagen vol vreugde, vriendschap en genot. dank voor alles en voor uw gezelschap; dank bijzonder aan Nora voor alle het goede dat ze ons naliet.